Ik vertrek

1 september 2016
Auteurs:
Marco Eimermann
Universiteit Umeå, Zweden
Dit artikel is verschenen in: geografie september 2016
migratie
Nederland
Zweden
Kennis
Zweden
FOTO: Esther Westerveld/FLICKR

Op zoek naar de persoonlijke redenen voor migratie uit Nederland

Migratie wordt vaak bestudeerd aan de hand van push- en pull-factoren. Maar dat volstaat niet, betoogt Marco Eimermann op basis van onderzoek naar Nederlandse gezinnen die naar het Zweedse platteland trokken. Hoe onderzoek je de precieze beweegredenen achter zo’n complex proces als migratie?

 

De Emigratiebeurs trekt jaarlijks 10 tot 12 duizend potentiële migranten die meer willen weten over hun eventuele nieuwe thuisland. Veel bezoekers leggen contact met Zweedse plattelandsgemeenten die zich daar presenteren. Projectleiders en emigratieloodsen doen vervolgens hun best deze mogelijke nieuwe inwoners te porren voor een oriënterend bezoek of daadwerkelijke migratie. Blijkbaar willen heel wat mensen Nederland verlaten en hebben veel Zweedse plattelandsgemeenten behoefte aan bevolkingsaanwas. 
 

Voor deze emigratie bestaan allerlei directe en indirecte redenen, die vaak moeilijk te achterhalen zijn. Organisatoren van de beurs hebben enquêtes uitgedeeld waarin ze informeren naar het profiel van de bezoekers en hun interessegebieden. De website emigratiebeurs.nl presenteert de resultaten met een indicatie van trends voor toekomstige emigratie uit Nederland. Zo is 29 procent van de bezoekers getrouwd of woont samen en heeft kinderen, 61 procent is hoger opgeleid en de gemiddelde leeftijd van de bezoekers is 31 jaar. De verwachting is dat meer mensen parttime in het buitenland gaan wonen en dat de zoektocht naar een betere kwaliteit van leven toeneemt. Volgens de website gaat het daarbij om rust, ruimte en een natuurlijke leefomgeving, minder stress en hectiek. Dit soort gegevens biedt wel een kijkje in migratiemotieven, maar voor een genuanceerder beeld is verder onderzoek nodig.

Motieven

In hun rapport Weg uit Nederland noemen Harry van Dalen en Kène Henkens twee belangrijke redenen voor emigratie: de kwaliteit van de publieke ruimte – (gebrek aan) natuur, stilte, ruimte en druk door de hoge bevolkingsdichtheid – en maatschappelijke problemen voortvloeiend uit vervuiling, criminaliteit en de multiculturele samenleving. Dit sluit redelijk aan bij de bevindingen van de Emigratiebeurs. Dat is op zich niet verwonderlijk, want het onderzoek is deels gebaseerd op dezelfde methode; een enquête uitgedeeld bij deze beurs in 2004. Het onderzoek van Van Dalen en Henkens wijst verder uit dat een derde van de ondervraagden zelfs bereid is te emigreren als ze er financieel op achteruit gaan. Deze conclusies zijn relevant en interessant, maar enquêtes laten relatief weinig ruimte voor kwalitatieve vragen over gevoelens, ervaringen en diepere beweegredenen van de migranten.

Zweden
FOTO: STEFAN KLAAS

Zoals Ben de Pater, Leo Paul en Gerhard Gustafsson in Geografie van september 2007 al beschreven, kampen veel Zweedse plattelandsgemeenten met bevolkingskrimp en economische stagnatie waardoor er weinig werkgelegenheid is. De landschappen zien er op het eerste gezicht misschien idyllisch uit, maar verhullen belangrijke sociale uitdagingen. Scholen, bibliotheken, winkels en andere voorzieningen moeten sluiten en vooral de jeugd trekt er weg. Vanwege de lange afstanden, lagere bevolkingsdichtheid en sterkere vergrijzing zijn de gevolgen vaak nijpender dan in Nederland. Daarom doen plattelandsgemeenten er veel aan om nieuwe inwoners aan te trekken en te behouden. Het is daarbij van wezenlijk belang te weten waarom Nederlanders naar het Zweedse platteland migreren en er al dan niet blijven wonen.

