Bij haar 40-jarig bestaan in 1913 laat het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap een gouden medaille vervaardigen om elke twee jaar uit te reiken aan iemand die zich bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt voor de geografie en cartografie. Als afbeeldingen op de medaille wordt gekozen voor ‘de fraaie beeltenis van onzen geleerden aardrijkskundige en cartograaf Plancius en de bekende voorstelling van het vertrek der eerste Nederlandsche vloot naar Java, welke van zoo gewichtige gevolgen voor de verdere vorming van handel en wetenschap in ons land geweest is’. Plancius was de officiële kaartenmaker van de Vereenigde Oostindische Compagnie (zie ook Geografie 2022-9). Vanwege het veranderende denken over kolonisatie heeft het KNAG-bestuur dit jaar besloten deze onderscheiding om te dopen in de Atlasmedaille. Maar wat of wie is ‘Atlas’?
Atlas: Astronoom, hemeldrager, aardedrager
Als het tegenwoordig over ‘Atlas’ gaat, denkt vrijwel iedereen aan een boek met kaarten. Enkelen zien wellicht het Marokkaanse gebergte voor zich of denken aan de hemel dragende Titaan uit de Griekse mythologie. Dat vraagt uitleg.
De Griekse mythologie is niet bepaald consequent: er zijn uiteenlopende verhalen over Atlas, die elkaar ook regelmatig tegenspreken. Enkele zijn voor ‘onze’ Atlas van belang.
De Titaan Atlas
Het eerste verhaal vertelt dat Atlas de leider van de Titanen was in de strijd van Kronos tegen diens zoon en oppergod Zeus. De laatste won en Atlas moest toen voor straf op de meest westelijke rand van de aarde gaan staan en het hemelgewelf op zijn schouders dragen.
Deze geschiedenis verkreeg nieuwe aandacht toen in de 16e eeuw een marmeren beeld van de hemeldragende Atlas in Rome gevonden was. Het werd in 1562 verworven door kardinaal Alessandro Famese. Deze ‘Atlante Farnese’ (figuur 1) heeft het gebruik van de Atlasfiguur als verbeelding van de wereld zeker nieuw leven ingeblazen. Hij komt voor op de titelpagina van kaartboeken die Antonio Lafreri in de jaren 1570 in Rome vervaardigde (figuur 2). Maar als je die afbeelding goed bekijkt, lijkt het niet te gaan om een hemelglobe, maar om een aardglobe met een fantasiekaartbeeld dat iets weg heeft van Europa, Afrika en Amerika.
Er zijn uiteenlopende verhalen over Atlas, die elkaar soms ook tegenspreken
Het tweede, minder bekende verhaal is opgetekend door de Griekse geschiedschrijver Diodoros van Sicilië (circa 90-30 v.Chr.) in een soort overzicht van de Griekse mythen en sagen. Hij schrijft dat Atlas na de dood van zijn vader Uranus het deel van diens koninkrijk kreeg dat aan de oceaan lag. De bewoners heetten voortaan Atlantiërs en de grootste berg kreeg de naam Atlas. Diodoros vervolgt: ‘Ze zeggen ook dat hij de wetenschap van de astrologie perfectioneerde en als eerste de leer van de sferen aan de mensheid bekendmaakte; en om deze reden ontstond het idee dat de hele hemel op de schouders van Atlas rustte, waarbij de mythe op onduidelijke wijze zinspeelde op zijn ontdekking en beschrijving van de sferen.’
In een derde, bekender, verhaal speelt Atlas een rol in de mythe over de twaalf werken van Hercules. Hercules moest de gouden appels stelen uit de boom in de tuin van de Hesperiden. Omdat een sterveling dat niet kon doen, vroeg Hercules aan Atlas of die de appels voor hem wilde plukken. Hercules zou dan Atlas’ plaats als hemeldrager innemen. Atlas ging erop in, maar wilde bij terugkomst het hemelgewelf niet meer op zijn rug nemen. De listige Hercules vroeg of Atlas dat toch even wilde doen, zodat Hercules iets ter bescherming op zijn schouders kon leggen. Atlas ging daarop in en Hercules nam de benen met de kostbare appels.

