Code rood in Groningen

1 maart 2014
Auteurs:
George de Kam
Faculteit Ruimtelijke wetenschappen, Rijksuniversiteit Groningen
Dit artikel is verschenen in: geografie maart 2014
aardgaswinning
Kennis
groningen
FOTO: MILIEUDEFENSIE/FLICKR
Protest tegen aardgaswinning in Groningen

Veel Groningers zijn angstig of ongerust over de gevolgen van aardbevingen in hun woongebied. Terwijl de ondergrond zich in 2013 iets minder extreem gedroeg dan het jaar ervoor, is de stroom protesten bovengronds aangezwollen.

 

Toen de gaswinning in het Groningen-veld in 1963 begon, werd decennialang vooral positief over ‘de gasbel’ gesproken: een schone brandstof die comfort in huis bracht, financiering van de welvaartstaat en haar infrastructuur, en werkgelegenheid in de regio. Alleen de toenmalige CPN en Partij voor het Noorden eisten een substantieel deel van de baten op voor ontwikkeling van het Noorden.

Maar de gaswinning leidde tot bodemdaling en later ook aardbevingen (zie Geografie april 2013). Beide gevolgen werden eerst ontkend of in ieder geval onderschat, en pas later vertaald in (voorstellen voor) compenserende maatregelen. Het rapport van het Staatstoezicht op de Mijnen na de relatief zware aardbeving in Huizinge vormde een keerpunt: er kunnen nog zwaardere bevingen komen, en de enige remedie is het beperken van de winning. Het kabinet besloot deze suggestie echter niet over te nemen en eerst een jaar uit te trekken voor nader onderzoek. En in datzelfde jaar 2013 werd niet minder, maar juist substantieel meer gas gewonnen. Dat was toegestaan binnen het winningsplan, maar voor veel Groningers een signaal: de NAM neemt onze zorgen niet serieus, en de overheid laat dat gewoon gebeuren. 

Impact

Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de impact van door gaswinning geïnduceerde aardbevingen op woningen en hun bewoners. Een door het ministerie van Economische Zaken ingeschakeld onderzoeksbureau kon pas in het derde kwartaal een waardevermindering van 2 procent in het risicogebied aantonen. Dat staat haaks op de ervaringen van de meeste betrokkenen, maar statistische bewijsvoering is moeilijk doordat er – als onderdeel van het probleem – nog maar weinig huizen verkocht worden.

We weten inmiddels wél hoe de inwoners van het gebied erover denken door een onderzoek onder 723 eigenaren die in het najaar van 2013 hun woning te koop hadden staan op Funda, en een vergelijkend onderzoek in 2009 en 2013 in drie woonbuurten in Middelstum, Loppersum en Slochteren. Daarnaast hield het Dagblad van het Noorden in januari 2014 een enquête onder 1300 inwoners van Groningen en Drenthe.

Het vergelijkend onderzoek laat zien dat het effect van aardbevingen tussen 2009 en 2013 sterk is toegenomen. Het aandeel mensen dat aardbevingen heeft meegemaakt groeide van 81 procent tot 90 procent; meer dan de helft reageert geschrokken of angstig. Ook het aantal mensen met schade aan hun woning steeg sterk, en meer dan 80 procent van de respondenten zegt dat hun woongenot is aangetast, vooral door het gevoel van onveiligheid. In Slochteren – dat tot nu toe minder last heeft gehad van aardbevingen – rapporteren bewoners inmiddels ook veel meer negatieve effecten, en gaan er anders dan in 2009 niet langer van uit dat de gevolgen in hun woonplaats wel zullen meevallen. Een belangrijke uitkomst omdat het kabinet besloten heeft de gaswinning rond Loppersum voor een paar jaar te verminderen, maar deze in de andere delen van het veld op hetzelfde niveau te continueren. Daar nemen de zorgen nu (ook) toe en willen de burgemeesters overleg met de NAM. Er zijn veel belangen gemoeid met het ruimtelijk inperken van het aardbevings- of risicogebied. Bewoners zullen zich geruster voelen en minder waardedaling ervaren, bestuurders willen negatieve beeldvorming over hun gemeente of regio bij potentiële investeerders en huizenkopers voorkomen. Illustratief is de radiostilte in Groningen-stad, waar ook al sprake is van schade in de noordoostelijke wijken. In een interview in NRC Handelsblad van 24 januari noemde de directeur van het Staatstoezicht op de Mijnen de provinciale hoofdstad expliciet als een plek waar ook ‘nare dingen kunnen gebeuren’. 

