Een nieuwe serie van frank van Dam waarin hij de diversiteit van fietslandschappen belicht.
Frank van Dam over de tweestrijd in zijn hoofd. Is hij een stedeling of een kluizenaar? Mopperaar of relativerende optimist?
Frank van Dam over hoe je hersenen op de automatische piloot fungeren en hoe moeilijk dat er uit te krijgen is.
Elke stad kent zijn lelijke gebouwen. Gebouwen waarvan je je afvraagt hoe en door wie ze ooit verzonnen zijn
Frank van Dam bekijkt wat er nog over is van de Haagse Marathon, de disco die zijn hoogtepunt beleefde in de jaren '70 en '80. Het gebouw staat er sinds 2006 troosteloos bij, maar de herinneringen blijven.
Frank van Dam begrijpt niet waarom middelbare scholen zo vroeg in de ochtend al beginnen met hun lessen. Hij pleit voor een latere start, en heeft daar een paar goede redenen voor.
Frank van Dam vraagt zich af waarom er zo weinig zonnepanelen te zien zijn in wijken waar je ze juist verwacht: die waar mensen met een goede bankrekening wonen.
Na decennia van vestigingsoverschotten en bevolkingsgroei lijken de voormalige groeikernen in een nieuwe fase beland. De in- en uitstroom zijn nu even groot, er is vergrijzing en er lijkt sprake van een sociaaleconomische uitsortering van huishoudens. Daarmee is de verhouding tussen de groeikernen en de centrale steden fundamenteel veranderd. Wat is het perspectief?
Vroeger was een fiets een fiets. Dat is niet meer zo. De stedelijke en landelijke fietspaden worden tegenwoordig bereden door elektrische fietsen, bakfietsen met kinderen, transportfietsen met kratten, fixies met hipster-koeriers. Als eigenaar van een gewone huis-tuin-en-keukenfiets met drie versnellingen voelt Frank van Dam zich inmiddels een beetje een sukkel.
Frank van Dam uit zijn recalcitrantie over elektrische auto's: wie echt om het milieu geeft stopt met autorijden en neemt de fiets en de trein.