Van boekenbieb naar volkspaleis

28 februari 2020
Dit artikel is verschenen in: geografie maart 2020
leefbaarheid
Nederland
Kennis
FOTO: SUSAN YIN/UNSPLASH

De bieb is bezig aan een opmars van stofnest naar hotspot. Althans de grote vestigingen: Neude is het recentste voorbeeld van een multifunctionele bibliotheek in een architectonisch interessant pand. Maar de lokale bibliotheken gaat het minder voor de wind. 

 

Al meer dan 15 jaar werk ik naast mijn baan op de universiteit als vrijwilliger in de bibliotheek bij mij in de buurt. Toen ik mij destijds aanmeldde, werd ik wat bevreemd aangekeken. Waarom zou ik als 20’er in de bieb willen komen werken? Mijn verwachting nieuwe mensen te leren kennen werd direct wat getemperd: ‘Hier komen vooral ouderen’. Sindsdien hoor en lees ik uitspraken dat de bibliotheek over tien jaar niet meer bestaat; een sterfhuis dat door digitalisering zijn bestaansrecht verliest. Gelukkig geldt dat niet voor mijn bieb, hoewel twee andere vestigingen in de gemeente inmiddels hun deuren hebben moeten sluiten. Steeds meer bibliotheken worden tegenwoordig wegbezuinigd, terwijl de overblijvers het roer (moeten) omgooien. 

Maar er zijn ook andere geluiden. Journalist Tracy Metz, die veelvuldig schrijft over ruimtelijke vraagstukken, spreekt in NRC Handelsblad van een wederopleving van de openbare bibliotheek. Ze verwijst naar allerlei voorbeelden in binnen- en buitenland waar de bibliotheek nieuw leven is ingeblazen. Vaak zijn dit grote bibliotheken, in architectonische hoogstandjes, zoals de Rozet in Arnhem. Recentelijk zijn daar nieuwe voorbeelden bijgekomen, waaronder de LocHal in Tilburg, het Groninger Forum en de vestiging in het oude postkantoor op Neude in Utrecht, die begin maart opengaat. De bibliotheek wordt aanjager van een grootschalig, multifunctioneel herontwikkelingsproject, waarbij de grenzen tussen de bieb en andere activiteiten in het gebouw steeds meer vervagen. Zo komen er in de nieuwe bibliotheek op Neude niet alleen boeken en studie- en werkplekken, maar ook een theater, filmzaal, restaurant met bar en een bibliotheekcafé. 

Kortom, de bibliotheek is zich opnieuw aan het uitvinden – of het nu gaat om de nieuwe hotspots of om de kleinere vestigingen zoals de bibliotheek bij mij in de buurt. Maar dit is niet alleen een positieve ontwikkeling. 

Gast aan tafel 

Ruim een jaar geleden zag een nieuw initiatief het daglicht in mijn bibliotheek: Gast aan tafel. Iedere woensdagmiddag komt een groep van zes tot veertien mensen bij elkaar om samen te lunchen en te discussiëren. Soms is er letterlijk een gast aan tafel: dan vertelt iemand over een bijzondere hobby of reis, gevolgd door een gezamenlijke discussie over dat thema. De kracht ligt in de kleinschaligheid; het is nadrukkelijk niet bedoeld als lezing maar als gesprek. 

Gast aan tafel past binnen de ambitie om te transformeren ‘van boekenbieb naar mensenbieb’, aldus de vestigingsmanager. Hoewel het niet letterlijk zo wordt gepresenteerd, is de lunchbijeenkomst eigenlijk een sociaal project. Deelnemers zijn vooral alleenstaande ouderen, soms bezoekers van de nabijgelegen dagopvang. Na afloop gaat een gastenboek rond. Een deelnemer schreef daarin dat ze kwam om mensen te ontmoeten omdat ze zich eenzaam voelde. Een andere bezoeker kwam al regelmatig naar de bibliotheek, vooral voor een praatje. Regelmatig vroeg hij mij of een andere medewerker: ‘Mag ik even vertellen wat er vandaag is gebeurd?’ Gast aan tafel breidt de kring van mensen uit aan wie hij zijn verhaal kwijt kan. 

Er zijn steeds meer activiteiten die van oorsprong niet in de bibliotheek plaatsvinden, zoals de breiclub die er elke week samenkomt en een yogasessie voor kinderen. De bieb organiseert deze activiteiten niet zelf, maar biedt kosteloos ruimte aan. 

