Op expeditie met nieuwe doelen

1 februari 2015
Auteurs:
Dit artikel is verschenen in: geografie februari 2015
expedities
onderzoek
Jan Mayen
Kennis
FOTO: BERND ANDEWEG
Eerste ochtend voor anker met uitzicht op de Beerenberg. Met op de voorgrond ‘Losbåten’, een rots die aan een loodsboot doet denken. Daarachter, aan de voet van de vulkaan zal Bernd Andeweg onderzoek uitvoeren.

Het KNAG mag dan een verleden vol ontdekkings reizen en expedities hebben, tegenwoordig is het vizier
vooral gericht op de profilering van de geografi een de belangenbehartiging van het aardrijkskundeonderwijs.
Tussen al die werkzaam heden door was er afgelopen zomer toch iets dat op een expeditie leek.

 

Vierhonderd jaar geleden ontdekten Nederlanders het eiland Jan Mayen in de Noord-Atlantische Oceaan. Mede om dat te herdenken, zette Zr. Ms. Zeeland van de Koninklijke Marine aflopen zomer koers naar het eiland om een wetenschappelijke expeditie te faciliteren en de mountainleaders van het Korps Mariniers te laten oefenen in extreem terrein. Het KNAG werd uitgenodigd mee te varen.

Het was niet de eerste keer dat het KNAG voet op Jan Mayen zou zetten. In 1912 liet het genootschap een gedenksteen maken die door de bemanning van Hr. Ms. Nautilus in aanwezigheid van de vertegenwoordiger van het KNAG, de heer Sibinga Mulder, in 1930 aan land werd gebracht. De steen is ter nagedachtenis van zeven omgekomen Nederlanders die in 1633-1634 een poging deden te overwinteren op Jan Mayen, en om de herinnering te bewaren aan de Nederlandse aanwezigheid in het Arctisch gebied. Na meer dan 80 jaar in weer en wind aan de kust van de Walrusbaai was het granieten monument aan restauratie toe. Ook daarom was het logisch dat de Koninklijke Marine met de plannen voor de expeditie aanklopte bij het KNAG. Het KNAGteam dat aan boord ging, bestond uit aardwetenschapper Bernd Andeweg, aardrijkskundedocent Jeroen Rijlaarsdam en KNAGdirecteur Eelko Postma.

Woensdag 13 augustus wordt in Den Helder de valreep ingehaald en vertrekt het schip noordwaarts. De eerste contouren van Jan Mayen worden zaterdag 16 augustus in de vroege ochtend zichtbaar. Niemand wil dit missen en met z’n allen staan we er vrij stil naar te kijken. Eindelijk, raadselachtig, adembenemend.

Wat een avontuur beleven we de vijf dagen daarna! Eerst gaan Erik Verheul (initiatiefnemer van de expeditie) en ik naar de Walrugbaai (onderdeel Noordbaai) om de gedenksteen terug te vinden. Erik is ook de restaurateur van de gedenksteen en ik kan hem die dag helpen met het opzetten van een schuiltent en het schuren van het oppervlak. Graniet is weliswaar zeer hard, maar niet overal. Daarom is het oppervlak zeer ongelijkmatig aangetast en vallen de oorspronkelijke letters niet meer op tussen de kuilen. Het vlakken van de steen moet de letters weer leesbaar maken. Daarna zal Erik met een beitel en klopper de tekst weer op diepte brengen. Mooi ambachtelijk restauratiewerk.
 

FOTO: FRITS STEENHUISEN
Spectaculaire tocht met Zodiacs door de branding en een overstap in de supersnelle FRISC, die zo het schip invaart.

Echt koud is het met 5° Celsius niet, maar de lucht blijft polair. Je moet in beweging te blijven, zeker wanneer het begint te waaien. Het schuren van de steen warmt ons gelukkig op. Na een goede nacht met wintermuts op in slaapzak en tent vertrek ik met de voormalige commandant van het eiland en huidige Noorse verbindingsofficier van onze expeditie met de terreinwagen richting de Beerenberg.

We zijn op weg om contact te maken met de andere twee leden van het KNAG-team, Bernd en Jeroen. Bernd leidt het aardwetenschappelijke onderzoek en Jeroen ontwikkelt lesmateriaal over Jan Mayen voor gebruik op de scholen in Nederland. Ze bivakkeren in een maanlandschap en ik zet mijn tent ernaast. Die ochtend hebben zij na een steile klim met veel los materiaal al twee kwikmeters geplaatst bij gaten op de rand van de Eggøya, waar nog warme vulkaandamp uitkomt, fumarolen. Diezelfde dag nog gaan we op zoek naar een verscholen meer hogerop. Zes uur later vinden we het na een wondermooie tocht. Bij het meer en onderweg nemen we sedimentmonsters en maken opnamen voor uitleg aan leerlingen. We verkennen op een richel een doorsteek naar ons bivak, die ons veel tijd kan besparen. We wagen het erop en het lukt. Zonder het in de gaten te hebben, is het inmiddels middennacht geworden, het is immers 24/7 licht. De volgende ochtend begroeten wij de mountainleaders die ons passeren bij terugkomst van de top van de Beerenberg. Bernd doet deze dag metingen want hij vermoedt activiteit in een breuklijn ontdekt te hebben en vindt daarvoor inderdaad nog meer aanwijzingen. Jeroen en ik klimmen ondertussen naar een gebied met lavatubes om het ontstaan ervan op film vast te leggen.

