Almere

1 februari 2017
Auteurs:
Wendy Muis
aardrijkskundedocent op Heerbeeck College, Best & journalist
Almere
Kennis
almere
FOTO: BERT VERHOEFF/ANEFO/NATIONAAL ARCHIEF
De eerste woningen van Almere, vlak voor de oplevering, op 25 november 1976. Over enkele dagen arriveren de eerste bewoners. Ze kunnen maar beter laarzen meenemen, want rondom wordt nog volop gebouwd.

40 jaar geleden namen de eerste duizend inwoners van Almere hun huissleutels in ontvangst. Stedenbouwer Jan Frans de Hartog was vanaf het begin betrokken bij de nieuwe polderstad. In Almere vormen niet de stenen, maar vormt de pioniersgeest het fundament.

 

Waarom moest die nieuwe stad er komen?
‘Almere was er om de stadsvernieuwing van Amsterdam ruimte te geven. Dus mensen uit Amsterdamse buurten die gerenoveerd zouden worden, moesten weg uit de stad. Almere bood een alternatief. Met meer ruimte en een veiligere omgeving voor gezinnen, zodat kinderen gewoon zelf naar school konden gaan. Ook de huisvesting in Almere was beter. Amsterdam was toen vervuild en de woonomstandigheden waren slecht. Het was overvol.’

Jan Frans de Hartog
Hartog

De geinterviewde

Hoe was het om als jonge stedenbouwer betrokken te zijn bij de start en verdere ontwikkeling van Almere?
‘Een verademing. Men noemde Almere ook wel een planner’s paradise. Ik werkte daarvóór enkele jaren op een stedenbouwkundig bureau op – zoals we hier in de polder zeggen – het oude land. Daar tekende je plannen voor steden die uitbreidden. En zodra je iets getekend had, kwamen de bezwaarschriften, ontstond er reuring en lag het meestal meteen plat omdat er eindeloze procedures waren.

'Hier in Almere tekende ik wat, ze rukten het uit mijn handen en gingen meteen aan de slag. Dat was natuurlijk fantastisch! Er zat zo’n wil achter om het te realiseren. Plus dat je heel snel resultaat zag van wat je bedacht had. Je kon binnen anderhalf jaar zien groeien wat je getekend had. Dat was buitengewoon leerzaam. Want je ontdekte ook heel snel dingen waarvan je dacht: dit moet ik nooit meer doen.’

Zoals?
‘De eerste huizen kwamen in Almere Haven. De smalle straatjes voor voetgangers en fietsers zagen er op de tekening alleraardigst uit. Het moest gezellig en humaan zijn. Maar we waren vergeten dat er ook brommers op fietspaden reden. En in die nauwe straatjes gaf dat natuurlijk een hels kabaal, zeker ’s nachts. Je zag dus snel waar het mis ging.’

Keken mensen jullie daarop aan?
‘Nee, want er keken zo veel mensen mee; onze tekeningen gingen eerst door een goedkeuringsprocedure. Er bestond wel een enorme wil, ook bij de mensen die de plannen beoordeelden, om te bouwen. Daarnaast oefende Den Haag in die tijd een grote druk uit op de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders. Er waren jaren dat er drie- tot vierduizend woningen gebouwd werden.’

almere eerste buslijn
FOTO: HANS PETERS/ANEFO/NATIONAAL ARCHIEF
Minister Westerterp opent de eerste buslijn naar Almere in november 1976.

Keken de ontwerpers ook naar andere steden? 
‘Jazeker, ze gingen op zoek naar de kwaliteit die er in bestaande steden was. Het integreren van functies was belangrijk. Voor Almere Haven werd bijvoorbeeld gekeken naar oude Zuiderzeestadjes zoals Enkhuizen en Edam. Het grachtje in Haven is een kopie van dat in Edam.

'En de grootschalige opzet van het openbaar vervoer, dat was de tijdsgeest. Je had destijds de Club van Rome; die maakte zich ernstig zorgen over het milieu. Er moest iets gebeuren aan de energieconsumptie, dus het gebruik van de auto moest teruggedrongen worden.’