Persoonlijke dimensie

Van 2007 tot 2013 deed ik promotieonderzoek naar de beweegredenen van migranten en baseerde me daarbij grotendeels op interviews met Nederlandse gezinnen op het Zweedse platteland. Vele zijn een eigen bedrijf begonnen of hebben er een overgenomen of meegebracht uit Nederland. Deels heeft de migratie te maken met het idee dat de kwaliteit van leven op het Zweedse platteland beter is dan in het verstedelijkte Nederland. Deels met structurele mogelijkheden zoals het vrije verkeer van mensen, goederen, diensten en kapitaal binnen de EU, waarvan Zweden sinds 1995 deel uitmaakt. Daarnaast zijn er redenen die je via interviews niet zo makkelijk kunt achterhalen. Ik heb in de loop van het onderzoek diverse malen contact gehad met de respondenten; de meeste gesprekken waren zeer prettig en informatief en gingen twee tot drie uur over allerlei migratieonderwerpen. Toch had ik niet het gevoel dat de migranten mij alles vertelden. Dat is ook logisch; wie vertelt er zomaar zijn levensverhaal aan een vreemde?

Pas later, tijdens soortgelijk onderzoek in Zweden, heb ik een diepere dimensie in de migratieverhalen kunnen ontwaren. Behalve de eerder genoemde neutrale redenen kwamen ook persoonlijke conflicten met mensen uit de naaste omgeving ter sprake. Toen ik in een interview bijvoorbeeld vroeg of de keuze voor de specifieke gemeente te maken had met Nederlandse kennissen die ook daarheen waren verhuisd, was het antwoord dat ze voor geen goud naast dezelfde buurman (als in Nederland) zouden willen wonen. In een ander interview informeerde ik of er via internet contact was met familie in Nederland, waarop het antwoord was dat ze daar weinig behoefte aan hadden. Tijdens een ander interview vertelde een Nederlandse boer mij dat hij de beoogd opvolger was van zijn vader in diens boerenbedrijf in Nederland, maar dit niet wilde, omdat hij niet goed kon opschieten met zijn vader. Na tientallen jaren in de ict gewerkt te hebben, begon het te kriebelen en startte hij in Zweden een eigen boerenbedrijf. Dit soort persoonlijke verhalen zijn volgens mij essentieel om migratie uit een welvarend land als Nederland te begrijpen. Het is echter moeilijk daarvoor een goede methode te vinden. Zie ook het kader over de tentoonstelling Thuis in twee werelden (op pagina 29), waarbij op andere manieren werd geprobeerd verhalen van migranten te verzamelen.

Complexe processen als migratie zijn het best te bestuderen door methoden te combineren

Reflexieve fotografie

Er bestaan diverse alternatieve en aanvullende methoden naast interviews, migratieverhalen, enquêtes en statistiek. In het maartnummer van Geografie bespraken Ton van Naerssen en Martin van der Velde bijvoorbeeld de drempelbenadering. Zij onderscheiden een aantal drempels binnen de ‘mobiliteitsarena’ die van toepassing kunnen zijn op allerlei soorten migratie, dus ook vrijwillige. Nederlandse gezinnen die naar Zweden migreren, zijn de indifferentiedrempel gepasseerd; zij hebben hun besluit al genomen. Door deze drempel in bijvoorbeeld interviews te bespreken, kunnen belangrijke beweegredenen aan het licht komen, zoals persoonlijke conflicten. Ook de locatie- en trajectdrempels kunnen interessante ingangen zijn voor een beter begrip van de motivaties. Waarom en hoe koppelen migranten beweegredenen zoals persoonlijke conflicten of de zoektocht naar rust en ruimte aan hun keuze voor een specifieke locatie op het Zweedse platteland? Misschien nog belangrijker, aangezien deze migranten vaak andere Scandinavische landen hebben bezocht tijdens eerdere vakanties: hoe kan het traject bijdragen aan de uiteindelijke bestemming en wat zegt dit over de essentiële motieven voor migratie?