Trails of accountability: het management van de bieb combineert opmerkingen uit het gastenboek met data over eenzaamheid en aantallen bezoekers van activiteiten in plaats van abonnementen om de gemeente te overtuigen van het belang van de bibliotheek in de samenleving.
G03_vanMelik_Boekenbieb_tot_volkspaleis.pdf
Download deze afbeelding hier in het groot
Download dit document (2.38 MB)

Het idee erachter is nieuwe doelgroepen aan zich te binden. Zo wordt de gamende jeugd niet de deur gewezen, zelfs al geeft die soms geluidsoverlast. In plaats daarvan nodigde de manager de jongens uit om samen enkele regels op te stellen. Sindsdien is er een inschrijflijst, waarop de gamers hun naam en tijdstip noteren. Ze mogen maximaal een half uur met z’n tweeën achter de computer. Een van de jongens vertelt dat hij de regels heeft bedacht. Dit gevoel van eigenaarschap maakt ook dat de gamers zich over het algemeen aan de regels houden, al gaat het volume in het heetst van de strijd nog regelmatig omhoog. De manager ergert zich er niet aan; ze is al lang blij dat de jongeren in een ruimte met boeken zijn, in de – wellicht naïeve – hoop dat de regelmatige bezoekjes aan de bieb hen later enthousiaste lezers maken. Om die reden heeft ze ook posters opgehangen met de uitnodiging te komen studeren in de bibliotheek: ‘Leren voor school? Kom naar de bieb! Gratis wifi, aandacht :-) en eerste kopje koffie/thee.’ 

Yoga en raps 

Zulke ontwikkelingen zijn niet uniek voor mijn bibliotheek. Vooral in de Verenigde Staten zijn er veel voorbeelden van nonbook- based services, inclusief fitness- en yogalessen. Ook wordt de bibliotheek steeds vaker een makerspace, waar mensen een bepaalde vaardigheid leren, zoals coderen en breien. In de nieuwe bibliotheek in Leidsche Rijn kunnen kinderen hun eigen rap maken. Ook zijn er bibliotheken met 3D-printers of ander gereedschap zoals soldeerbouten te leen. De ambitie van de bibliotheek gaat dan ook verder dan toegang tot kennis en informatie verschaffen. In het jaarverslag van mijn bieb staat: ‘De zelfontplooiing van mensen, zodat zij volwaardig kunnen deelnemen aan de maatschappij, staat voorop. Het is de ambitie om mensen zelfredzamer, vaardiger, creatiever en betrokkener te maken’. 

Veelzeggend is ook een gesprek dat ik heb met een deelnemer van de breiclub. Trots laat ze me een foto zien van zichzelf als voorlezer in de bieb. Ze vertelt me dat kinderen altijd haar passie waren, maar ze is nooit moeder geworden en heeft altijd met ouderen gewerkt. Ze vindt het mooi dat ze nu haar droom van vroeger alsnog kan verwezenlijken. Haar bezoek aan de bibliotheek heeft dus een kettingreactie teweeg gebracht. Hier kwam ze achter het bestaan van de breiclub en tijdens een breisessie polste een van de managers haar of ze voorlezer wilde worden. Het begin vond ze heel spannend, maar ze doet het nu met veel plezier. Het toont dat de bieb inderdaad ‘een plek [is] van ontmoeting waar mensen zonder verplichting, voorwaarden of drempel binnen mogen komen om zich te ontwikkelen (…) Natuurlijk komen mensen nog naar de bibliotheek om een boek te wisselen, maar ook dat is een moment van sociale ontmoeting’, zoals het jaarverslag stelt. 

Maatschappelijke bibliotheek 

De transitie tot maatschappelijke bibliotheek lijkt het redmiddel voor de bieb te zijn, en geeft deze nieuw bestaansrecht. Maar is die nieuwe functie niet ook een dekmantel voor de problematische ontwikkeling in de huidige samenleving dat gespecialiseerde (ouderen)zorg minder toegankelijk is? Officieel zijn de managers en vrijwilligers geen sociaal werkers en bieden ze geen zorg. Ze verwijzen hoogstens door wanneer ze bijvoorbeeld merken dat iemand eenzaam is. Tegelijkertijd hebben ze in toenemende mate te maken met kwetsbare mensen. Een cursus community librarian moet mijn manager handvatten geven hiermee om te gaan, maar het is geen volwaardige zorgopleiding. Bovendien is er alleen ruimte voor zulke sociale activiteiten als er een vrijwilligersteam klaarstaat om de boeken op te ruimen. Het jaarverslag waarschuwt: ‘Het [is] de vraag of – met de stijgende pensioenleeftijd – er straks nog voldoende vrijwilligers over zijn om al onze activiteiten te ondersteunen’. 

