Kaarten werden vroeger gedrukt van koperplaten, waarin de lijnen en letters waren gegraveerd en/of geëtst. Een van de voordelen van dit procedé was dat de graveur na verloop van tijd wijzigingen in de plaat kon aanbrengen. De kaart van Gelderland van Frederick de Wit uit de 2e helft van de 17e eeuw is maar liefst negenmaal gewijzigd, zodat er tien verschillende ‘staten’ van die kaart zijn.
In het westen van Nederland zijn vanaf begin 17e eeuw enorm veel meren, meertjes, rivier- en zeearmen ingepolderd. Voor de meeste van deze droogmakerijen zijn kaarten vervaardigd: planningskaarten, technische kaarten voor de uitvoering van de droogmaking en kaarten met de beoogde perceelsgrenzen om investeerders aan te trekken. In het dit jaar verschenen boek Polderkaarten van Wim Renkema, Marc Hameleers en Peter van der Krogt zijn honderden van deze kaarten beschreven en afgebeeld. Om het boek niet te omvangrijk te laten worden – het telt toch al 900 pagina’s – zijn kaarten van na 1860 niet opgenomen. De hier afgebeelde kaart van Polder II is uit 1873 en dus dertien jaar te nieuw voor het boek.
In de KNAG-collectie bevinden zich drie kaarten uit 1873 over de Maxwell [Land] Grant in New Mexico. Het gaat om een geologische kaart, een landbouwkaart en een kaart van geplande spoorwegverbindingen. Wat is het verhaal erachter?