Van Tsjernobyl tot Fukushima

1 maart 2015
Auteurs:
Dit artikel is verschenen in: geografie maart 2015
veiligheid
Oekraïne
Kennis
FOTO: ROIJ SCHOLTEN
In de haast achtergelaten kermisattractie met botsautootjes in de spookstad Pripyat.

Bijna dertig jaar geleden vond in het noorden van wat nu Oekraïne is, de grootste civiele kernramp ooit plaats. Hoe is de situatie in Tsjernobyl nu? Valt daaruit iets te leren over hoe het verder zal gaan in Fukushima?

 

Tijdens een experiment op 26 april 1986 schakelden onderzoekers in de kerncentrale van Tsjernobyl een aantal veiligheidssystemen uit, waaronder het terugkoppelingssysteem voor de koeling van de reactor, terwijl niet al het personeel daarvan op de hoogte was. Kernreactor nummer 4 explodeerde en verspreidde nucleaire deeltjes over grote delen van Europa en de toenmalige Sovjet-Unie.

Radioactieve deeltjes

De rookpluim uit de reactor volgde de windrichting en verspreidde hoogradioactieve deeltjes in de directe omgeving en gebieden ten noorden en westen van de centrale. In grote delen van Scandinavië, de Balkan en Centraal-Europa werden in de dagen na de ramp relatief hoge radioactieve waarden gemeten, maar deze namen al snel af. Bij de ramp kwamen ook radioactieve deeltjes vrij die langzamer afbreken. Deze werden opgenomen door vegetatie, grondwater en bodem, waar ze zich ophoopten in de voedselketen en in met name arme rurale en beboste gebieden in Oost-Europa via aardappels, melk en vlees in de mens terechtkwamen. Vooral de ioniserende deeltjes vormen een groot risico voor de gezondheid. In de Sovjet-Unie mocht de bevolking in de weken na de ramp gewoon melk en vlees consumeren uit de zwaar besmette gebieden. Schattingen over het totale aantal slachtoffers lopen sterk uiteen.

 

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) schatte in 2006 dat er vierduizend sterfgevallen zouden optreden. Na een golf van kritiek verhoogde ze de schatting naar negenduizend. Andere bronnen noemen vele tienduizenden dodelijke slachtoffers (zie www.kennislink.nl/ publicaties/slachtoffers-van-tsjernobyl).

KAART: OPEN UNIVERSITY
Stralingsvervuiling in Europa direct na de kernramp in Tsjernobyl

Ook in Nederland werd destijds voor besmetting gevreesd. In de eerste paar dagen na de ramp moest al het vee in Nederland verplicht op stal en mochten bladgroenten niet geoogst worden. Anno 2015 is er nog steeds veel discussie over de gevolgen van de verspreiding van radioactieve deeltjes over Europa. Er zijn veel tegenstrijdige studies gepubliceerd. In delen van Duitsland wordt nog steeds geadviseerd geen wilde paddenstoelen te eten, terwijl er in Polen en Oekraïne vrijwel geen beperkingen gelden.

Evacuatie

Pas twee dagen na de explosie werden in Zweden en Finland verhoogde niveaus van radioactiviteit aangetroffen en drong de omvang van de ramp door tot de buitenwereld. Pripyat, dat op 3 kilometer van de kerncentrale lag, werd pas 60 uur na de ramp geëvacueerd. De ruim 44 duizend inwoners mochten alleen het hoognodige meenemen; later zouden ze hun overige bezittingen kunnen ophalen. Zover is het echter nooit gekomen, waardoor veel persoonlijk bezittingen achterbleven of geplunderd werden. Pas tien dagen na de ramp werden andere dorpen en steden binnen 30 kilometer rondom de centrale geëvacueerd. In totaal ging het om bijna vierhonderdduizend mensen. De houding van het Sovjet-bewind leidde destijds tot diep wantrouwen onder de getroffenen.