Wat vindt u nu van het openbaar vervoer en de geïntegreerde functies?
‘Als je naar de stad kijkt, functioneert dat openbaar vervoer uitstekend. Met het integreren van functies gingen we in het begin te ver. Zo is er een gebouw in Almere Haven, Corrosia, met zaaltjes, maar ook kantoren en een dokterspraktijk. Allerlei functies in hetzelfde gebouw. Dan kreeg de ouderensoos last van de drumband die in de ruimte ernaast aan het oefenen was. Uiteindelijk is dat gecorrigeerd. Dat was dan ook een leerschool.’ 

Hoe hebben de eerste bewoners de gemeenschap in Almere opgebouwd?
‘Veel pioniers genoten van die eerste periode. Juist omdat er zo veel nog níet was. Geen sportvereniging, geen toneelgroep, het moest allemaal van de grond getild worden. Dat creëerde saamhorigheid. Iedereen die meedeed, vond dat heerlijk. Je zag ook een soort scheiding tussen degenen die teleurgesteld waren omdat er van alles ontbrak en mensen die superenthousiast werden omdat ze bij de opbouw betrokken waren. Dat proces is nog steeds gaande. Je hebt hier natuurlijk van alles wat ontbreekt, maar als je eraan mee wilt doen om het op te bouwen zijn er volop kansen.’ 

Is die pioniersgedachte er nog? 
‘Je ziet een groot verschil tussen bijvoorbeeld Almere Haven, nu 40 jaar oud, en Almere Poort, de nieuwste kern, waar de pioniersgeest nu veel sterker is. Almere Haven begint al een beetje gesetteld te raken. Dus tref je er ook een andere sfeer aan.’

ontwikkeling Almere
De ontwikkeling van Almere in fasen

Is Almere geworden zoals u het voor u zag in 1976?
‘We beseften al vrij snel dat het moeilijk te voorspellen was hoe het over veertig jaar zou zijn. Het plan van Almere is dus flexibel in de zin van condities scheppen. Mensen gingen bijvoorbeeld ineens surfen, dus moesten er surfstrandjes komen. Je was bezig met het zo goed mogelijk vormgeven van de tijdgeest.

'We hadden ook de wens verlichting langs de fietspaden aan te brengen. Maar daar was nooit geld voor. Totdat er een aanrander in de stad opdook. Die viel mensen aan op onverlichte fietspaden tussen de steden, iedereen was er vol van. Er lag al een heel plan klaar voor de verlichting. Dat werd toen in een vloek en een zucht goedgekeurd.’

Hoe werd ingespeeld op nationale ontwikkelingen?
‘Op een gegeven moment stond in een Rijksplan dat er te weinig bos in Nederland was. Almere had toestemming om drie steden te ontwikkelen: Haven, Stad en Buiten. Maar de oost- en de westflank mochten op dat moment niet bebouwd worden. We hebben toen de kans gegrepen om in die flanken een heel raamwerk van bossen en groen aan te leggen. Daar konden we later die steden in bouwen. En zo kwam er een paar honderd hectare bos. Zowel de gemeente als het Rijk vond het schitterend; in één seizoen zijn al die bomen ingeplant.’

Dan moesten jullie zeker wel voelsprieten hebben. 
‘Het lukte doordat het hier in de polder zoveel minder gecompliceerd is dan op het oude land. In een bestaande stad is het ondenkbaar dat je opeens ergens een bos verzint. Daartegen komen dan allerlei bezwaren. En hier was alle grond van het Rijk. Dus als je een goed plan had, het kon uitleggen en de handen op mekaar kreeg, was het zo geregeld. Je moest dus inderdaad goed inspelen op kansen die zich voordeden.’

Het gestelde aantal inwoners, 250 duizend mensen in 2000, is niet gehaald. En in een recent onderzoek van de Universiteit van Amsterdam staat dat de plannen om in Almere een perfect woonoord te creëren, zijn mislukt.
‘De aantallen waren niet zo absoluut: het gewenste aantal inwoners zat tussen de 125 duizend en 250 duizend. Er was ook grote twijfel of dat allemaal haalbaar was en heel veel mensen waren er ronduit op tegen. Vandaar dat er meerdere kernen werden gebouwd. Als het niet goed zou gaan, of de groei ophield, konden we ook ophouden met bouwen.