Dat het al middernacht is, beseffen we niet. Het is immers 24/7 licht

Bernd besluit vanwege zijn ontdekking in dit gebied te blijven om ook metingen in het verlengde van de breuk te doen in de hoop zijn theorie te staven. Jeroen en ik keren die middag terug naar het schip, een spectaculaire tocht met Zodiacs door de branding en een overstap in de supersnelle (maximaal 45 knopen, ongeveer 80 km/u) FRISC, die zo het schip invaart. De dag daarna worden Jeroen en ik samen met andere onderzoekers bij de zuidpunt van het eiland op het strand afgezet. Hier komt bijna nooit iemand. Even later zakken we tot onze kuiten weg in het mos en dwalen we tussen verweerde lava. De natuur is hier betoverend. Van boven zien we een aantal kraters en prachtige voorbeelden van dal- en riviervorming om ons heen, die we ook weer vastleggen. ’s Avonds lukt het de mariniers ons vanaf de rotsen op te pikken. Opnieuw een belevenis.

De laatste dag op Jan Mayen bezoeken Jeroen en ik het weerstation. Wij horen dat de meteorologische waarnemingen hier uitermate belangrijk zijn voor de Europese weersverwachtingen. Met de westelijke stromingen is het weer op Jan Mayen een zeer informatieve voorbode voor Europa. Een andere bijzonderheid is dat de Beerenberg als enige obstakel in de grote leegte kan leiden tot draaikolken in de atmosfeer, de zogenoemde Karmanvortex. Interessant lesmateriaal voor het voortgezet onderwijs wanneer lucht- en zeestromen worden behandeld (Geografie januari 2014).

Multidisciplinair onderzoek

Aan de expeditie naar Jan Mayen nemen behalve Bernd Andeweg nog veel meer wetenschappers deel. Ze verzamelen enorme hoeveelheden data. Voortdurend komen op basis van de gegevens weer nieuwe vragen boven drijven. Waarom zijn er meer dwergvinvissen en orka’s in het gebied dan butskoppen? Zijn grote jagers dominant geworden op Jan Mayen en waarom is dat zo? Wat is de werking van de wind op de mossen? Is het ijs blijvend minder? Klopt het dat de breuken op Jan Mayen nog steeds actief zijn? Is in oudere afzettingen te zien dat lagen worden verzet? Zijn er aanwijzingen voor recente beweging? En wordt dit bevestigd door de samenstelling van gestold magma dat direct uit de diepe aarde komt? Waarom zijn er geen sporen van traanovens in de Walrusbaai terug te vinden, die daar zeker gestaan hebben? Is de kustlijn opgeschoven of liggen ze onder het sediment en hoe snel gaat dit proces? Moet de gedenksteen daarom niet nu al verplaatst worden?

’s Avonds, tijdens de presentaties, wordt er volop overlegd. Niet alleen binnen de wetenschappelijke teams, maar ook tussen de verschillende disciplines en met de filmploeg, de bemanning en de mariniers. Iedereen draagt feiten, ideeën en theorieën aan. Een interessante en verrassende kennisdeling en -uitwisseling. Het eiland verbindt alle deelnemers aan de expeditie.

Gedenksteen

Aan het eind van de expeditie wordt de gerestaureerde gedenksteen van zijn oude plek gehaald. Door de erosie zal hij daar uiteindelijk in de golven verdwijnen. Met de bemanning van Zr. Ms. Zeeland, de mountainleaders van het Korps Mariniers en Noorse hulp wordt de 500 kg zware steen verplaatst en krijgt deze een nieuwe, passender, plek bij de graven van de Nederlanders, die ook veel beter toegankelijk is. Daar wordt de gerestaureerde steen op 20 augustus 2014 ceremonieel onthuld, net als in 1930.

FOTO: SUSAN BARR
Met hulp van de bemanning van de Zr. Ms. Zeeland en de mountainleaders van het Korps Mariniers wordt de 500 kilo zware gedenksteen van zijn plek gehaald.
FOTO: LOUWRENS HACQUEBORD
Ceremoniële onthulling van de gerestaureerde gedenksteen op zijn nieuwe plek in de Walrusbaai, iets verder landinwaarts, in 2014.