GeoWeek 2014: onder de grond

1 juni 2014
Auteurs:
Ronald Kranenburg
hoofdredacteur Geografie, KNAG
Dit artikel is verschenen in: geografie juni 2014
GeoWeek
onderwijs
Nederland
Nieuws
geoweek
FOTO: ANDREA JANSEN
Met professionals van het Hoogheemraadschap Rijnland op expeditie rond de Reeuwijkse Plassen.

In de GeoWeek 2014 waren vierduizend leerlingen op expeditie. Tweehonderd gingen aan de slag met laagjes. Tijdens de expeditie Onder de grond op het Domplein en in het Universiteitsmuseum leerden ze wat de overeenkomst is tussen spekkoek, archeologische vondsten, jaarringen van bomen, en boorkernen uit het Kromme Rijngebied. Leerzaam en leuk.

 

Een beetje uitgelaten hangt een halve klas rond op het Domplein. Terwijl de rest met de docent eerst naar het Universiteitsmuseum is vertrokken, start deze GeoWeek-expeditie bij Initiatief Domplein. Het is de pilot van Onder de grond, een nieuwe expeditie die 2000 jaar geschiedenis van het Domplein combineert met het verhaal over de geologie langs de Kromme Rijn.

Doordat er nog hard gewerkt wordt aan DOM-under, het nieuwe ondergrondse publiekscentrum tussen de Domkerk en de Domtoren, bekijken de leerlingen een introductiefilm over de geschiedenis van het plein in de middeleeuwse kelders van het Utrechts Centrum voor de Kunsten. Daarna gaan ze met een gids naar buiten. Die vertelt honderduit over het Romeinse Castellum. Van de afmetingen en exacte locatie tot de reden waarom het hier lag. Hierbij komt geologie om de hoek kijken. Verbindend element met het meer geografische gedeelte van de expeditie later op de dag in het Universiteitsmuseum is de opstapeling van archeologische vondsten in lagen van de zelfde ouderdom.

De leerlingen vinden het wel spannend om te horen wat er allemaal is gebeurd op het Domplein. Al zal een basisschoolleerling later in de evaluatie aangeven dat de ‘vlammenwerpers’ van de dakdekkers het hoogtepunt vormden.

Na een wandeling van zo’n 10 minuten komen de leerlingen aan bij het Universiteitsmuseum. Daar valt meteen de wisseling van toon op. Na een bedreven gids boordevol verhalen staan er nu opeens bevlogen wetenschappers voor de groep, die de leerlingen gelijk aan het werk zetten. Zonder al te veel inleiding krijgen ze van de fysisch geografen Tim Schuring en Karlijn Smits een stuk spekkoek en een rietje voorgeschoteld om te illustreren hoe een grondboring werkt. Eenvoudiger gaat het niet en het principe is de leerlingen ook meteen volkomen duidelijk. En ja, na afloop mogen ze de spekkoek opeten. Daarna is het tijd voor het echte werk. Voor elk groepje van vier leerlingen liggen er segmenten van twee boringen klaar. Een van dicht bij de rivier, de ander van iets verder weg. De leerlingen mogen voelen, ruiken en proeven om te determineren wat ze nu eigenlijk voor zich hebben liggen. Wat zal de bovenkant van de boring zijn? Is het zand of klei? Zijn er plantenresten te zien? Per groepje mogen de leerlingen hun bevindingen presenteren, waarna Tim het samenvat en op de kaart de boringen aanwijst. En passant geeft hij uitleg over korrelgrootte en stroomsnelheid, en de sortering van fijn en grof materiaal: aanschouwelijk gemaakt met twee formaten paaseieren.

geoweek
FOTO: RONALD KRANENBURG
Leerlingen tijdens de expeditie op het Domplein.

De werking van de rivier is duidelijk en Tim duikt nog iets dieper de ondergrond in. Zandsteen en oliemoedergesteente gaan rond. Het laatste is eerst verhit met een aansteker. ‘Ruik je hoe het stinkt, wat is dat denken jullie?’ Steeds een stukje theorie met een proefje. Is de ruimte tussen netjes geordende zandkorrels groter of juist kleiner? Waar past meer vloeistof in? In een pot met keurig gerangschikte knikkers of in een waarin deze lukraak door elkaar zijn gemengd? In wat voor soort afzetting kan dan de meeste olie zitten? Als de spekkoek op is en de leerlingen naar buiten gaan, hebben ze de eerste beginselen voor de winning van olie en gas onder de knie.