Subsidie 

Daar komt bij dat de bibliotheek in toenemende mate afhankelijk is van subsidiestromen. Het aantal betaalde lidmaatschappen neemt al jaren af. Maar hoe verantwoord je de uitgaven van ‘de nieuwe bibliotheek’? Aantallen lidmaatschappen en uitleningen zijn immers veel beter meetbaar dan de (impact van de) ontmoetingsfunctie van de bibliotheek. In hoeverre draagt Gast aan tafel eraan bij dat de bezoekers meer ‘deelnemen aan de maatschappij’? De directeur en managers van de bibliotheek gebruiken trails of accountability. Ze combineren opmerkingen uit het gastenboek met data over eenzaamheid en aantallen bezoekers van activiteiten in plaats van ledenaantallen. Op die manier proberen ze de gemeente te overtuigen van het belang van de bibliotheek in de samenleving, en toekomstige subsidies zeker te stellen. Iedere gemeente bepaalt zelf hoeveel subsidie voor welke activiteiten beschikbaar is, waardoor de ene bieb meer kan bieden dan de andere. Lang niet alle nieuwe activiteiten in de bibliotheek zijn gratis. Zo moet je voor de rapworkshop vijf euro betalen. Natuurlijk gaat voor niets de zon op, maar deze trend ondermijnt precies het onderscheidende van de bibliotheek. Zo stelt schrijver en taalliefhebber Paulien Cornelisse: ‘De bibliotheek is uniek. Het is het enige gebouw in de publieke ruimte waar je geen geld hoeft uit te geven, en waar je ook geen religie wordt aangeboden. Laat het tot je doordringen: verder kost alles, álles, geld of toewijding. Daarnaast is de bibliotheek cultureel, maar toch voor iedereen.’ Dat laatste maakt samenkomst in de bieb complex. Als uiteenlopende gebruikersgroepen naar de bibliotheek komen, leidt dat potentieel tot conflicten. Zo is studeren moeilijk in het bijzijn van de luidruchtige gamers en eigent de breiclub zich het leescafé toe waardoor anderen er mogelijk geen gebruik van maken. Volgens de directeur gaat het om continu afwegingen maken, want je kunt simpelweg niet alle doelgroepen bereiken of tevreden stellen. ‘Het enige dat je kan doen, is je stinkende best om activiteiten op gang te krijgen en zo bij te dragen aan de sociale cohesie en het verbeteren van de laaggeletterdheid.’ 

De bibliotheek: een sterfhuis dat door digitalisering zijn bestaansrecht verliest?

Sociale missie 

Socioloog Eric Klinenberg noemt bibliotheken palaces for the people, volkspaleizen en stelt dat ze zeker niet overbodig of irrelevant zijn, maar juist ondergefinancierd en overvraagd. Hoe kan de bieb de ontmoetingsfunctie vervullen als deze steeds vaker wordt wegbezuinigd? Het is fantastisch dat nieuwe bruisende plekken ontstaan, maar in hoeverre worden andere vestigingen daarvan de dupe? Hoe verhouden de investeringen in nieuwe panden zich ten opzichte van de sociale kosten van de bibliotheek? Het zou zonde zijn als de nieuwe hotspots vooral worden gebruikt door de stedelijke elite, terwijl de bibliotheek ook zo belangrijk kan zijn voor bijvoorbeeld eenzame ouderen. Naast de hotspots moeten daarom ook kleinere, lokale bibliotheken zoals de mijne blijven bestaan. Initiatieven zoals Gast aan tafel werken juist vanwege de kleinschaligheid en beperkte anonimiteit. Alleen dan is de bibliotheek van nu, zoals Tracy Metz stelt, ‘een bruisende plek met een sociale missie.’

 

Vanwege de privacy van de medewerkers en bezoekers van de bibliotheek zijn hun namen achterwege gelaten en is de locatie van de bibliotheek onbekend gelaten. 

 

NASCHRIFT

Net toen dit nummer bij de drukker lag, bracht de Raad voor Cultuur een advies uit aan het ministerie van OCW over bibliotheken, met de oproep dat iedere gemeente op z’n minst één biebvestiging zou moeten hebben. Zie onder andere: nos.nl/artikel/2322495-raad-voor-cultuur-gemeenten-verplichten-om-goede-bieb-op-te-tuigen.html

 

BRONNEN 

  • Cornelisse, P. 2019. Behalve de bibliotheek kost alles, álles, geld of toewijding. De Volkskrant, 16 december 2019. 
  • Klinenberg, E. 2018. Palaces for the People. How to Build a More Equal and United Society. The Bodley Head, Londen. 
  • Metz, T. 2019. De bieb wordt een hotspot. NRC Handelsblad, 6 december 2019.