Granada

1 maart 2016
Auteurs:
Billy Gunterman
deltawerken
Voorzitter jury Glazen Globe
Dit artikel is verschenen in: geografie maart 2016
Blog: Oude kaart
stedentrip
Granada
Opinie
FOTO: RONNY SIEGEL/FLICKR

Nergens is de historische botsing tussen islam en christendom zo duidelijk zichtbaar als in Granada. Als slot van deze serie een bezoek aan deze stad in het Spaanse Andalusië, waar beide geloven memorabele resten hebben achtergelaten.

 

Op het eerste oog is er behalve de kleur groen van paleisstad Alhambra, de promenade langs de rivier de Génil en het driehoekige Triunfopark bij de Plaza de Toros slechts een vormloze verzameling bouwblokken te zien op de kaart uit 1905. Maar schijn bedriegt, de diverse stadsdelen variëren sterk. Het kwadrant links boven wordt begrensd door de noord-zuid stromende Rio Darro en de oost-west lopende Gran Via de Colón. Hier liggen de wijken Albaicín en Alcazaba Cadima bovenop de resten van het Romeinse Illiberis. Dit is het Moorse stadsdeel van Granada: huizen en stratenpatroon herinneren aan de Maghreb, een labyrint van smalle straatjes die toegang geven tot woningen rondom een binnenplaats. Wandel je op de kaart van boven naar beneden, dan loop je tevens van hoog naar laag. Steek je vervolgens de Gran Via de Colón over dan stap je pardoes in een wereld van druk verkeer en statige architectuur. Hier begint het christelijke stadsdeel. Zelden is een stedelijke overgang zó onverwacht en abrupt. Je blijft beduusd en licht ontregeld op het trottoir achter. De Gran Via de Colón is als doorbraak door de oude stad gerealiseerd tussen 1895 en 1903 om de stad toe te rusten voor 20e eeuw. De architectuur is een amalgaam van Spaanse renaissance en barok met Moorse elementen. De maatvoering is grootsteeds, zoals in veel andere Europese steden rond de eeuwwisseling.

Christelijke iconen

De Rio Darro stroomt langs het Alhambra in een fraai, diep ingesneden dal naar vlak terrein. Op het punt waar de rivier wordt overkluisd, begint de Calle de los Reijes Católicos. Op de kruising stond ooit de Mezquita Mayor, die koningin Isabel in 1523 liet vervangen door een kathedraal. Eenmaal binnen weet je niet wat je overkomt. Ook hier weer zo’n hallucinante overgang. De toegangsdeur van de kerk ligt aan een onooglijk pleintje van nog geen 50 bij 50 meter, je stapt argeloos door de deur, maar dan staar je verbijsterd naar boven: zó hoog, zó mooi, zó groot. Je realiseert je dat de beschavingswisseling van koningspaar Ferdinand van Aragón en Isabella van Castilië geen half werk was en bloedserieus moest worden genomen. Drie jaar later, in 1526, gaf koning Karel V opdracht voor een tweede ruimtelijke krachttoer: de bouw in het hart van het Moorse Alhambra van het Palacio Carlos V. Een kolossaal vierkant renaissancegebouw met een cirkelvormige rondgang binnenin, die op de kaart goed te zien is. De nieuw katholieke machthebbers spraken heldere taal: wij zijn nu de baas en van plan niet meer weg te gaan.

De kaart is een folio uit de geïllustreerde encyclopedie van de Spaanse provincies uit 1905. De stad telt dan 80.511 inwoners.

Joodse wijk

In de loop der eeuwen is de stad Granada rondom het paleiskasteel gegroeid. Het stadsdeel tussen het Alhambra en de Rio Génil is de voormalige Joodse wijk Realejo. Van oudsher was Granada bekend als de Joodse stad van Andalusië, Granada de los judicos. Op 31 maart 1492, drie maanden na de sleuteloverdracht, vaardigde het katholieke koningspaar ‘het verschrikkelijke edict’ uit en werden de Joden uit de stad verbannen. Er zijn geen sporen meer van het oorspronkelijk Joodse karakter van de wijk. Anda-lusische villa’s, los cármenes, met hun fraaie naar de straat geopende tuinen, sieren de straatwanden.

Vergezichten

De vergezichten vanaf het Alhambra zijn de grote charme van de stad. Maar ook die vanaf de overkant: het Albaicín. We logeren in het gastenverblijf van de Universiteit van Granada met de zoete naam Cármen de la Victoria. De stadsvilla ligt aan de rand van het bebouwde gebied en helt naar het Alhambra: een prachtig uitzicht. Wandel je vanuit ons verblijf naar het klooster Sacro Monte, het vierkante blokje bovenin de kaart, dan word je beloond met vergezichten op de Sierra Nevada, het Alhambra en de stad Granada zelf. Als geograaf snap je hier waarom de Moorse koningen het Alhambra als stadspaleis kozen: in de luwte van de Sierra is het hier veilig, er stroomt water uit de bergen, en in de Vegavlakte is voldoende voedsel.
 

