Geoguessr en Geosettr: test aardijkskundegames

1 november 2015
Auteurs:
Luuk van Dijk
Docent Aardrijkskunde Metis Montessori Lyceum
Dit artikel is verschenen in: geografie november/december 2015
onderwijs
Kennis
FOTO: BLAKE PATTERSON/FLICKR

Met aardrijkskundegames kun je de wereld zichtbaar maken. We namen de proef op de som met Geoguessr en Geosettr in 2 vwo in Hoofddorp.

 

Google Street View heeft beelden van alle continenten verzameld met camera’s op auto’s. De onlinegame Geoguessr gebruikt deze beelden voor een virtuele dropping op de wereldkaart, waarna je zelf moet uitzoeken op welke plek je je bevindt. Hoe beter je dat inschat, des te meer punten je verdient. Om goed te scoren kun je letten op geografische aspecten als de fysische omgeving en economische, culturele en demografische omstandigheden. Geoguessr geeft direct feedback door te laten zien of je beeld van de gekozen locatie klopt door de juiste locatie te tonen. Geoguessr biedt leerlingen dus een digitaal inkijkje in de wereld, en docenten een speelse manier om het wereldbeeld van leerlingen te verbeteren en hen geografische kenmerken op beelden te laten herkennen. Een broertje van GeoGuessr is Geosettr, het platform waarop je locaties kunt kiezen om zelf een Geoguessrgame te maken. Zodoende worden de games persoonlijk. 

Lessenserie

In het kader van de opleiding Academisch Meesterschap van de UvA is met Geoguessr en Geosettr een lessenserie gemaakt. Daarin kunnen leerlingen games spelen én verder ontwikkelen. De veronderstelling is dat dit een positief effect heeft op hun wereldbeeld. De lessenserie bestaat uit drie onderdelen van in totaal 90 minuten. De start is het spelen van een door de docent ontwikkelde Geoguessr-game waarin leerlingen de school en een paar voor hen bekende locaties moeten opzoeken. Doel van deze les is kennismaken met de game. De scores worden gedeeld op het whiteboard en na het spelen van drie rondes nemen docent en leerlingen in een klassengesprek de zichtbare geografische verschillen tussen gebieden in de wereld door. Het tweede onderdeel is het zelf maken van games met Geosettr. Leerlingen kiezen beelden van locaties die minimaal twee zichtbare aanwijzingen bevatten. Het derde onderdeel is het spelen van de door klasgenoten gemaakte spellen. De leerlingen dagen elkaar uit om zo goed mogelijk te scoren. 

FOTO: LUUK VAN DIJK
Voor en na de lessenreeks moeten leerlingen in 30 minuten een wereldkaart tekenen.

Onderzoek

Benieuwd naar de bijdrage van deze games voor het schoolvak aardrijkskunde heb ik de volgende onderzoeksvragen geformuleerd. 

  • Vergroot de lessenserie de kennis van de topografische wereldkaart van de leerlingen?
  • Kunnen leerlingen na afloop meer geografische kenmerken van locaties op foto’s herkennen en deze koppelen aan een juiste locatie op de wereld? 
  • Wat vinden de leerlingen zelf dat ze van de lessenserie leren? 

Aan het onderzoek doen drie 2 vwo-klassen van het Kaj Munk College in Hoofddorp mee. De eerste klas werkt in tweetallen en de tweede klas werkt individueel aan de lessenserie. De derde klas is een controlegroep die regulier aardrijkskundeonderwijs krijgt. Alle klassen doen mee aan een voor- en natoets om te bepalen of ze iets geleerd hebben van de lessenserie. Tussen de voor- en natoets zitten vijf weken.

Het topografische wereldbeeld wordt bij zowel de voor- als natoets gemeten door het tekenen van een wereldkaart op een leeg A3-vel, en het analoog naspelen van het spel via foto’s. Bij de wereldkaart is de opdracht om binnen 30 minuten uit het hoofd de wereld na te tekenen. Het aantal ten opzichte van elkaar goedgeplaatste landen wordt gemeten. Eerdere onderzoeken van Saarinen & Cabe en Wise & Kon hebben aangetoond dat deze opdracht een goed beeld geeft van het geografisch besef van leerlingen. Bij het analoge spel krijgen ze tien foto’s voorgelegd waarvan ze de locatie moeten bepalen en dit onderbouwen. Hierbij wordt zowel het aantal goed genoemde locaties geteld als het aantal geografische aanwijzingen dat de leerlingen gebruiken om tot een goed antwoord te komen. De verschillen in scores tussen voor- en natoets worden vergeleken. Ten slotte schrijven de leerlingen een verslag over wat ze geleerd denken te hebben van de lessenserie. 

Resultaten

Leerlingen die de lessenreeks hebben gevolgd, kunnen na afloop meer landen correct op een wereldkaart tekenen en meer locaties herkennen op foto’s. De leerlingen die samen aan de lessenserie werkten, gebruiken daarna significant meer geografische kenmerken om te bepalen waar ze zich virtueel bevinden. De controlegroep die de lessenreeks niet heeft gevolgd, laat na vijf weken geen significante verandering zien in toetsscores. Het effect bij de groep leerlingen die de lessenreeks individueel uitvoerden, wijkt niet significant af van het effect bij degenen die in tweetallen werkten. Het lijkt dus niet uit te maken of de lessen serie gezamenlijk of individueel wordt uitgevoerd.

ABEELDING: GEOGUESSR
Al let je op geografische informatie zoals vegetatie, bebouwing en verkeer, dan nog is het moeilijk dit beeld in het binnenland van Cambodja te situeren.

De uitspraken in de leerverslagen van de leerlingen zijn getoetst aan een lijst met geografische vaardigheden van het Cevo. Van de 48 leerlingen geven er dertig (68 procent) aan dat ze geleerd hebben om gebieden en regio’s te analyseren en beschrijven. De helft van de leerlingen schrijft te hebben geleerd om onderscheid te maken tussen verschijnselen en regio’s en iets minder dan de helft (46 procent) om verschijnselen en plaatsen in ruimte en tijd te vergelijken. In hoeverre de deel nemers dit daadwerkelijk hebben geleerd, is niet onderzocht, maar het is duidelijk dat ze hier bewust mee bezig zijn. 

Aanbevelingen

Geoguessr laat leerlingen op een speelse manier de wereld ontdekken en levert een bijdrage aan ons aardrijkskundeonderwijs. Nu steeds meer scholen werken met tablets en laptops, zijn deze games steeds gemakkelijker inzetbaar. Een kanttekening is wel op zijn plaats. Onderzocht is vooral of leerlingen door het ontwikkelen en spelen van Geoguessr de wereld beter kunnen indelen, rekening houdend met geografische aanwijzingen. We weten echter niet welke redeneringen leerlingen hierbij gebruiken. Binnen het aardrijkskundeonderwijs zijn we niet alleen geïnteresseerd in ‘wat is waar’. Ook de vraag ‘waarom is dat daar’ moeten leerlingen kunnen beantwoorden. Of Geoguessr hieraan bijdraagt, is een interessant onderwerp voor vervolgonderzoek. 

 

BRONNEN 

• Saarinen, T.F. & C.L. MacCabe 1995. World patterns of geographic literacy based on sketch map quality. The professional geographer, 47(2): 196-204. 
• Wise, N. & J.H. Kon 1990. Assessing geographic knowledge with sketch maps. Journal of Geography, 89(3): 123-129.