Boek met kaarten
Dat een boek met kaarten een atlas is gaan heten, is indirect te danken aan Gerard Mercator. De hertog van Kleef stelde Mercator in 1563 aan als zijn ‘kosmograaf’. Om die reputatie waar te maken, begon Mercator ideeën te ontwikkelen voor een groot kosmografisch werk, waarin hij een samenvatting wilde geven van alles wat bekend was over de schepping, de astronomie, geologie, antieke en moderne geografie, etnografie, politieke geschiedenis en chronologie.
Mercators noodlot was zijn wetenschappelijke instelling. Telkens stelde hij de verschijning van de beoogde publicatie uit in de hoop op nieuwe informatie. In 1569 publiceerde hij de chronologie, een soort overzicht van de geschiedenis in jaartallen. In 1578 volgde het tweede deel, een uitgave van de Geografie van Ptolemaeus. Daarna volgden in 1585 de eerste drie reeksen van zijn moderne geografie: 51 kaarten van Frankrijk, de Nederlanden en Duitsland. In 1589 volgde een 4e reeks met 22 kaarten van Zuidoost-Europa. De achterkant van elke kaart bood een overzicht van de politieke en religieuze indeling van het geïllustreerde land.
Toen Mercator in 1594 overleed, liet hij 29 onuitgegeven kaarten na, onder andere van de Noordpool, IJsland, de Britse eilanden en de landen van Noord- en Oost-Europa. Hij liet ook een tekst achter over de schepping, bedoeld om op te nemen in het eerste deel van zijn kosmografie.
Een jaar na Mercators dood publiceerde diens zoon Rumold de onvoltooide delen van de kosmografie. Deze uitgave bevatte de tekst over de schepping én de kaarten uit 1585 en 1589 met de 29 niet eerder gepubliceerde kaarten, waaraan hij nog een wereldkaart en kaarten van de continenten toevoegde.
Het werk heeft twee titelpagina’s. De eerste introduceert het hele werk en draagt de titel Atlas sive Cosmographicae Meditationes de Fabrica Mundi et Fabricati Figura (Atlas of kosmografische beschouwingen over de schepping van de wereld en de vorm van het geschapene). De tweede titelpagina leidt het kaartendeel in en heet Atlantis Pars Altera: Geographia nova Totius Mundi (Tweede deel van de Atlas: Nieuwe Geografie van de hele Wereld). Deze uitgave uit 1595 is het eerste boek met de titel Atlas.
Waarom Atlas?
In het woord vooraf van de Atlas van 1595, dat Gerard Mercator vrijwel zeker zelf schreef, legde hij uit waarom hij voor de naam Atlas gekozen had. Hij volgde Diodoros van Sicilië, die Atlas omschreef als een zeer kundig astronoom en de eerste mens die het universum beschreef. In zijn derde boek schreef Diodoros: ‘Hij [Atlas] kreeg een aantal zonen, van wie er één zich onderscheidde door zijn vroomheid, rechtvaardigheid jegens zijn onderdanen en liefde voor de mensheid. Zijn naam was Hesperus. Deze koning, die eens de top van de berg Atlas had beklommen, werd plotseling door krachtige winden weggerukt terwijl hij de sterren observeerde, en werd nooit meer gezien.’ Mercator was het niet eens met deze interpretatie en schreef dat een gunstige wind Hesperus naar Spanje voerde, waar hij koning werd. In zijn vierde boek schreef Diodoros: ‘In het land dat bekend stond als Hesperitis waren er twee broers die tot in het buitenland beroemd waren, Hesperus en Atlas. Deze broers bezaten kuddes schapen die uitblonken in schoonheid en goudgeel van kleur waren.’ En wat verder ‘Want Atlas had de wetenschap van de astrologie tot een niveau ontwikkeld dat anderen ver overtrof, en had op ingenieuze wijze de bolvorm van de sterren ontdekt, en daarom werd algemeen aangenomen dat hij het hele firmament op zijn schouders droeg.’
Mercator combineerde beide verhalen. Omdat Diodoros in het derde boek schreef dat Atlas de vader was van Hesperus en in het vierde boek dat Atlas de broer was van Hesperus, concludeerde Mercator dat er twee personen met de naam Atlas waren, vader en zoon. Hij voegde zelfs een genealogisch schema toe (figuur 4).
In zijn verklaring schreef Mercator dat zijn doel was deze Atlas te volgen, maar het is onduidelijk of hij de vader of de zoon bedoelde. Maar dat is dan ook een constructie van Mercator, Diodoros schreef er niets over. Op de titelpagina van de Atlas uit 1595 zien we een man die boven op een berg zit en met een passer een (hemel)bol bestudeert, met aan zijn voeten een aardbol (figuur 5).