Lunch in Tsjernobyl

Op 22 november 2014 rijden we de ‘vervreemdingszone’ rondom de voormalige kerncentrale in. Het gebied is sinds 6 mei 1986 hermetisch afgesloten en alleen toegankelijk met een vergunning of met een kleine groep onder leiding van een erkende gids. Na twee checkpoints van de SBU, de Oekraïense geheime dienst, passeren we een grote kudde Mongoolse paarden. De huizen van het eerste spookdorp dat we passeren, zijn door vegetatie overwoekerd en bijna niet meer zichtbaar vanaf de weg. Er groeien bomen rondom, op en in de gebouwen. Speeltoestellen van de basisschool staan te roesten op het schoolplein, dat eveneens begroeid is met bomen en struiken.

FOTO: ROIJ SCHOLTEN
Verlaten klaslokaal met verspreid op de grond schriften en voorin een landkaart met de kop van Lenin en een deel van de Sovjet-Unie erop, in Pripyat.

Verderop, in Tsjernobyl, wonen enkele tientallen mensen die destijds weigerden het gebied te verlaten, brandweerlieden, overheidspersoneel, onderzoekers en constructiewerkers die rondom de centrale bezig zijn. Er is zelfs een restaurant waar we kunnen lunchen. De stralingsniveaus in Tsjernobyl, op ruim 15 kilometer van de centrale, zijn tot viermaal zo hoog als de waarden die we in Kiev meten (0,2 µSv/uur), maar lager dan de waarden die je in een vliegtuig op kruishoogte aantreft (2,2 µSv/uur).

Rode boomkruinen

Vanaf het ‘Rode Bos’ richting de kerncentrale lopen de stralingsniveaus aanzienlijk op, tot honderdmaal de basiswaarde die we in Kiev hebben gemeten (20 µSv/uur). We blijven hier dan ook niet lang. Het bos is vernoemd naar de bruinrode kleur van de kruin en bast van de bomen als gevolg van de sterke straling. Ze hebben blootgestaan aan zeer hoge stralingsniveaus direct na de ramp, en de stralingswaarden zijn nog steeds zeer hoog, waardoor er weinig nieuwe vegetatie is.

Er is veel onderzoek gedaan naar de gevolgen van de hoge stralingswaarden voor dieren en planten binnen de zone. Organismen nemen in de loop der tijd straling op waardoor ze extreem hoge stralingsniveaus opbouwen in hun weefsels en botten. Dit effect is meetbaar wanneer we door het bos naar een spookdorpje lopen. Een test op een willekeurige boom geeft een waarde van ruim 12 µSv/uur, terwijl de natuurlijke achtergrondstraling in Kiev slechts 0,2 µSv/uur is.

Uit diverse onderzoeken blijkt dat dergelijke hoge stralingswaarden grote gevolgen hebben voor de biodiversiteit van de bossen. Ze leiden tot meer mutaties, minder geboorte en meer sterft e in vogel- en zoogdierpopulaties. Ongeveer een derde van de jonge boerenzwaluwen rondom de centrale heeft een afwijking, en ongeveer een kwart krijgt geen nakomelingen. Recentelijk hebben onderzoekers bewijzen gevonden dat wilde dieren binnen de zone zich aanpassen aan de ioniserende straling. Vogels die sterk besmet zijn, hebben een verhoogde concentratie antioxidanten in hun bloed, die bescherming biedt tegen vrije radicalen als gevolg van de straling.

Ondanks de sterke besmetting van het gebied herstelt de natuur zich wonderbaarlijk. Er komen niet alleen grote kuddes Mongoolse paarden voor (geïntroduceerde soort), maar ook zeldzame dieren als bevers en wolven. Wetenschappers hebben onlangs zelfs lynxen en bruine beren waargenomen. Niet alleen omdat hier nauwelijks nog mensen komen; ook de stralingsniveaus zijn de afgelopen jaren significant gedaald. Afgezien van enkele hotspots waar de stralingswaarden nog zo hoog zijn dat ze significante gevolgen hebben voor populaties, vertoont de 30 kilometerzone stralingswaarden die slechts licht verhoogd zijn in vergelijking met de natuurlijke achtergrondwaarden.

