De laatste keer Nederland in 1873

12 februari 2024
Auteurs:
Reinder Storm
Conservator Kartografie bij Allard Pierson, Universiteit van Amsterdam
Dit artikel is verschenen in: geografie februari 2024
Cartografische leeftijdgenoten
cartografie
Kennis
Cartografische leeftijdgenoten [slot]

Deze serie belicht een aantal kaarten uit 1873, het oprichtingsjaar van het KNAG. Ze maken deel uit van de eigen collectie kaarten en atlassen van het genootschap, die sinds 1879 in bruikleen is ondergebracht bij het Allard Pierson in Amsterdam. De laatste bijdrage. 

Los kaartje uit een groter geheel 

Tussen 1852 en 1916 verscheen het Jaarboekje voor de leden van het Nederlandsch Instituut van Ingenieurs. Het is een soort almanak annex agenda, met een enorme hoeveelheid informatie. Zo bevat het exemplaar voor 1873 gegevens over ‘Spoorwegstations en Halten, in Nederland’ en ‘in Nederlandsch Indië’; ‘Spoorwegstations en halten met telegraafkantoren en niet aan spoorwegen gelegen telegraafkantoren’; ‘Gouvernements telegraafkantoren op Java en Sumatra’ en een ‘Verkorte terminologie der metrieke maten en gewigten’.

Dan zijn er nog achttien vaste bijlagen, met gegevens over zaken als de ‘Slagdrempeldiepte onder AP der Sluizen en Waterkeeringen om de Zuiderzee’ en ‘Gewigt van koperen pijpen per strekkende Engelsche voet’. Kortom, een amalgaam aan feiten waarmee een ingenieur zijn voordeel zou kunnen doen.

Kaartje

Het Jaarboekje is maar klein, het past makkelijk in de binnenzak en was gestoken in een leren foedraal. Het kaartje dat telkens voorin zat, was dus ook klein, 16,5 x 14,5 cm. Uit het Tijdschrift van het Aardrijkskundig Genootschap(deel III, 1879) is op te maken dat een los exemplaar van dit kaartje ooit aan het KNAG werd geschonken door A.J.H. van der Toorn, die in 1873 Inspecteur van het IJkwezen was. Aanvankelijk stond in het Tijdschrift dat KNAG-oprichter en -voorzitter prof. dr P.J. Veth dit kaartje aan de bibliotheek van het genootschap had geschonken, maar deze onjuiste informatie werd later gecorrigeerd. Vergelijking van de jaarboekjes uit bijvoorbeeld 1869 en 1873 maakt duidelijk dat het kaartje voorin werd aangepast aan actuele ontwikkelingen. Dat blijkt ook uit de legenda bij het hier afgebeelde kaartje van 1873. Daarin staan met afzonderlijk herkenbare lijnen ‘Spoorwegen in 1873 te openen’ en ‘Spoorwegen in aanbouw’ gemarkeerd. De maker van de kaart is, zoals zo vaak, niet vermeld. De drukker wel: J. Smulders & Co. in Den Haag, ‘Lith[ograaf] des Konings’, een indertijd bekende firma. 

Los van boekje 

Doorgaans is een erfgoedinstelling niet blij met een losse kaart die ooit deel heeft uitgemaakt van een groter geheel. Kaarten die uit boeken zijn gesloopt, worden dan ook in beginsel niet voor de collectie aangekocht. Met de kaart die Van der Toorn in de tweede helft van de 19e eeuw aan het KNAG schonk, is het zo te zien toch anders gelopen. De kaartjes in het Jaarboekje zijn strak afgesneden en missen elke vorm van marge. Maar het kaartje uit 1873 dat zich in de KNAG-collectie bevindt, heeft wél royale marges. Dit is kennelijk een los exemplaar geweest. Dat komt zeer waarschijnlijk, omdat Van der Toorn jarenlang belast was met de samenstelling van het Jaarboekje, waardoor hij dus makkelijk een los extra kaartje kon bemachtigen. Bijkomend voordeel van de royale marge van het exemplaar uit 1873 is dat die ruimte overlaat voor het KNAG-stempel, in dit geval zelfs twee verschillende, waarmee de herkomst overduidelijk is aangegeven. Het bevestigt de verbondenheid tussen KNAG en Allard Pierson, die ten grondslag ligt aan deze reeks ‘Cartografische leeftijdgenoten’. We zijn benieuwd hoe in 2073, bij het 200-jarig bestaan van het genootschap, uitdrukking zal worden gegeven aan die bijzondere band.