In het hart van het Moorse Alhambra plantte de katholieke Carlos V een vierkante kolos in renaissancestijl

Behalve de excentrieke topografie zijn ook de hoogtepunten uit de Moors-christelijke bouwhistorie uniek voor Granada. Generaliserend kun je de stad ruimtelijk opdelen in het Granada van de islam in de bovenstad en het Granada van de christelijke reconquista in de benedenstad. Echter, in de bovenstad vestigden zich na het verdrijven van de Moren begin 17e eeuw christelijke families in hun fraaie cármenes en in de benedenstad staat pal achter de kathedraal een prachtige koranschool madraza, uit de Moorse tijd.

Literaire renaissance

De bijzonder topografische en culturele biografie van Granada is onze kunstzinnige medebroeders uit de 19e eeuw niet ontgaan. De ontdekker is Washington Irving met zijn in 1832 verschenen Verhalen van het Alhambra. Het boek brengt een stroom voornamelijk Franse bezoekers op de been die Granada op hun grand tour door Spanje aandoen. De Haagse elite leest op haar beurt de romantische boeken van Nederlandse passanten over het mysterieuze, donkere Spanje. Van drie boeken zijn in de afgelopen jaren goedkope herdrukken verschenen: Granada blíjft tot de verbeelding spreken. De eerste is Schetsen uit Spanje van Marcellus Emants uit 1886. De episode Granada is fascinerend om te lezen. Hij vindt de stad maar niks, ‘de straten zijn onooglijk, de winkels onaanzienlijk, de paseos onbetekenend’. Maar in het Albaicín valt hij als een blok voor de gitana’s, de zigeunerinnen, ‘wilde en bruine tevens schone en verleidelijke meisjes met uittartende blikken en schaamteloze houdingen’. Even verder: ‘de gitana die op straat haar toilet voltooit, haar goed wast, haar kinderen luist en zich als een kat in de zon behaaglijk ter ruste neervleit’.

Ook schilder Jozef Israëls is in Een reis door Spanje, niet onder de indruk van Granada, behalve misschien van het ‘spartelende water’ van de Rio Darro. Hij reist in 1894, het boek verschijnt in 1899. Het Alhambra stelt hem teleur met zijn ‘dunnen marmeren pilaartjes’ en het Palacio Carlos V vind hij een ‘historische treurigheid, een smakeloze tirannie van sommige koningen uit die tijd’. Verrassing, ook Israëls wordt door gitana’s verleid. Hij laat zich in het Albaicín meevoeren naar een dans- en drinkfestijn. ‘De wijn en het eten deden spoedig hun uitwerking, de tamboerijnen lieten zich weer horen, het is volop feest, maar als we willen gaan worden we tegengehouden door al die armen en handen [...] er was niet aan te ontkomen en wij lieten ons plunderen’.

Ook Louis Couperus reist in 1913 af naar het zuiden. In zijn ogen staat Spanje niet op hetzelfde culturele niveau als Italië en Griekenland. Maar als hij ter plekke het boek van Irving leest, ontwaakt bij hem ‘de vreemde suizing der betovering die er rond Granada hangt’. Vervolgens schrijft hij de historische roman De ongelukkige. Hoofdpersoon is de laatste Morenkoning Boabdil die zijn rijk in 1492 moet overdragen aan het katholieke koningspaar Ferdinand en Isabella.

 

BRONNEN

• Andalusië. Dominicus reisgids. 2014.
• Couperus, L. 2015. De Ongelukkige. L.J. Veen. Eerste editie 1913.
• Emants, M. 2004. Schetsen uit Spanje. Menken Kassander & Wigman Uitgevers. Eerste editie 1886.
• Heijden, C. van der 2008. Zwarte renaissance. Olympus.
• Hintzen Bohlen, B. 2000. Andalusië. Köneman.
• Irving, W. 1995. Verhalen van het Alhambra. Ediciones Miguel Sánchez. Eerste editie 1832.
• Isac, A. 2007. Historia Urbana de Granada. Los Libros de Estrella.
• Israëls, J. 1989. Een reis door Spanje. L.J. Veen. Eerste editie 1899.

 

De stadsverkenning Granada werd gemaakt van 14 tot 19 december 2014. Vlucht Amsterdam Granada met overstap Madrid met Iberia € 348, logies, ontbijt, lunch & diner € 300. Entree Alhambra € 10. Boeken en kaarten € 130. Totaal € 788.