Op zoek naar verre vrienden - de buitenlandpolitiek van Turkije

1 maart 2016
Auteurs:
Dit artikel is verschenen in: geografie maart 2016
geopolitiek
Turkije
Kennis
turkije
FOTO: FABIO SOLA PENNA/FLICKR
Syrisch vluchtelingenkamp in Cappadocië, Turkije

Nu de relaties met veel landen in de regio zijn verslechterd, komt het Turkije goed uit dat de EU de banden wil aanhalen in de zoektocht naar een oplossing voor de vluchtelingenstroom naar Europa.

 

Terwijl president Erdoğan bij zijn Saoedi-Arabische bondgenoten langsgaat en op de terugweg zegt de banden met Israël te willen herstellen, is premier Davutoğlu op bezoek in de Servië. Turkije lijkt naarstig op zoek naar vrienden, want de laatste jaren zijn de relaties met een groot aantal landen in de regio bekoeld. De sinds 2002 regerende AK-partij ging van start met een beleid van ‘geen problemen met onze buren’, maar na ruim dertien jaar aan de macht lijkt het tegenovergestelde het geval. De relaties met Rusland, Syrië, Iran, Irak, Israël en Egypte zijn vooral verslechterd. In dit isolement komt de toenadering door de EU en vooral Duitsland als geroepen.

Israël 

Turkijes relatie met Israël was traditioneel erg goed, maar werd ronduit slecht na de boze uitingen van Erdoğan tegen president Perez op het Wereldforum in Davos in 2009, en de Israëlische aanval op het Turkse schip Mavi Marmara, dat onderweg was naar Gaza, in 2010. Inmiddels heeft premier Netanyahu namens Israël zijn excuses aangeboden voor het gebruikte geweld en wordt er onderhandeld over vergoedingen voor de slachtoffers en nabestaanden. Daarmee wordt gewerkt aan twee van de drie Turkse voorwaarden voor herstel van de banden. De derde, vrije toegang tot Gaza, lijkt echter nog ver weg. Toch gaf president Erdoğan al te kennen dat er een volgende stap gezet kan worden in de toenadering. Universitair docent Soli Özel verklaart dit uit het regionale isolement waarin beide landen zich in bevinden. ‘Alones coming together.’ Bovendien ziet zowel Israël als Turkije een bedreiging in het feit dat Iran een dominante machtsfactor in de regio wil zijn.

Egypte

De banden met Egypte zijn sterk verslechterd vanaf het moment dat generaal Sisi een staatsgreep pleegde om de gekozen president Morsi af te zetten. De regering-Erdoğan veroordeelde de coup in de scherpste bewoordingen en bleef de Egyptische Moslimbroeders steunen. Ideologisch zijn Erdoğans AK-partij en de Moslimbroeders dan ook verwante bewegingen.

Beide landen trokken daarop hun ambassadeurs terug en zegden allerlei geplande samenwerkingsprojecten af. Sindsdien zijn de relaties tussen de regeringsleiders ijzig. 

De steunbetuigingen van Erdoğan aan de Moslimbroeders vielen trouwens ook slecht bij Saoedi-Arabië en de Golfstaten, die in deze beweging een bedreiging zien voor hun regimes.

Syrië

De Syrische burgeroorlog is momenteel het grootste thema in de Turkse buitenlandse politiek. Dat heeft consequenties voor Turkijes relaties met vele andere landen in en buiten de regio.

turkije
FOTO: CAROLINE GLUCK EU/ECHO
Medische hulp in het kamp voor Syrische vluchtelingen dat de Turkse overheid heeft ingericht in een kostschool, met steun van hulporganisaties uit de EU.

Allereerst is daar Assad. De relaties waren wisselend, maar zijn sinds de Arabische Lente op een nieuw dieptepunt beland. Turkije veroordeelde het geweld waarmee Assad de demonstraties liet neerslaan, en gaf aan dat er voor hem geen plek is in een oplossing van het conflict in Syrië. Deze opstelling schaadt ook Turkijes relatie met Assads bondgenoten, Iran en Rusland.

Ten tweede ziet de regering-Erdoğan met argwaan hoe de bewapening en slagvaardigheid van de Koerden in Syrië groeien, en daarmee hun autonomie en invloed in de regio. De grote angst van de Turkse regering is dat dit de Koerden in eigen land inspireert in hun strijd voor meer zeggenschap. Bovendien zou de consolidatie van de positie van de Syrische YPG aan de andere kant van de grens de gewapende Turks Koerdische Arbeiderspartij (PKK) een nieuwe uitvalsbasis kunnen verschaffen. Nu de strijd tussen de PKK en het Turkse leger is opgelaaid, is een dergelijk scenario voor de huidige regering onacceptabel. Ze dringt er internationaal dan ook op aan de YPG als een terroristische organisatie te bestempelen. Dat brengt Turkije echter in de problemen met de Verenigde Staten, Frankrijk en andere NAVObondgenoten, die de YPG beschouwen als een van de weinige strijdende partijen die – met buitenlandse luchtsteun – ISIS op de grond zouden aankunnen.

