Het Grote Kaartenboek. Vijf eeuwen cartografie

17 juni 2022
Auteurs:
Ronald Kranenburg
hoofdredacteur Geografie, KNAG
Dit artikel is verschenen in: geografie juni 2022
cartografie
Opinie

Guleij, R. et al. (2022). Het Grote Kaartenboek. Vijf eeuwen cartografie. W books, 384 pagina’s, 490 afbeeldingen, € 49,95.

Het Nationaal Archief in Den Haag beheert maar liefst 110 collecties met in totaal 300.000 kaarten en tekeningen en 400 atlassen en kaartboeken. Een selectie van de mooiste en interessantste is gebundeld in Het Grote Kaartenboek. Vijf eeuwen cartografie.

 

Het Grote Kaartenboek is een schatkist van haast 400 pagina’s waarin kaarten, prenten, foto’s en documenten zijn geordend rond zes thema’s: water, grond, navigatie, rechtspraak en grenzen, militair en overzee. Binnen de thema’s zijn de kaarten chronologisch gerangschikt en het aanvullende materiaal plaatst ze in hun historische context.

Het boek is vooral een ode aan de collectie van het Nationaal Archief en de 150 jaar dat hier kaarten worden beheerd. Collectiespecialist cartografie Ron Guleij is de hoofdauteur, met daarnaast acht gastauteurs, elk specialist binnen een thema.

Naast de thematische selectie biedt het boek een terugblik op het kaartbeheer bij het Nationaal Archief in de vorm van een tijdlijn en een overzicht van de inhoud en de kruisverbanden tussen de meer dan 110 afzonderlijke kaartenarchieven.

We tonen uit alle zes thema’s een kaart of document. Het zijn niet per se de mooiste of indrukwekkendste, maar samen geven ze een indruk van de diversiteit van de collecties in het Nationaal Archief.

Water

De depots van het Nationaal Archief bevatten vele kilometers aan documenten over Nederlandse inspanningen om het water te keren, of er juist profijt uit te halen. Hieruit zijn zeven kaarten geselecteerd die in heel grote stappen voeren van een kaart van Jan van Scorel (1553) over de dijkaanleg in het noordelijk deel van Noord-Holland, tot aan het schema van afsluitingen in het kader van de Deltawet (1954).

De kaart uit 1553 (figuur 1) wordt toegeschreven aan Van Scorel (1495-1562), maar kan ook door een van zijn leerlingen zijn gemaakt. De bedijking van de Zijpe, een stroomgat tussen Petten en Callantsoog, was het eerste grote waterproject in Noord-Holland. Jan van Scorel, ‘de Leonardo da Vinci van het Noorden’, introduceerde in 1549 zijn eerste plannen om de Zijpe te bedijken. Het nieuwgewonnen land noemde hij Nova Roma (het Nieuwe Rome). Zijn schets toont het in te dijken gebied met zeven nieuwe kerken, genoemd naar de zeven pelgrimskerken van Rome. Uiteindelijk is er van de inrichting die Jan van Scorel voor ogen had, na de droogmaking niets terecht gekomen.

BEELD: NATIONAAL ARCHIEF
Figuur 1: Concept van de Bedijkingen van de Zijpe over lange jaeren gedaen. Kaart van het noordelijk gedeelte van Noord-Holland met de eilanden Eierland, Texel, Wieringen, Huisduinen en Callantsoog en bedijkingswerkzaamheden aan de Zijpe. Jan van Scorel, ca. 1552-1553. Schaal ca. 1:25.000, het noorden is links. Manuscript op papier, gemonteerd op linnen, gekleurd, 80 x 240 cm, 4.vth inv.nr. 2486

Grond

De kaarten in het themahoofdstuk grond beslaan dezelfde periode als die in het deel over water. De oudste is een kaart van het bezit van het Kartuizerklooster bij Delft uit 1555, de jongste het uitbreidingsplan ‘Raadhuis’ van de gemeente Leidschendam uit 1954.

Als deze nieuwe gemeente in 1938 tot stand komt door samenvoeging van de dorpen Stompwijk en Veur, moet er een nieuw raadhuis komen. Het gebouw van architect Kropholler is in 1941 gereed en wordt beeldbepalend binnen de wijk. Een van de grootste problemen waaronder Nederland na de Tweede Wereldoorlog gebukt gaat, is het woningtekort. Rond 1954 zijn er 2,5 miljoen woningen voor 10,5 miljoen mensen. Overal in Nederland worden plannen gemaakt voor nieuwe wijken. Figuur 2 toont een uitbreidingsplan voor de wijk rond het raadhuis in Leidschendam. Linksonder in het park ligt het raadhuis. Lang niet alles in het plan wordt uiteindelijk ook gerealiseerd. Het grijze vlak in het midden (Sectie B) doet in de jaren 1950 dienst als zwembad.

