De Rhön? 'Nog nooit van gehoord!'

22 mei 2017
Auteurs:
Jan M.G. Kleinpenning
Emeritus hoogleraar Sociale Geografie van Ontwikkelingslanden, Radboud Universiteit Nijmegen
toerisme
Duitsland
Opinie
Rhön
FOTO: MARCUS OSE/FLICKR

Vertelt men iemand dat men naar de Eifel gaat of er is geweest, dan wordt er begrijpend gereageerd. Maar zegt men iets dergelijks over een bezoek aan de Rhön dan is de reactie vaak: ‘De Rhön? Waar ligt dat gebied? Nog nooit van gehoord.’ Wellicht vormen de bijna zestig Utrechtse en Nijmeegse geografiestudenten die er in de jaren ’60 leeronderzoek deden nog de grootste groep Nederlanders die weten waar het gebied ligt.

Een korte karakterisering

De Rhön is een van de Duitse middelgebergten, van vulkanische oorsprong, oostelijk van de stad Fulda gelegen, op de grens van de deelstaten Hessen, Beieren en Thüringen. In het westen wordt het begrensd door de Fulda en de Sinn, in het noordoosten door de Werra en in het zuidoosten door de Frankische Saale. De westelijke voortzetting van de Rhön is de Vogelsberg, de oostelijke het Thüringer Wald en de zuidelijke de Spessart. De Rhön is enkele decennia voor ongeveer driekwart West-Duits geweest en voor een kwart Oost-Duits, tot in 1989 de Zonegrens met haar prikkeldraadversperringen en wachtposten verdween. Het hoogste punt is 950 meter, aan de randen is de hoogte minder dan 300 meter. De oppervlakte is ongeveer 1.860 km²; 1.550 km² ohne Abdachungen. Eind 2015 telde de Rhön ongeveer 121 duizend inwoners. Sinds 1991 is een groot deel een door de UNESCO erkend biosfeerreservaat.

De Rhön is een geaccidenteerd gebied, maar wel met een heel gevarieerde aanblik, want er zijn enkele bergketens, er is een kuppenreich deel, ook een  langgerekt plateauachtig deel (de Lange Rhön) en er zijn diverse beek- en rivierdalen (o.a. van de Brend en Ulster). Basalt, fonoliet en buchoniet vormen de voornaamste gesteenten; niet-vulkanische afzettingen zoals kalk, mergel, dolomiet en bontzandsteen komen minder voor. Het klimaat wordt gekenmerkt door een vrij hoge neerslag (800-900 mm in de lagere delen, maar wel 1300 mm op het hoogste punt), vrij vaak bewolking, vaak kans op mist en nevel, veel sneeuwval met kans op een maandenlang sneeuwdek in de hogere delen, kans op vorst van oktober tot mei, lage gemiddelde temperaturen, koele naar vaak vrij sterke westenwinden en koele, maar veelal aangename zomers. De conclusie dat het klimaat er alleen maar rauh und kalt zou zijn is echter onjuist.

Gezien het klimaat en reliëf zal het geen verwondering wekken dat de Rhön hoofdzakelijk bedekt is door bossen (meest naaldhout en beuken) en graslanden, deels hooilanden, deels weiden voor jongvee en uitloop van het volwassen runderen. In het centrale deel van boven de 400 meter bestaat het cultuurland bijna uitsluitend uit graslanden. Als agrarisch gebied is de Rhön altijd vooral op rundvee- en varkenshouderij gericht geweest. Akkerland ziet men er naar verhouding weinig.

Lange tijd hadden de vele kleine dorpen, vooral gelegen in de dalen en op de flanken van de bergruggen, een sterk agrarisch karakter. Bij de meeste huizen zag men mesthopen voor of naast de huizen en stallen achter het woonhuis. Inmiddels zijn, zoals elders, heel veel kleine, niet- of weinig rendabele landbouwbedrijven opgeheven, de nog resterende bedrijven sterk vergroot en (verder) gemoderniseerd, de dorpen  aanzienlijk verfraaid en woonplaatsen geworden van een bevolking die, afgezien van de gepensioneerden, hoofdzakelijk bestaat van arbeid buiten de agrarische sector. Die arbeid wordt voor een deel in de regio zelf gevonden in o.a. verzorgende bedrijven, basaltgroeven, houtindustrieën en de toeristensector, voor een belangrijk deel echter ook in diverse nabije, maar wel buiten de regio gelegen stadjes, zoals Bad Brückenau, Bad Kissingen, Bad Neustadt, Mellrichstadt, Ostheim vor der Rhön en Fladungen, of verder weg, zoals in Fulda en Frankfurt a.M. Stuk voor stuk plaatsen die dankzij particulier autobezit en goed openbaar vervoer gemakkelijk bereikbaar zijn. Heel wat Rhöndorpen zijn daardoor vooral ‘slaapdorpen’.