groningen
Actuele kaart van bevingen in Groningen, te zien op de website van de Groninger Bodem Beweging

Schadeafhandeling

Vooral de eerste keer dat er schade optreedt door aardbevingen heeft grote gevolgen voor het woongenot, en voor de inschatting die mensen maken van verkoopbaarheid en waarde van hun huis. Daarbij kost de hele procedure van schadeafhandeling veel tijd en energie, terwijl mensen niet weten of het hele circus bij de volgende beving opnieuw begint. Sinds augustus 2012 zijn 12.500 gevallen van schade gemeld. Het vergelijkende onderzoek toont aan dat het aandeel respondenten met schade toenam van 36 procent in 2009 tot 70 procent in 2013. Ook het Funda-onderzoek komt op 70 procent. Een lichtpuntje is wel dat de NAM nu vaker het geclaimde bedrag betaalt dan vier jaar geleden; de vele klachten over de procedure en instelling van een ombudsman hebben kennelijk effect gehad. 

Verhuizen

Ongeveer 40 procent van de bewoners die hun huis op Funda te koop hebben staan, wil het gebied als het kan verlaten. In het vergelijkende onderzoek zegt 55 procent te willen verhuizen om een veiliger omgeving te zoeken. Naar verhouding gaat het daarbij vaker om mensen met een wat hoger inkomen, wat betekent dat de aardbevingen waarschijnlijk bijdragen aan de sociaaleconomische uitsortering van de bevolking in het gebied. Volgens de enquête van het Dagblad van het Noorden onder inwoners van Groningen en Drenthe speelt een of vijf inwoners weleens met de gedachte het aardbevingsgebied te verlaten. Een jaar geleden was dit 9 procent. 

55 procent van de respondenten in Middelstum, Loppersum en Slochteren wil verhuizen

Protesten

Het aantal en de omvang van de protesten in de regio zijn het afgelopen jaar sterk gegroeid. Het gaat om een scala aan groepen, waarvan de Groninger Bodem Beweging de langste historie en breedste achterban heeft , naast meer activistische groepen zoals Schokkend Groningen, en een stichting (WAG) die een juridische procedure voor schadevergoeding is begonnen. De commissieMeijer heeft op verzoek van de provincie een plan opgesteld waarvoor een breed bestuurlijk draagvlak in de regio bestaat. Volgens de commissie kan het vertrouwen in een duurzame toekomst voor de regio hersteld worden door naast vergoeding van schade en garanties voor veiligheid ook maatregelen te nemen om de leefbaarheid en economische vitaliteit in de regio te bevorderen, en de waarde van woningen te verhogen door isolatie of zonnepanelen.

Maar de vraagstukken in de regio zijn erg complex. Op korte termijn is de sluiting van aluminiumfabriek Aldel vrijwel onafwendbaar, de bevolkingskrimp zet door en het ontbreekt aan een breed gedragen visie op de langetermijnontwikkeling van gaswinning en energietransities. Delen van de ‘pakketten van maatregelen’ zoals van de commissie-Meijer en nu ook van minister Kamp zijn dan ook omstreden. Er is wantrouwen dat bestuurders ermee gaan weglopen en adviseurs er goed aan gaan verdienen. Het is een serieus te nemen signaal dat ‘onvrede richting de overheid’ in het vergelijkend onderzoek drie keer vaker wordt genoemd dan kritiek op de NAM. 

Unaniem

Met het verminderen van de productie uit putten rond Loppersum is nog maar de eerste stap gezet in de beheersing van de toenemen de onveiligheid, en hiervan wordt slechts voor enkele jaren effect verwacht. Daarom zal herstel van vertrouwen vooral afhangen van een voortvarende, op individuele situaties gerichte aanpak van de zaken waarover alle Groningers het eens zijn: herstel van schade, veilig maken van woningen, compensatie van waardevermindering en een uitkoop- of vergoedingsregeling voor mensen die om welke reden dan ook uit het gebied willen vertrekken. Ieder signaal dat juist hierover zuinig wordt gedaan, is olie op het vuur. Terwijl morgen al begonnen kan worden met de aanpak, dorp voor dorp, in nauwe samenspraak met bewoners en lokale ondernemers. Het kabinet zou duidelijk moeten maken dat zij op dit punt richting de NAM voor 100 procent achter de Groningers staat, en volledig accepteert dat het hier verplichtingen betreft die per definitie een open eind zullen hebben. Schadevergoeding is een in de Mijnwet verankerd recht, geen politieke keuze.