'Het UvA-rapport suggereert dat je in 1975 op grond van cijfers precies kon vertellen hoe het in 2000 zou zijn. Dat is absoluut niet zo. In een voorloper van het structuurplan, Almere 1985, wordt bepleit open te staan voor veranderingen op de lange termijn. Wie weet gaan we straks in zelfsturende auto’s rijden en hebben we een andere infrastructuur nodig. Daarop moet je kunnen inspelen.’

Corrosia
FOTO: TEO KRIJGSMAN/GEBOUWVANHETJAAR.NL
Het multifunctionele Corrosia uit 1978 symboliseerde tot voor kort de dreigende teloorgang van het centrum van Almere Haven. Gebruikers vertrokken vanwege de slechte kwaliteit van het gebouw, en horecavoorzieningen bleken telkens niet levensvatbaar op deze plek. ‘De roestbak’ bood ook theater, maar de zaal was te laag en er ontbrak een lift voor het in- en uithuizen van decorstukken. Het gebouw is – opnieuw – ontwikkeld voor vele functies: bibliotheek, sociëteit, expositieruimte, horeca, theater en woon-werkateliers.

In 2013 zijn er meer mensen vertrokken dan gevestigd in Almere. Zorgwekkend?
‘Almere werd vroeger wel eens het expansievat van de Randstad genoemd. Als er druk staat op de Randstad en iets geen plek kan krijgen, komt het naar Almere. Dus Almere is in hoge mate afhankelijk van de economie en de conjunctuur van de Randstad. Zodra het daar weer gaat lopen – dat zie je nu met stijgende huizenprijzen in Amsterdam en de economie die aantrekt – ontstaat er weer schaarste in Amsterdam. Ik denk dat dit soort cijfers dan ook de andere kant op kunnen bewegen.’

Zijn de mensen die dan vanuit Amsterdam richting Almere zullen gaan, vergelijkbaar met degenen die in de jaren 70 en 80 arriveerden?
‘Nee. In het begin trok Almere vooral Amsterdammers uit de stadsvernieuwing. In de loop van de tijd zijn hier mensen uit het hele land naartoe gekomen. En veel buitenlandse migranten. Almere was natuurlijk de enige betaalbare plek in de Randstad. Aanvankelijk waren het vooral jonge gezinnen, nu zie je dat alle leeftijden hiernaartoe komen.’

Over welke kanten van Almere bent u minder tevreden? 
‘De recente crisis is zwaar geweest. Het was de eerste keer dat het Almere tegenzat en de vaart eruit ging. Het was een ontzettend moeilijke periode, ook al omdat men ging twijfelen aan het concept. Vooral de bouwproductie zakte terug naar een paar honderd woningen, waar er vroeger drieduizend per jaar werden neergezet. Er moesten veel mensen afvloeien. Er werd opeens getwijfeld aan de koers. Dat vind je als man van het eerste uur niet leuk.’

Wat deed daar pijn aan?
‘We hadden bijvoorbeeld plannen klaarliggen, helemaal tot de goedkeuring bij de Provincie, voor de hele oostkant van Almere. Inclusief openbaar vervoer en bossen. Daarvan werd toen gezegd: die plannen deugen niet, we schrijven opnieuw een prijsvraag uit en het moet allemaal anders. Die twijfel heeft ertoe geleid dat de bouw compleet tot stilstand kwam. Ineens was de vaart eruit. Ik ben van de generatie die van tempo houdt. Aan de andere kant was het ook goed dat er zo’n breuk kwam, want je ziet nu dat er aan de oostkant de leukste en meest creatieve dingen gebeuren.’ 

 

Wendy Muis geeft aardrijkskunde op het Heerbeeck College in Best en is journalist met interesse voor aardrijkskundige onderwerpen.