Vervolg pilot

Al met al is de pilot van Onder de grond geslaagd te noemen. Iedereen heeft het deze ochtend naar zijn zin gehad. Voor de leerlingen was dat nog niet zo vanzelfsprekend. Een van hen biecht op ‘dat het zo leuk was, terwijl iedereen vooraf zo negatief was’. En ze hebben er nog iets van opgestoken ook. Al is het lastig in te schatten of de leerling die noteerde ‘dat de grond onder ons veel ouder is dan ik dacht’ verwees naar die tweeduizend jaar op het Domplein of de geologische geschiedenis.

Het Universiteitsmusem is bezig om het programma te verfijnen en duidelijker aan te laten sluiten op het bezoek aan het Domplein. Nu DOM-under gereed is, kan snel een definitief programma aan scholen worden aangeboden. Deze kunnen in hun voorbereiding gebruik maken van het interactieve aardrijkskundeboek Onder de grond van Lijn43 en NEMO Uitgeverij. In Geografie januari 2014 berichtten we al over dit gratis te downloaden iBook. De eerste drie hoofdstukken behandelen de geologische geschiedenis van Nederland, de biodiversiteit van de bovenste bodemlagen en wat er allemaal komt kijken bij ondergronds bouwen. Naast tekst en foto’s bevat Onder de grond tientallen filmpjes, animaties, kaarten, infographics en 3D-modellen. Speciaal voor de expeditie in de GeoWeek 2014 is het iBook uitgebreid met een deel over archeologie. Ook ontwikkelden de makers leuke praktijklessen bij het boek waarmee docenten en leerkrachten hun klassen vooraf kunnen voorbereiden. Gratis te downloaden op lijn43.nl/projecten/aardrijkskunde-op-de-ipad.

www.initiatiefdomplein.nl
www.universiteitsmuseum.nl

 

De GeoWeek wordt financieel mogelijk gemaakt door het Expertisenetwerk Bodem en Ondergrond (ENBO), het KNAG, het ministerie van Infrastructuur en Milieu, de Unie van Waterschappen en EBN.
 

GeoWeek

Tijdens de GeoWeek maken leerlingen van 10-15 jaar in de eigen omgeving kennis met de ‘geo’-beroepspraktijk. Bedrijven, wetenschappers en overheden zetten hun deuren open voor leerlingen, geven een gastles in de klas of organiseren veldwerk op locatie. In de afgelopen editie van 7 t/m 11 april ontdekten ruim 4000 leerlingen bij 47 organisaties bijvoorbeeld hoe je een grondboring doet, hoe je zelf een digitale kaart kunt maken of hoe je een watermonster neemt. Door zelf aan de slag te gaan, ontdekken leerlingen de leuke en technische kanten van het vak aardrijkskunde. De leerlingen doen op een heel aansprekende manier waardevolle kennis op, en de beroepspraktijk kan hen de toekomstmogelijkheden in de geosector laten zien. Voor leerlingen en docenten een unieke leerzame ervaring in en buiten de klas. 
Door het hele land werden expedities aangeboden. Een greep uit het programma.

  • In Heereveen nodigde organisatie A.P. van den Berg voor het eerst een schoolklas uit om het bedrijf te bezoeken. Met geavanceerde apparatuur bepaalden de leerlingen zelf de weerstand van de bodem en ontdekten de gevolgen van de grondsoort voor de bouw van huizen, wegen en dijken.
  • De landmeters van het Kadaster bezochten drie basisscholen. Met GPS-apparaten werden er verstopte knikkers in het gras gevonden en met de tachymeter hoogtes en breedtes gemeten van gebouwen in de buurt. Reactie van een leerling: ‘Echt keivet, wat kost zo’n stok?’
  • In Reeuwijk liet een groep 8 zich niet weerhouden door de stromende regen en ging met waterprofessionals van het Hoogheemraadschap van Rijnland in een bootje de Reeuwijkse Plassen op. Via drie opdrachten leerden de kinderen over natuurvriendelijke oevers, over een doseerinstallatie die kleine beetjes ijzerchloride aan het water toevoegt, en over de helderheid van het water.
  • Een van de populairste expedities dit jaar was van Provincie Zeeland. Die heeft tot nu toe aan alle (acht) GeoWeek-edities meegedaan en dit jaar was de hele week volgeboekt. 275 leerlingen weten nu alles over de bodemopbouw van de provincie. Niet alleen kregen zij een gastles in de klas, ze mochten onder leiding van een bodemadviseur ook zelf grondboren.
  • Bijzonder was ook de gastles van nieuwkomer GISwijzer. Een GIS-professional reisde tijdens de GeoWeek het hele land door om leerlingen in groep 7 en 8 zelfstandig opdrachten te laten uit voeren met het digitale programma. Docenten waren net zo enthousiast als hun leerlingen over de mogelijkheden die GIS biedt en willen ook buiten de GeoWeek hiermee aan de slag gaan.