BEELD: NATIONAAL ARCHIEF
Figuur 2: Gemeente Leidschendam, partieel uitbreidingsplan ‘Raadhuis’. W. de Bruijn, 3 augustus 1954. Schaal 1:1.000, het noorden is rechtsboven. Diazotypie met mansucript, gekleurd, 83 x 100 cm, 4.zhpb3 inv.nr. 656.

Navigatie

De oudste zeekaart in de collectie van het Nationaal Archief stamt uit 1533. Hij is gemaakt door de Italiaan Jacobus Russus (ook wel: Jacopo Russo) en getekend op perkament, dierenhuid (figuur 3). Dit laatste is te zien aan de vorm van de kaart; de versmalling aan de linkerzijde is de nek van de geit. Dat het een geitenhuid is, valt af te leiden uit de nog zichtbare haarinplant.

Deze zeekaart toont de kusten van de Middellandse Zee en een deel van de oostkust van de Atlantische Oceaan. Het is een zogeheten portolaan, een handgetekende zeekaart, uit Zuid-Europa gemaakt in de 13e eeuw of later. De naam is afgeleid van portus, het Latijnse woord voor haven. Daarmee verwijst de naam ook naar het gebruik: dit type zeekaart is in die tijd bedoeld voor de kustvaart en niet voor de vaart op open zee.

De zeekusten met havens, steden, dorpen en rivieren zijn opvallend precies weergegeven. Gevaarlijke plaatsen aan de kusten (zoals klippen en ondieptes) zijn aangeduid met kruisjes of punten. Alles wat een schipper in die tijd kan helpen bij het navigeren, is gedetailleerd weergegeven. Wat er achter de kustlijn ligt, is niet van belang. Die ruimte is op de kaart opgevuld met portretten van vorsten, wapens en afbeeldingen van steden en dieren.

BEELD: NATIONAAL ARCHIEF
Figuur 3: Portolaan van de Middellandse Zee, met aangrenzende delen van de Atlantische Oceaan en de Noordzee. Jacobus Russus, 1533. Zonder schaalaanduiding. Manuscript op perkament, gekleurd, 97 x 67 cm, 4.vth inv.nr. 3803.

Rechtspraak en grenzen

Kaarten spelen al aan het eind van de middeleeuwen een rol in juridische procedures. Partijen die met elkaar in conflict zijn, laten een kaart maken om de rechters te overtuigen van hun gelijk. Deze ‘proceskaarten’ geven nogal eens een vertekend beeld: alleen de zaken in het eigen belang worden hierop aangegeven. Soms is informatie ook moedwillig vertekend weergegeven.

De kaart van de drie Schieën (figuur 4) geeft het gebied weer ten noorden en westen van Rotterdam, gezien vanuit noordelijke richting. In vogelvluchtperspectief zijn Overschie (op de voorgrond) en Delfshaven (rechtsboven) en een deel van Rotterdam (linksboven) afgebeeld. Delfshaven is met Overschie verbonden door de Delfshavens Schie. Helemaal vooraan loopt van links naar rechts de Schie richting Schiedam. Langs de bovenrand loopt de Nieuwe Maas.

Op het eerste gezicht lijkt het alsof je naar een schilderij kijkt. Toch gaat het wel degelijk om een kaart – en wel een die een belangrijke rol speelt in een juridisch conflict tussen Delft en Rotterdam over de rechtmatigheid van het uitdiepen van de Rotterdamse Schie aan het begin van de 16e eeuw.

De problemen beginnen als Rotterdam in 1512 start met het vernieuwen en verbreden van een deel van het kanaal bij het dorp Overschie. Door tijdelijke dammen aan te leggen, kan het werk ‘in den droge’ worden uitgevoerd. Maar het Delftse stadsbestuur vreest dat zo haar handel via de Delfshavense Schie in gevaar komt. Dus laten de Delftenaren de Rotterdamse dammen vernielen.

De afgebeelde kaart van de ‘drie Schieën’ is gemaakt in opdracht van de stad Delft, om de situatie ter plaatse aan de rechters duidelijk te maken. De kaart die Rotterdam laat tekenen, is niet bewaard gebleven, maar de Grote Raad van Mechelen stelt Rotterdam op 24 december 1512 in het gelijk. Deze stad bezit de oudste rechten. Delft moet een schadevergoeding betalen.

BEELD: NATIONAAL ARCHIEF
Figuur 4: Kaart van de drie Schieën tussen Delfshaven, Overschie en Schiebroek aan de Rotterdamse en Delftse Schie. Anoniem, eerste helft 16e eeuw. Zonder schaalaanduiding, het noorden is onder. Olieverf op linnen, 55 x 97 cm, 4.aanw inv.nr. 686.

Militair

In de loop van de 18e eeuw verlegt de oorlogspraktijk zich van de belegering van steden naar het voeren van strijd op het slagveld. Daarmee wordt kennis van het landschap essentieel. Zet dát Napoleon wellicht op achterstand bij de beroemdste veldslag uit de moderne Europese geschiedenis?