Een andere methode, die van de reflexieve fotografie, past Stefan Kordel toe in zijn onderzoek naar Duitse pensionado’s die overwinteren in Zuid-Spanje. In zijn bijdrage aan het boek Practising the Good Life uit 2015 beschrijft Kordel hoe hij een aantal pensionado’s persoonlijk leert kennen en ze camera’s uitleent, met de vraag of ze met foto’s willen illustreren waarom ze overwinteren in Spanje. In een interview lichten ze hun foto’s met specifieke voorwerpen, gebouwen, landschappen en dergelijke toe. Dit biedt direct een kans over onderwerpen te spreken die voor de respondenten belangrijk zijn. Bovendien geeft het aan hoe ze zichzelf positioneren als toerist en tegelijkertijd aangeven dat Spanje hun ‘thuis’ is. De mogelijkheid om ambivalente gevoelens te belichten via zo’n visuele methode is waardevol voor een concreter begrip van migratiemotieven.

Combinatie

Ik ben ervan overtuigd dat complexe processen als migratie het best te bestuderen zijn door methoden te combineren. Bij reflexieve fotografie is het belangrijk dat de onderzoeker een meer persoonlijke band heeft dan bijvoorbeeld via sociale media. Pluspunt van de reflexieve fotografie is dat de onderzoeker de deelnemers uitnodigt te reflecteren op hun foto’s voordat ze erover geïnterviewd worden. Er is ruimte voor ambivalentie in migratieverhalen, wat ook van belang is voor onderzoek naar vrijwillige migratie uit Nederland. Deze migranten worstelen immers bijna altijd met de vraag of ze moeten blijven, verder migreren of terugkeren. Bovendien kunnen deze benaderingen de tekortkomingen van bestaande push- en pullmodellen opvangen, en een keep-factor toevoegen. Op die manier kunnen ze bijdragen aan een beter inzicht in de diepere beweegredenen voor vrijwillige migratie uit Nederland. Dat is niet alleen erg nuttig voor migranten en de betrokken overheden, bezoekers van volgende emigratiebeurzen weten dan ook beter wat ze van een eventuele migratie kunnen verwachten. 

    Thuis in twee werelden

    De tentoonstelling Thuis in twee werelden werd in 2015 georganiseerd door Museum Flehite in Amersfoort en kreeg veel waardering van de bezoekers. Na afloop blikte Ingelies, die als consultant meewerkte aan de expositie, terug op de werkzaamheden. Ze vertelde dat de organisatie voor de inhoudelijke bijdragen veelal uitkwam bij mensen ‘die we vaak al kenden, en die wel wilden meewerken. Soms was het lastig wat verdiepende informatie los te krijgen’. Mensen kregen ook de gelegenheid actief informatie in te brengen. Zo werden vijfduizend Nederlanders via sociale media benaderd met de vraag of ze een foto wilden opsturen die voor hen een belangrijke motief om te migreren illustreerde, eventueel met tekst. Ook werden mensen uitgenodigd hun emigratieverhaal te posten op de website en bezoekers konden op een bord op een kaartje hun eigen verhaal plaatsen. Van al die mogelijkheden werd maar mondjesmaat gebruik gemaakt. Ingelies: ‘Wat ik zelf het lastigst vond, was dat het onderwerp enorm groot is, dat er zo veel kanten aan zitten en dat er wel tien tentoonstellingen uit zouden kunnen voortkomen.’

    BRONNEN

    • Eimermann, M. 2013. There and back again? Dutch lifestyle migrants moving to rural Sweden in the early 21st century. Universiteit van Örebro, Zweden.
    • Henkens K. & H. van Dalen 2008. Weg uit Nederland: emigratie aan het begin van de 21e eeuw. NIDI Raport nr. 75. KNAW Press, Amsterdam.
    • Kordel, S. 2015. Being a tourist – being at home: reconstructing tourist experiences and negotiating home in retirement migrants’ daily lives. In: K. Torkington, I. David & J. Sardinha (Eds.), Practising the Good Life. Lifestyle Migration in Practices. Newcastle, Cambridge Scholars: 105-122.
    • Naerssen, van T. & M. van der Velde 2016. De mobiliteitsarena. Drempels bepalen keuzes van (potentiële) migranten. Geografie maart 2016: 23-26.
    • Pater, de B., L. Paul & G. Gustafsson 2007. Lessen uit Värmland. Hoe een krimpende bevolking het hoofd te bieden. Geografie september 2007: 33-38.