Mercator gebruikte de naam Atlas als aanduiding van de hele kosmografie. De vier reeksen kaarten had hij Tabulae Geograhicae genoemd, wat simpelweg ‘geografische kaarten’ betekent. Deze pretentieloze titel was niet meer dan een aanduiding voor het deel van de Atlas met moderne kaarten, dat uiteindelijk – als tweede deel van de postume editie – de titel Geographia Nova Totius Mundi (Moderne geografie van de gehele wereld) kreeg.
Atlas wordt atlas
In 1604 kochten de Amsterdamse uitgevers Jodocus Hondius en Cornelis Claesz. de koperplaten van Mercators Atlas van de erfgenamen van Rumold Mercator. In 1606 publiceerden ze er een nieuwe, aangevulde uitgave van. Omdat Hondius de tweede titelpagina niet gebruikte, was ook niet duidelijk dat de uitgave uit twee delen bestond. Daar komt bij dat het eerste deel, het verhaal over de schepping van de wereld, slechts dertig bladzijden telde en het kaartendeel meer dan driehonderd. Het scheppingsverhaal had zo de functie van een inleiding op het kaartendeel, waarmee ‘atlas’ de aanduiding werd van een boek met kaarten.
In 1607 publiceerde Hondius een verkleinde versie van Mercators Atlas, waarin het scheppingverhaal niet is opgenomen. Hij noemde het de Atlas Minor, waardoor dit het eerste ‘echte’ kaartenboek was met de naam Atlas. Toen later in de jaren 1630 Willem Jansz. Blaeu zijn eerste atlassen Appendix Atlantis(Bijvoegsel bij de Atlas) en Novus Atlas (Nieuwe atlas) en nog later Atlas Maior (Grote atlas) noemde, werd ‘atlas’ de algemene aanduiding voor een boek met kaarten.
Het eerste echte 'kaartenboek' met de naam Atlas was de Atlas Minor van Hondius uit 1607
Hemel wordt aarde
De gebruikers, uitgevers en tekenaars, die wat minder bekend waren met de Griekse mythologieën, moeten het wel vreemd gevonden hebben, dat een wereldatlas de naam heeft van een figuur die de hemel draagt. In de meeste atlassen was geen of hoogstens één kaart van de hemel te vinden. De hemelbol op Atlas’ schouders blijkt dan ook regelmatig in een aardbol veranderd te worden. Opmerkelijk is in dit opzicht de Atlante Farnese op de titelpagina van Lafreri uit circa 1570 (figuur 2), waarop Atlas duidelijk de aardbol draagt.
Ook op de titelpagina van Hondius’ Atlas Minor uit 1607 staat een aardedragende man (figuur 6).


Pas op de titelpagina van de uitgave 1633 van Mercators Atlas door Henricus Hondius staat een Atlas-figuur die de hemel draagt, in dit geval een armillaire sfeer, die een stuk lichter is dan de hemelbol. Hij ondersteunt de sfeer dan ook maar met één hand (figuur 7).
Op veel titelpagina’s van Nederlandse atlassen uit de late 17e en de 18e eeuw staat de hemeldragende Atlas afgebeeld. Op de titelpagina’s van de atlassen van Nicolaas Visscher staat hij als standbeeld in de open lucht en op die van The English Atlas van Janssonius van Waesbergen in een nis in een soort tempel (figuur 8). In beide gevallen is de hemeldragende Atlas een achtergrondfiguur en staat de aardbol in de voorgrond.

Een bijzonder geval is de titelpagina van de atlas van Frederick de Wit, waarbij Atlas op een aardbol staat en op zijn schouders ‘niets’ draagt, omdat de hemel niet als sfeer is afgebeeld (figuur 9).

In Frankrijk zetten graveurs niet Atlas, maar Hercules op titelpagina’s. Hercules, die slechts een kort moment de hemel gedragen heeft, onderscheidt zich van Atlas door de leeuwenhuid die hij draagt. Hercules onderging hetzelfde lot als Atlas: hij kreeg ook de aardbol te dragen. In 1681 staat de aardedragende Hercules op de titelpagina van de Atlas Nouveau. Het onderschrift L’Hercule François laat er geen twijfel over bestaan dat het Hercules betreft (figuur 10). Een exacte kopie van Jaillots atlas verscheen in 1692 bij Pieter Mortier, waarmee de aardedragende Hercules zijn intrede deed in Nederland. Mortier plaatste ook in het gegraveerde kader van de inhoudsopgave voor deze atlas een hemeldragende figuur. Deze draagt geen leeuwenhuid en mogelijk wordt hier wel weer Atlas bedoeld (figuur 11).


De Duitse uitgever Johann Baptist Homann kon kennelijk niet kiezen of hij Atlas of Hercules op zijn titelpagina de hemel zou laten dragen en beeldde ze allebei af (figuur 3).
Verwarring alom
Elkaar tegensprekende verhalen in Griekse mythologieën over de figuur Atlas, en Mercators besluit de astronoom Atlas als naamgever van zijn kosmografie te kiezen, leidden tot verwarring in de prentkunst. Het onbekende verhaal van Diodoros van Sicilië over Atlas als eerste astronoom en het veel bekendere verhaal van Atlas die als straf de hemel moest dragen, maakte dat deze hemeldragende Atlas naamgever werd van de atlas als kaartenboek. En dat leidde er vervolgens toe dat Atlas al snel de Aaarde in plaats van de hemel op zijn schouders te dragen kreeg. Wie in Google op afbeeldingen van de mythologische figuur Atlas zoekt, treft een massa afbeeldingen aan van een aardedragende figuur.
