In 2012 ontleedde Joris Schapendonk in Geografie de uiteenlopende roots en routes van migranten naar Europa, en schetste de al even verschillende verhalen erachter. In dit artikel tracht hij de maatschappelijke en beleidsmatige verwarring over de hedendaagse migranten te ontrafelen en schetst hij handvatten voor beleid.
Docenten staan positief tegenover veldwerk, maar vooral door tijdgebrek komt het er vaak niet van. Hoe kun je veldwerk beter integreren in de lespraktijk? Met dit scenario voor kleinschalig veldwerk buiten schooltijd lukt het misschien wél.
Politiek geograaf Henk van Houtum laakt het falende grensbeleid van de Europese Unie. Bij gebrek van een duidelijke visie wordt over de rug van vluchtelingen een schimmig geografisch schaakspel gespeeld. Het is vijf voor twaalf voor een ander beleid.
Wat doe je als de sectie niet goed loopt of als je een eenpersoonssectie vormt? Als je op de hoogte wilt blijven van ontwikkelingen binnen je schoolvak en ook eens ideeën uit andere scholen wilt horen? Sluit je aan bij een vakdidactisch netwerk.
De Europese Unie en haar lidstaten hebben grote moeite de toestroom van vluchtelingen in goede banen te leiden. De al verzwakte territorialiteit van de lidstaten wordt zo verder op de proef gesteld en de contouren van een nieuwe staat – de Verenigde Staten van Europa – tekenen zich af. Net zo territoriaal als de lidstaten zelf ooit waren.
‘Netwerken in je eigen vak’, zoals Uwe Krause en Hans Palings in dit nummer beschrijven, doen docenten ook in zogenoemde professionele leergemeenschappen. Dat levert een hoop ervaringen en mooi lesmateriaal op.
De afgelopen tien jaar is het aantal grootschalige transnationale landdeals sterk toegenomen. Er wordt zelfs gesproken van een global land rush. Veelal zijn het arealen tussen de 10.000 en 200.000 hectare. Volgens een schatting van de Wereldbank zou het alleen al tussen 2008 en 2010 gaan om 45 miljoen hectare.
De laatste zwakke schakel in de Nederlandse kustverdediging, de Hondsbossche en Pettemer Zeewering, is in drie jaar versterkt met zand, duinen en strand. In Geografie februari 2013 schreef Hans de Jong over de argumenten pro en contra. Het project Kust op Kracht is nu voltooid – wat zijn de eerste bevindingen?
Hoe bereid je leerlingen zo goed mogelijk voor op de samenleving en de arbeidsmarkt? Het draait niet alleen om 21e -eeuwse vaardigheden, maar ook om kennis (leren) construeren en met open vizier nadenken over de toekomst. Aardrijkskunde kan daarin het voortouw nemen.
Eind vorig jaar startte #onderwijs2032 om te bepalen wat jongeren moeten leren om optimaal te functioneren in de samenleving van de toekomst. Aardrijkskunde kan hen een reële kijk bieden op de wereld, nu en in de toekomst. Dat vergt allereerst inzicht in het beeld dat kinderen hebben van de toekomst – voor zichzelf en hun omgeving.