De Rhön als toeristengebied

De Rhön trekt al heel lang Duitse toeristen, die het gebied bezoeken om te genieten van de zuivere lucht, de stilte en de vele prachtige uitzichten over het parkachtige landschap gevormd door de afwisseling van graslanden en bossen. De Rhön is wat de Duitsers noemen een echte Urlaubs- und Erholungsregion. Niet verwonderlijk is dan ook dat tal van paden er al heel lang als Wanderwege worden benut. Die staan overal goed aangegeven, zijn ook terug te vinden op Wanderkarten van de gehele Rhön of delen ervan, en in de Rhönführer, een gids die al sinds 1877 door de Rhönklub wordt uitgegeven. Deze vereniging draagt overigens ook zorg voor de Wanderwege en de bewegwijzering.

De laatste decennia is het toerisme sterk toegenomen en ook bewust bevorderd. Er waren vanouds al mogelijkheden tot overnachting, maar die zijn sterk uitgebreid, waardoor toeristen nu een ruime keuze hebben uit moderne hotels, pensions, Gaststätten, Ferienwohnungen van particulieren en campings. Ook anderszins, o.a. via de vervaardiging van allerlei voorlichtende folders en de organisatie van festiviteiten, is er van alles gedaan om het verblijf de toeristen zo aantrekkelijk mogelijk te maken.

Wasserkuppe
FOTO: MARCUS OSE/FLICKR
Wasserkuppe

De meest door toeristen bezochte plek is de Wasserkuppe, met 950 meter het hoogste punt van de Rhön en ook de plek waar de Fulda ontspringt. Men heeft er een fantastisch uitzicht over het gehele gebied, net zoals op de nabije Pferdskopf en de Abtsrodaer Kuppe.  Al sinds 1911 wordt hier het zweefvliegen beoefend. Er is dan ook een museum voor de zweefvliegsport. Tegenwoordig wordt er ook aan paragliding gedaan, dat eveneens toeschouwers trekt. Er is ook een Sommerrodelbahn en een Rhönbob en in winter kan men er allerlei soorten wintersport beoefenen. Tijdens de Koude Oorlog is de Wasserkuppe van strategische betekenis geweest.  De Bundes Luftwaffe had hier haar Standort. De nog aanwezige radarkoepel (op heel veel punten van verre zichtbaar) is nu in gebruik als uitzichtspunt en voor culturele evenementen georganiseerd door Radom. En – last but not least – eten kan men op deze hoogte ook.

Minder bezocht is de Kreuzberg (928 meter), een Duitse Calvarieberg met drie grote kruisen, en met een klooster, eet- en drinkgelegenheid en skilift. Ook hier overziet men grote delen van het mooie Rhönlandschap. De Dammersfeldkuppe is ongeveer even hoog, maar ligt in een afgesloten en dus niet vrij toegankelijk militair gebied van ongeveer 75 km².  Hier werd in 1938 een uitgestrekte Trupenübungsplatz ingericht, waarvoor een tiental dorpen moesten worden ontruimd. Hier ontstond een nieuw groot dorp, Neuwildflecken.

Maar er is veel nog meer te zien. Zoals een wildpark en twee moerassen, het Rotes en het Schwarzes Moor op een hoogte van 780-880 meter, samen ongeveer 300 hectare groot en door wandelpaden goed  ontsloten. En op geringe afstand van de Rhön zijn er diverse bezienswaardige steden en stadjes.

Nauwelijks buitenlanders

Wie na het bovenstaande denkt dat er behalve Duitse toeristen ook heel wat buitenlanders komen vergist zich. Toen ik er in juli 2016 enkele dagen verbleef ben ik er niet een tegengekomen. Toen ik veraf op een parkeerplaats eindelijk een Nederlands kenteken zag, bleek dat van de eigen auto te zijn. Geen wonder als veel Nederlanders nog nooit van het gebied hebben gehoord. Onbekend maakt onbemind, maar zelfs met een kort bezoek van enkele dagen kan de liefde ontstaan. Het is wel raadzaam om van tevoren de weersverwachting te raadplegen, zodat men er met mooi weer kan genieten van uitzichten, wandelmogelijkheden et cetera.