Spookstad Pripyat

De excursie eindigt in de spookstad Pripyat. Dit was ooit een typische Sovjet-modelstad, gebouwd voor de werknemers van de kerncentrale en hun gezinnen. Flats, kantoren, winkels, een stadion, een gemeentehuis, middelbare school, theater; alles wat je in een stad van 45 duizend inwoners kunt verwachten. Het staat er allemaal nog, maar de bewoners zijn verdwenen. Heel vervreemdend. De pannen staan nog op tafel. Schrift en, boeken en gasmaskers liggen verspreid over de grond; een landkaart met de kop van Lenin erop ligt scheef tegen de muur. Bedjes staan op een rij in de slaapzaal. Het reuzenrad en botsauto’s zijn gereed voor het feest op het centrale plein, bijna 30 jaar terug.

FOTO: ROIJ SCHOLTEN
Een monument dat bij de stichting van Tsjernobyl in 1970 langs de hoofdweg werd geplaatst. De stad werd, net als Pripyat, gebouwd voor werknemers van de kernreactor.

De andere ramp

Ruim drie jaar geleden vond de kernramp in de Fukushima Daiichi reactor plaats. De installatie werd geraakt door een tsunami als gevolg van een zware aardbeving met magnitude 9. Deze kernramp werd net als die van Tsjernobyl ingedeeld in de hoogste categorie van de internationale INES-schaal voor kernongevallen. Toch was de ramp van Fukushima van een totaal andere orde – in Tsjernobyl ontsnapte ongeveer 20 keer zo veel radioactief materiaal. Bovendien belandde bij de kernramp van Fukushima meer dan de helft van het radioactieve materiaal in de oceaan, waardoor het vraagstuk over de gevolgen en de risico’s veel meer is gericht op het mariene ecosysteem. Een ander belangrijk verschil is dat bij de kernramp in Fukushima de meest vervuilende en gevaarlijke radioactieve elementen niet zijn vrijgekomen. Was de kernreactor van Tsjernobyl in Japan geëxplodeerd, dan had een significante hoeveelheid straling zeer dichtbevolkte gebieden als Tokyo kunnen bereiken.

Lessen van Tsjernobyl

In Tsjernobyl wordt momenteel een nieuwe sarcofaag gebouwd om de omgeving de komende honderden jaren te beschermen tegen het radioactieve materiaal in de geëxplodeerde reactor. Na de plaatsing van de sacrofaag (gepland in 2017) zal een deel van de vervreemdingszone naar verwachting worden vrijgegeven. Of er straks economische activiteiten worden toegestaan, is nog niet bekend. Landbouw en bosbouw zullen in ieder geval nog lang verboden zijn. Ook de 10 kilometerzone rondom de reactor zal nog lange tijd beperkt toegankelijk zijn.

Wat kunnen we van de kernramp bij Tsjernobyl leren? Een belangrijke les is dat de overheid transparant moet opereren. Hoewel er na de kernramp van Fukushima veel is misgegaan in de communicatie, en de Japanse overheid ook zeer terughoudend was met het delen van informatie over de ramp, is ze inmiddels aanzienlijker opener geworden. Veel informatie over de stralingsniveaus en de gezondheidsrisico’s is nu voor iedereen toegankelijk. De getroffen inwoners moeten kunnen vertrouwen op de overheid, zodat zij beslissingen kunnen nemen voor de toekomst.

Een andere belangrijke les is dat de overheid de problemen snel moet aanpakken om te voorkomen dat de huidige en toekomstige generaties de dupe worden. De Japanse overheid is vrij snel na de ramp begonnen met een grootscheepse ontsmetting (decontaminatie) van het getroffen gebied. Het was de bedoeling dit in het voorjaar van 2014 af te ronden, maar door een tekort aan opslagcapaciteit voor besmet materiaal is de einddatum verschoven naar maart 2017. Mede dankzij de grootscheepse decontaminatie is een deel van de vervreemdingszone rondom Fukushima weer toegankelijk voor de inwoners. Maar nog niet alle inwoners hebben toestemming er permanent te verblijven. Deze beperkingen zullen waarschijnlijk na voltooiing van het decontaminatieproces in de loop van 2017 opgeheven worden. De meeste getroffen inwoners kunnen dan naar huis terugkeren en hun leven daar weer oppakken. Een kleine minderheid zal echter nog vele decennia geduld moeten oefenen. De komende 20 tot 40 jaar blijft er namelijk een vervreemdingszone van enkele kilometers rondom de centrale bestaan tot deze volledig ontmanteld is.