Derde speerpunt van beleid zijn de soennitische rebellen in Syrië. Meerdere bronnen bevestigen dat Turkije samen met Saoedi-Arabië zowel logistieke als materiële steun heeft gegeven aan islamistische rebellengroepen als Jabhat al-Nusra en Ahrar al-Sham. Dit maakt Turkijes strijd tegen moslimextremisme ongeloofwaardig en levert spanningen op met Iran, de VS en Europese bondgenoten.

Turkse bijval ondervindt ook een kleine groep Turkmenen in Noord-Syrië, die met eigen milities strijden tegen het Assadregime en tegen de YPG. Bij nationalistische groepen in Turkije leeft een gevoel van verwantschap met hen op basis van een gedeelde taal en etniciteit. En zo vecht een kleine groep Turkse nationalisten in deze milities mee. Erdoğan heeft aangegeven deze Turkmenen met hulpgoederen te steunen.
 
Tot slot verblijven er op dit moment ruim 2,5 miljoen Syrische vluchtelingen in Turkije. Hoewel het om veel grotere aantallen gaat dan in ‘de Europese migratiecrisis’, besteden de Turkse media en politiek nauwelijks aandacht aan hun komst. De AKP-regering heeft vanaf het begin benadrukt dat het om tijdelijke migratie gaat en de Syriërs als gasten omschreven, aldus Deniz Şenol Sert, hoofd van de afdeling Internationale Betrekkingen aan de Özyeǧin Universiteit. Het opendeurbeleid voor Syrische vluchtelingen kreeg brede steun, omdat het aansloot bij de gastvrijheid die deel is van de Turkse nationale trots. De oppositiepartijen gingen mee in deze retoriek, waardoor de vluchtelingen tijdens de parlementsverkiezingen van november 2015 geen belangrijk discussiethema werden. Sinds een Syriër op 12 januari 2015 een aanslag pleegde in Istanbul, is de ongerustheid wel toegenomen en zijn de regelingen om Turkije binnen te komen verscherpt. Het thema van de Syrische vluchtelingen maakt Turkije een onmisbare partner voor de EU bij het vinden van een oplossing van de EU-vluchtelingencrisis. 

Irak

Turkijes relatie met de centrale regering van Irak is ambivalent. Ze ziet de toenemende invloed van Iran in Bagdad met lede ogen aan en probeert tegendruk te organiseren. Zo heeft Turkije een militaire basis in het hart van soennitisch Irak nabij Mosul, waar strijders trainen om die stad op ISIS terug te veroveren. Afgelopen december stuurde Turkije onaangekondigd troepen naar de legerbasis, naar eigen zeggen om de trainingsmissie te beschermen. De Iraakse regering reageerde fel en drong er bij Turkije, de VS en de VN op aan die troepen onmiddellijk terug te trekken. Aanvankelijk weigerde Erdoğan dit, maar haalde onder internationale politieke druk bakzeil. Het verslechterde de relatie met Bagdad en leidde tot irritatie bij de VS.  

Tegelijkertijd onderhoudt Erdoğan overwegend goede politieke en economische banden met Barzani, de president van de de facto autonome Koerdische regio in het noordoosten van Irak, de KRG. Het geld dat de Koerden daar verdienen met de export van lokaal gewonnen olie richting Turkije, gaat naar Turkse bouwbedrijven die er complete stadswijken uit de grond stampen. Dat Erdoğan wel goede banden onderhoudt met de Iraakse Koerden maar niet met de Syrische, ligt vooral aan de ideologische verschillen. De Koerdische YPG in Syrië is nauw verwant met de PKK in een socialistische ideologie; de leidende partij in de Iraaks Koerdische regio deelt de soennitisch conservatieve inslag van Erdoğan.

Rusland

Tot oktober 2015 bloeide de politieke en economische samenwerking met Rusland. Ondanks politieke spanningen over Turkse invloed op de Kaukasus en in de Turkssprekende voormalige Sovjetrepublieken in Centraal Azië, vond er toenadering plaats, vooral in economische zin, door de levering van Russisch aardgas en de toenemende stroom Russische toeristen naar de Turkse zuidkust.

erdogan en poetin
FOTO: WIKIPEDIA
Turkse president Erdoğan en de Russische president Poetin

Maar vanaf het moment dat Rusland Assads regime in Syrië met luchtmacht ging steunen, verslechterde de relatie snel, met als voorlopig dieptepunt het neerhalen van een Russisch jachtvliegtuig door Turkije in november 2015, nadat dit 17 seconden in het Turkse luchtruim had gevlogen. Poetin reageerde met sterke retoriek, een handelsboycot van een aantal Turkse producten en beperking van het Russisch toerisme naar Turkije.

Turkijes invloed in Syrië is daardoor afgenomen: de groepen die Turkije steunt – de Turkmenen, Al Nusra en anderen – worden zwaar gebombardeerd door de Russen. Poetin wil Turkije ook zo min mogelijk betrekken bij de onderhandelingen over een oplossing in Syrië. Eventueel militair ingrijpen van Turkije in Syrië is van de baan, want het Turkse leger zou direct tegenover de Russen komen te staan. 

