Terwijl het politieke debat in elke lidstaat erg nationaal blijft, moeten Europese politici steeds meer op twee borden tegelijk schaken.
De beslissingen van het Nobelcomité zijn nogal eens omstreden. Zo ook afgelopen najaar toen het comité de Nobelprijs voor de vrede toekende aan de Europese Unie. De EU kreeg de prijs voor haar rol in de verandering van Europa in zestig jaar van een continent van oorlog in een continent van vrede.
De Europese Unie beleeft niet alleen een economische en financiële crisis. Ook politiek verkeert de EU in zwaar weer. Het laatste jaar zijn zeker negen nationale regeringen vervangen. De stem van de middenklasse is steeds moeilijker te winnen vanwege de toenemende onzekerheden en het gevoel van sociale demotie.
De EU doet haar best ‘strategische partnerschappen’ aan te gaan met de nieuw opkomende economische en geopolitieke machten in de wereld. Vooralsnog zonder veel succes.
Na de bevrijding circuleerden er wilde plannen om een deel van Duitsland bij Nederland te voegen. Uiteindelijk diende de regering een betrekkelijk bescheiden wens tot territoriale uitbreiding in. De geallieerden waren wijs genoeg de Nederlandse aanspraken vrijwel niet te honoreren.
Op hoogtijdagen staan in Brussel de prominenten in de schijnwerpers. Maar achter de schermen houden Europese beleidsmakers het wiel draaiend. Zij vormen een moeilijk te doorgronden geheel – woorden als ‘beleidsapparaat’ en ‘machinekamer’ suggereren wellicht nog iets te veel coherentie – maar zonder hun inzet loopt de boel geheid vast.
Midden in het euronoodweer gaat het financiële toezicht in de Europese Unie stevig op de schop. Eén onderdeel betreft de accountantscontroles, waarbij vier grote kantoren de markt al te zeer domineren en belangenverstrengeling op de loer ligt.
De Italiaanse premier vindt zijn land een ‘Paese di merda’, zo kon deze zomer de hele wereld hem horen zeggen op een uitgelekte telefonische opname van de Italiaanse justitie. Berlusconi zet zich desondanks in voor drastische bezuinigingsmaatregelen die de fi nanciële en economische situatie van Italië moeten verbeteren. Maar het gaat niet van een leien dakje.
Aan de interpretatie van een kaart van verkiezingsuitslagen zitten haken en ogen. Tegenwoordig wordt kiesgedrag ook vaak geïnterpreteerd op basis van enquêtes onder steekproeven. Maar ook hieraan kleven bezwaren. Combinaties van beide kunnen uitkomst bieden. Het moment is ernaar: de electorale krachtverhoudingen in ons land ondergaan een structurele wijziging.
De recente uitbraak van een E.coli-epidemie rond Hamburg was bijzonder leerzaam voor EU-watchers. De volksgezondheid werd bedreigd, de markt voor verdachte groentesoorten verstoord. Staatssecretaris Bleker van Landbouw ging in Brussel lobbyen voor compensatie van de gedupeerde Nederlandse komkommerkwekers. Terwijl de Nederlandse regering toch pleit voor meer nationale zelfredzaamheid. In zo’n crisis is de rol van de EU echter substantieel.