Kaarten werden vroeger gedrukt van koperplaten, waarin de lijnen en letters waren gegraveerd en/of geëtst. Een van de voordelen van dit procedé was dat de graveur na verloop van tijd wijzigingen in de plaat kon aanbrengen. De kaart van Gelderland van Frederick de Wit uit de 2e helft van de 17e eeuw is maar liefst negenmaal gewijzigd, zodat er tien verschillende ‘staten’ van die kaart zijn.