Verder hebben de verslechterde relaties vooral zware gevolgen voor de Turkse economie, met name in het toerisme.

Iran

De Turkse banden met Iran zijn dubbelzinnig en verslechteren op dit moment. De wederzijdse economische belangen namen sterk toe vanaf het moment dat de AK-partij in Turkije aan de macht kwam. Er was ook sprake van politieke toenadering. Totdat de burgeroorlog in Syrië uitbrak. Turkije en Iran staan inmiddels lijnrecht tegenover elkaar in hun Syriëbeleid. Terwijl Turkije soennitische rebellen bewapent, levert Iran militaire en financiële steun aan Assad. Teheran wil de sjiitische as Iran – Assad – Hezbollah om geopolitieke redenen behouden, terwijl Ankara vooral kansen ziet in een post-Assad soennitisch geleid Syrië.

De officiële staatsbezoeken in de laatste twee maanden van de Turkse president en premier aan Saoedi-Arabië, en het verder aanhalen van die relaties komen op een moment van toenemende vijandschap tussen Riyad en Teheran. Daarmee lijkt Erdoğan ervoor te kiezen zich verder af te keren van Iran.

Europese Unie

In deze context van verslechterende relaties met veel landen in de regio hebben de banden van Turkije met de EU weer meer belang gekregen. Zeker nu de EU, met Merkel voorop, Turkije probeert te betrekken in een kortetermijnoplossing van Europa’s vluchtelingen-crisis. Juist omdat de Syrische vluchtelingen in Turkije ondanks de enorme aantallen nauwelijks een binnenlands politiek thema zijn, heeft de regering-Erdoğan hier op nationaal niveau speelruimte en op internationaal niveau politiek wisselgeld dat ze kan gebruiken in de relaties met de EU. Zo wordt er nu onderhandeld over een uitbreiding van de douane-unie tussen Turkije en de EU, waarmee de omvang van de Turkse handel met de EU zou kunnen verdubbelen tot 300 miljard dollar per jaar.

Ook in het kader van terrorismebestrijding zoekt de EU samenwerking met Turkije. De regering-Erdoğan veegt het terrorisme van ISIS echter consequent op een hoop met dat van de PKK. Zo sprak premier Davutoglu na de aanslag van ISIS in Ankara afgelopen oktober van de terror cocktail: ‘Terroristische organisaties drinken allemaal uit hetzelfde glas’. President Erdoğan beweerde later dat aartsvijanden ISIS, PKK en de Syrische geheime dienst de aanslag samen hadden beraamd. Deze tendens om de PKK van alle terreur te beschuldigen, loopt in de pas met de berichtgeving in de pro-AKP-media. Daarin worden de aan slagen door de PKK op Turkse soldaten en politieagenten in het zuidoosten van Turkije dagelijks breed uitgemeten. Terwijl na elke aanslag door ISIS in Turkije een gerechtelijke zwijgplicht aan alle media wordt opgelegd. 

turkije
FOTO: EOGHAN OLIONNAIN/FLICKR
PKK vlag in Brussel

De nadruk van het Erdoğan-regime op de PKK als belangrijkste terroristische bedreiging vindt zijn weerslag in de manier waarop Turkije de strijd tegen het terrorisme vanaf de zomer van 2015 aanpakte, toen het land onder internationale druk lid werd van de anti-ISIS-coalitie. De Turkse luchtaanvallen hadden slechts zelden ISIS en veel vaker de PKK tot doel. 

Het verschil in prioriteiten leidt tot verwarring bij de EU en zorgen over mensenrechtenschendingen in de brute strijd in het zuidoosten van Turkije. Maar deze en andere Europese bezwaren tegen toenadering van de EU tot Turkije, zoals bedreiging van vrijheid van meningsuiting en van pers, verdwijnen naar de achtergrond doordat de EU Turkije hard nodig heeft bij het oplossen van de Europese vluchtelingencrisis.

Pragmatiek

Het buitenlands beleid van Turkije lijkt de afgelopen jaren vooral in het teken te hebben gestaan van het steunen van religieus gelijkgestemden. Dat leidde echter tot een verlies aan politieke en militaire invloed en economische schade, mede door de soms weinig subtiele manier waarop het beleid werd uitgevoerd.

Met de toenadering tot Israël en de EU lijkt religieuze ideologie niet meer de enige beweegreden voor keuzes in de buitenlandse politiek, en lijken de Turkse regeringsleiders te beseff en dat het roer om moet. De meeste experts denken echter dat er eerder sprake is van een pragmatische verschuiving van de aandacht door omstandigheden, dan van een omwenteling in het denken. 

 

Joost Penninx is docent aardrijkskunde, reisbegeleider en stadsgids. Op het moment woont en werkt hij in Istanbul. In het januarinummer van Geografie schreef hij over de Turkse parlementsverkiezingen in november.