Een strijd die gevoerd wordt met landkaarten; voer voor geografen zou je zeggen. Sinds jaar en dag spelen cartografische afbeeldingen van Baskenland een rol in een conflict dat voortleeft. De angst en haat zijn inmiddels onderdeel van de lokale cultuur.
Lang was Spanje een autoritaire staat waar andere landen in het openbaar liever niet mee te maken hadden. Met de toetreding tot de EG in 1986 kwam daar een eind aan en Spanje ontwikkelde zich tot een gewichtig lid van de EU. De crisis van de afgelopen jaren doet het eerdere succesverhaal echter verbleken.
Over Baskenland is veel geschreven – vaak over nationalisme, separatisme en terrorisme. Ook over het Guggenheim Museum in Bilbao is veel gepubliceerd – meestal over de revitalisering van de stad en het Guggenheimeffect. De twee fenomenen hebben echter veel met elkaar te maken.
Wie over de Plazuela de la Puente in Madrid loopt, treft daar vaak groepjes migranten aan. Ze hopen op een klus van aannemers die hier voordelige arbeidskrachten komen ronselen. De meesten zijn in 2000-2007 gearriveerd. Arbeiders waren toen niet aan te slepen en veel migranten waren vóór hun komst al zeker van werk. Nu zit een groot deel al maanden zonder.
De schone lucht is een groot pluspunt van de Kop van Noord-Holland. Tegelijkertijd moet de lokale economie blijven draaien. Het idee van de ‘ademende regio’ biedt kansen voor verdere ontwikkeling. Het geeft hoofdplaats Den Helder handvatten om er bovenop te komen.
In A Jangada De Pedra (Het stenen vlot) uit 1986 van José Saramago breekt het Iberische Schiereiland door aardbevingen los van Europa. Onzinnig? Ja. Toch zijn Spanje en Portugal wel degelijk een ‘stenen vlot’ geweest in het geologische verleden. Al was Spanje nog niet zoals we het nu kennen; Torremolinos maakte geen deel uit van het continent. Een interessante plek om te bestuderen hoe plaatbewegingen dit microcontinent vormgaven en nog steeds nu en dan opschudden, getuige de laatste schokken op 11 mei.
Je zult maar een bananenplant in de tuin aan het ingraven zijn en er kruipt een giftige bananenspin uit. Er zijn Nederlanders die het overkwam. Wereldwijd is er een levendige handel in planten en soms liften daarbij onbedoeld organismen mee. Ze kunnen schadelijk zijn voor volkgezondheid, landbouw en natuur.
Op 11 maart schudt de bodem voor de noordoostkust van Japan langdurig en hevig. Een beving met een magnitude van 9.0 zet de zeebodem en daarmee ook het bovenliggende water in beweging. De schade door de beving zelf valt mee, die van de daarop volgende tsunami is echter enorm en nog steeds niet te overzien.
Japan ligt in een geologisch zeer actief gebied en heeft daaruit veel lessen getrokken wat betreft bouw, stadsplanning en rampenbestrijding. De enorme maatschappelijke schade van de aardbeving en tsunami van maart jl. roepen echter vragen op over de wenselijkheid van de herinrichting van de zwaargetroffen regio’s en over de energiepolitiek van het land.
Na de turf- en kolenlandschappen en de periode van olieplatforms, gasvelden en pijpleidingen zal een derde generatie energielandschappen haar stempel op onze omgeving drukken. In deze landschappen staat het gebruik van renewables en restwarmte centraal en speelt ruimtelijke nabijheid een belangrijke rol.