Willem Benjamin Craan (1776-1848) is de maker van de kaart van de Slag bij Waterloo op 18 juni 1815 (figuur 5). De gekleurde blokjes verwijzen naar de betrokken legers en legeronderdelen: de Engelse zijn rood, het Franse leger blauw, de Nederlandse troepen oranje en de Pruisische soldaten groen. Met zijn kaart verwerft Craan internationale roem. Tijdens het grote gevecht bevindt hij zich in Brussel, op zo’n 15 kilometer van het slagveld. Via een oproep in een lokale krant vraagt hij officieren om inlichtingen over het verloop van de strijd. Het lukt hem militairen uit zowel het Franse als het geallieerde leger te interviewen en zo heel gedetailleerd de stellingen van de betrokken legers uit te tekenen.

De Slag bij Waterloo is een keerpunt in de geschiedenis van Europa. Door een goede samenwerking tussen Nederlanders, Engelsen en Pruisen wordt Napoleon op 18 juni 1815 verslagen. En dat terwijl er bij Waterloo zelf geen schot valt. De naam Slag bij Waterloo verwijst namelijk naar drie veldslagen tussen 16 juni en 19 juni 1815. De eerste begint op 16 juni in Quatre-Bras, 14 kilometer ten zuiden van het terrein waar twee dagen later, op 18 juni, de beslissende slag plaatsvindt, namelijk in Sint Jansberg (Mont-Saint-Jean), een gehucht in de huidige Belgische gemeente Braine-l’Alleud (Eigenbrakel). Daar staat nu het Nederlandse Waterloo-monument.

BEELD: NATIONAAL ARCHIEF
Figuur 5: Bataille de Waterloo. Plan du Champ de Bataille de Waterloo, dit de la Belle-Alliance. Victoire Mémorable remportée le 18 juin 1815 par les Armées Alliés sous les ordres de S.S. le Duc de Wellington et de S.A. le Prince Blucher de Wahlstadt sur l’Armée Française commandée par Napoléon. W.B. Craan, 1816. Schaal 1:12.500, het noorden is onder.

Overzee

Het omvangrijkste thema in de atlas, overzee, is een vergaarbak van niet-Nederlandse kaarten. Waarschijnlijk omdat er buiten de thema’s nog heel veel moois in het Nationaal Archief overbleef dat men ook wilde laten zien. Bijvoorbeeld de Vingboons-aquarellen die in het boek op zes pagina’s worden behandeld (hier niet afgebeeld).

We tonen hier een waterverfschildering van de Japanse kunstenaar Kawahara Keiga over de aankomst in 1825 van twee Nederlandse koopvaardijschepen, de Vasco da Gama en de Johanna Elisabeth, in de baai van Nagasaki (figuur 6). Keiga werkt in opdracht van Nederlandse kooplieden op Deshima, het waaiervormig kunstmatige eilandje in de haven van Nagasaki. Dit is van 1641 tot en met 1859 een Nederlandse handelspost en het enige contact tussen de westerse wereld en het grotendeels afgesloten Japan. De Nederlandse kooplieden zijn voor de Japanners lange tijd het enige venster op de Europese wereld. De Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) brengt vooral zijde en handbeschilderde stoffen, zogenoemde sitsen, naar Japan, maar voert ook grondstoffen in als hout, lood en krijt. Chinezen zijn de enige andere buitenlanders die in de 17e en 18e eeuw handelen in Japan, maar op veel beperktere schaal. Ook zij hebben een eigen vestiging in Nagasaki (figuur 7). Het Grote Kaartenboek toont ook een plattegrond van de Chinese Factorij in Nagasaki rond 1780.

BRON: NATIONAAL ARCHIEF
Figuur 6: Baay en Stad van Nagasahky, met de Nederlandsche Schepen Vasco da Gama en Johanna Elisabeth onder bevel van de kapiteins Bezemer en Mesdagh, Augustus 1825. Kawahara Keiga, 1825. Zonder schaalaanduiding, het noorden is onder. Schildering op zijde, gemonteerd op karton, gekleurd, 55 x 77 cm, 4.aanw inv.nr. 1475.
BRON: NATIONAAL ARCHIEF
Figuur 7: Plattegrond van de Chinese Factorij in Nagasaki, ca. 1780. 4.aanw inv.nr. 176.

Naar het archief

Naast de vijftig prachtige kaarten die de basis vormen, staat de atlas vol met meer dan 400 aanvullende kaarten en documenten uit de rijke collecties in het archief. Van kattenbelletje tot inventarislijsten, van bouwtekening tot oorkonde. De meeste lezers van Het Grote Kaartenboek zullen de uitnodiging van het Nationaal Archief om zelf onderzoek te komen doen naast zich neerleggen. Maar wellicht trekt dit prachtwerk ze wel over de streep om eens een tentoonstelling in Den Haag te bezoeken. Het verschil tussen een origineel object en een afbeelding ervan is immers groot. Maar dit boek toont heel veel waarvan de lezer het bestaan waarschijnlijk niet eens vermoed zal hebben.