De onzekere toekomst van creatieve plekken in de stad
Creatieve broedplekken in grote steden staan op de tocht. Herwaardering voor voormalig bedrijventerreinen waar kunstenaars goedkoop een ruimte konden huren zorgt voor waardestijging. De creatievelingen zelf kunnen de huur op die locatie niet meer betalen, projectontwikkelaars zien hun kans schoon om woningen te realiseren in deze nieuwe waardevolle gebieden.
Nederlandse steden kampen met een groot tekort aan woningen. Bijbouwen is een optie. Maar gemeentes willen niet meer naar buiten toe groeien, om zo bijvoorbeeld het gebruik van de auto te ontmoedigen. Daarom proberen de vier grote steden Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Rotterdam het woningaanbod te vergroten door binnenstedelijk te ontwikkelen.
Als locatie voor deze binnenstedelijke ontwikkelingen worden vaak verlaten industrie- of kantoorgebieden aangewezen. In elk van de vier grote steden is er wel zo’n gebied te vinden: De Binckhorst in Den Haag, De Merwedekanaalzone in Utrecht, De NDSM-werf in Amsterdam en Pompenburg in Rotterdam. Panden op deze plekken kwamen in de tijd van de financiële crisis leeg te staan, doordat veel bedrijven failliet gingen of verhuisden. Die leegstand bood ruimte voor nieuwe ontwikkelingen. Kunstenaars en andere creatievelingen zagen hier mogelijkheden in om hun creatieve projecten en initiatieven te kunnen uitvoeren. Zij clusterden zich in leegstaande gebouwen waar ze voor een lage huurprijs tijdelijk een ruimte konden huren. Deze lage huurprijs werd beschikbaar gesteld door de eigenaar van het pand, die zo nog enige inkomsten verwierf uit het anders leegstaande pand.
Leven in de brouwerij
Doordat deze creatieve ondernemers zich daar vestigden kwamen de voormalig bedrijventerreinen langzaam weer tot leven. De kunstenaars en creatieve ondernemers namen de panden onder handen en maakten er een bruisende plek van waar veel gebeurde. Muurschilderingen, (illegale) feestjes en grootschalige evenementen, de panden werden gezien als plekken waar veel mogelijk was. Hiernaast vestigde zich ook vaak horeca in deze panden, in eerste instantie als lunchplek voor de ondernemers. Maar naarmate de ondernemers en de horeca zich meer en meer ontwikkelden werd het gebied ook een plek waar mensen vanuit de hele stad op afkwamen voor bijvoorbeeld georganiseerde workshops of feesten en festivals.
Deze hernieuwde interesse zorgde ervoor dat voormalig verlaten gebieden weer populaire plekken werden. Deze populariteit heeft ook een keerzijde. De waarde van het gebied stijgt hierdoor en projectontwikkelaars en beleggers zien kansen om hoogwaardige woningen en voorzieningen te realiseren. Hierdoor stijgen de prijzen binnen deze gebieden en wordt het voor de kunstenaars en creatieve ondernemers vaak onmogelijk om te blijven. De mensen die zulke gebieden in de eerste plaats eigenhandig weer op de kaart hebben gezet, worden er uiteindelijk verdrongen. Ze gaan als het ware ten onder aan hun eigen succes.
Skaten en boulderen
Een relevant voorbeeld wat dit proces goed illustreert is de ontwikkeling van de Merwedekanaalzone in Utrecht. Het Merwedegebied was vooral een kantoor- en distributielocatie aan de rand van het centrum in Kanaleneiland. Toen de crisis in 2008 toesloeg ontstond er grote leegstand in het gebied. In deze tijd van leegstand ontstonden daar vele creatieve initiatieven. Onder andere een skatehal, boulderhal en een circus vestigden zich in het gebied. Ook kwamen er meerdere creatieve broedplaatsen op, zoals De Vechtclub XL en De Stadstuin. Twee werkplaatsen die voor inwoners van Utrecht populaire hotspots zijn geworden vanwege de aangesloten horeca en verschillende evenementen die er worden georganiseerd. Dankzij al deze initiatieven is het voorheen verlaten Merwedegebied nu een levendige plek waar mensen vanuit de hele stad op afkomen.
De hernieuwde populariteit van het gebied is grote projectontwikkelaars en beleggers niet ontgaan. Utrecht heeft hoge woningnood, daarom is het Merwedegebied nu aangewezen als plek om 6000 tot 8000 woningen te bouwen. Vanwege deze ontwikkeling is de waarde van het gebied enorm gestegen. Delen in het gebied zijn zelfs al meerdere keren voor miljoenenbedragen over de kop gegaan.
Meerwaarde voor de stad
Betekent zo’n ontwikkeling dat goedlopende creatieve initiatieven per definitie verdwijnen? Hoe met het nu met De Vechtclub XL? Dat hangt af van de meerwaarde van het initiatief voor de stad.
Het is gemeente Utrecht niet ontgaan dat creatieve broedplaatsen als De Vechtclub XL, dankzij de verschillende evenementen en de aanwezigheid van horeca, populaire plekken voor de stad geworden zijn. Daarom wil de gemeente zulke plekken graag behouden.
Wanneer een creatieve broedplaats een meerwaarde heeft voor de hele stad heeft ze kans om mee te worden genomen in de toekomstplannen voor het gebied. Dit in tegenstelling tot een initiatief dat meer naar binnen is gericht en geen waarde heeft voor heel de stad maar juist alleen voor de wijk/buurt waar het is gevestigd. Eiland 8 in Kanaleneiland heeft daarom in 2015 moeten wijken voor herontwikkeling. Vechtclub XL lijkt de dans te ontspringen.
Verdrongen naar buitenranden
Het proces dat in de Merwedekanaalzone aan de gang is, is ook terug te zien in andere grote steden in Nederland. Gemeentes zien wel degelijk de meerwaarde en het belang van creatieve broedplaatsen in voor de stad. Maar doordat de gemeentes steeds minder grond zelf in bezit hebben, wordt het lastig om deze plekken voor de stad te behouden. Creatieve broedplaatsen leveren veel minder geld op dan bijvoorbeeld woningen voor een projectontwikkelaar. Kijk maar naar de NDSM werf in Amsterdam, waar steeds meer woningen komen en hierdoor ook steeds minder festivals mogen worden georganiseerd.
Ook voor creatieve broedplaatsen die een meerwaarde hebben voor de stad is de toekomst onzeker. Hoe dit proces zich de komende jaren gaat vormen is nu de vraag. De vraag naar woningen in steden blijft groeien, steeds meer binnenstedelijke gebieden waar nu creatieve plekken zitten worden hiervoor getransformeerd. De creatieve plekken worden waarschijnlijk steeds meer verdrongen naar buitenranden van de stad.
Begint misschien de herwaardering daar opnieuw?