Hulpkaart toetsen
Aardrijkskundetoetsen bestaan vaak uit open vragen. Formuleren is hierbij erg belangrijk en dat vinden leerlingen moeilijk. De Hulpkaart Toetsen helpt docenten en leerlingen bij het beantwoorden van vragen. De hulpkaart onderscheidt vier typen vragen: geef een oorzaak/reden/argument, leg uit, beredeneer en beschrijf. Ieder type vraag is voorzien van een voorbeeld en een antwoord. Zo geeft de hulpkaart bij een ‘leg uit’-vraag aan dat je moet ingaan op oorzaak en gevolg, en de relatie moet beschrijven. Formuleren van antwoorden is een vaardigheid die leerlingen pas na veel oefenen onder de knie krijgen en de Hulpkaart Toetsen helpt daarbij.
Op de achterkant staan de geografische werkwijzen. Aardrijkskunde gaat over het schakelen tussen diverse schaalniveaus. De hulpkaart laat zien hoe je kunt in- en uitzoomen. Een aardrijkskundig onderwerp bevat altijd meerdere dimensies, zoals economische en natuurlijke. Het overzicht van schaalniveaus en dimensies helpt de leerlingen een gebied in een geografische context te plaatsen.
De kaart is getest op enkele scholen. Leerlingen vinden dat de kaart hen helpt om hun antwoorden eenduidiger en strakker te formuleren. Docenten zien de kaart als een hulpmiddel bij het opstellen van toetsen en antwoordmodellen. Je kunt de kaart ook op posterformaat uitprinten en in het lokaal hangen. Hij is bedoeld voor leerlingen in de klassen 3 en 4 havo/vwo. Na klas 4 moeten de leerlingen in staat zijn zonder hulpkaart antwoorden te formuleren.