Demografisch paniekvoetbal

9 oktober 2018
Auteurs:
Marco Bontje
stadsgeograaf, Universiteit van Amsterdam
demografie
migratie
migratiebeleid
Nederland
Opinie
FOTO: HUUB ZEEMAN/FLICKR

De afgelopen weken heb ik met grote (en stijgende) verbazing het Nederlandse bevolkingsgroeidebat gevolgd. Waar komt dit ineens vandaan, waarom moet het nu op de agenda, en wat is nu precies het nieuws? Eigenlijk was het debat al in juni begonnen, met als aanjagers het essay van Paul Scheffer in de WRR-bundel Regie over Migratie en een serie interviews met Jan Latten na zijn pensioen als hoofddemograaf bij het CBS. Maar toen werd het zomervakantie, en vervolgens dook het thema pas weer op in de aanloop naar Prinsjesdag.

De hoofdvragen die op tafel werden gelegd door onder anderen Jan Latten, Jan van de Beek en Paul Scheffer waren: hoeveel inwoners kan Nederland aan, hoeveel verandering in bevolkingssamenstelling kan Nederland aan (waarbij vooral het groeiende aandeel van mensen ‘met een migratieachtergrond’ benadrukt werd), en waarom wordt hier in Nederland zo weinig over nagedacht? Een snel groeiende en snel veranderende bevolking zou de sociale cohesie in Nederland bedreigen. Er werd gepleit voor bevolkingsbeleid, wat dan vooral zou moeten bestaan uit migratiebeleid. Het leidde tot Kamervragen in de Algemene Beschouwingen en het verzoek aan CBS en CPB om dit eens grondig uit te gaan zoeken.

Hoeveel inwoners kan Nederland aan, hoeveel verandering in bevolkingssamenstelling kan Nederland aan?

Hoewel Scheffer, Latten en Van de Beek in hun publicaties hun argumenten met CBS-data onderbouwen en voor de goede lezers ook de nodige nuances in hun betogen aanbrengen, pikken media, politiek en publieke opinie er vooral het meest extreme ‘wat als…’-scenario uit. In hun mediaoptredens dragen de auteurs vervolgens helaas vooral aan dat vertekende beeld bij. Er zijn ook veel kritische reacties, maar die krijgen veel minder aandacht. Wat bij het publiek dus vooral blijft hangen is de boodschap: we moeten iets doen om te snelle bevolkingsgroei te voorkomen, en daarvoor moeten we de immigratie beperken.

Maar hoezo wordt er in Nederland niet nagedacht over bevolkingsgroei en migratie? Het nu opgelaaide debat lijkt toch vooral een herhaling van de zetten van de afgelopen twintig jaar. Dat ‘Den Haag’ nu zo geschokt reageert zegt meer over hoe politiek in Nederland nu werkt dan over de nieuwswaarde van dit debat. Iemand roept iets, media pikken het op, er wordt selectief gewinkeld en uitvergroot, sommigen roepen verheugd dat ‘eindelijk het taboe doorbroken wordt’ (welk taboe, en was dat niet allang doorbroken?), en politici voelen zich ook geroepen om er iets van te vinden. Er wordt gevraagd om een onderzoek, maar wat gaat dat onderzoek aan nieuwe kennis opleveren? Het zal vooral bevestigen wat we al weten, en wat nu nog onzeker is, zal net zo onzeker blijven. 

Groei- of krimpprognose

Bevolkingsprognoses, zeker over langere termijn, staan garant voor veel onzekerheden en een goede interpretatie is lastig. De aannames die achter de prognoses zitten, worden goed doordacht, maar het blijven toch aannames. Geboorte- en sterftecijfers zijn meestal wel goed in te schatten, maar uitgerekend migratie is bij bevolkingsprognoses altijd de meest onzekere factor. Niet voor niets berekent het CBS in zijn bevolkingsprognoses ook betrouwbaarheidsintervallen. De ruim 20 miljoen waar het nu steeds over gaat is de bovengrens van het 95 procent-interval, maar de eigenlijke CBS-prognose voor 2060 is 18,4 miljoen. Nog steeds een groei van ruim een miljoen vanaf nu, maar wel een veel minder snelle groei dan in het debat nu verondersteld wordt. De ondergrens van datzelfde 95 procent-interval is overigens 16 miljoen. Dan zou de Nederlandse bevolking dus krimpen in plaats van groeien. De kans hierop is even klein als op die ruim 20 miljoen, maar daar heeft niemand het over.

Als het migratiesaldo van de afgelopen paar jaar de komende decennia vergelijkbaar hoog blijft, zou die ruim 20 miljoen in 2060 in zicht kunnen komen. Maar hoe waarschijnlijk is dat? Veel waarschijnlijker is dat het zoals de afgelopen decennia gaat: met pieken en dalen in reactie op economische groei en krimp, oorlogen, natuurrampen, politieke crises et cetera. Bovendien zal die 95 procent-bovengrens van de CBS-prognose alleen gehaald worden als niet alleen het migratiesaldo, maar ook de natuurlijke groei hoog is. Die combinatie van langdurig hoge natuurlijke groei én langdurig hoog migratiesaldo is niet onmogelijk, maar wel erg onwaarschijnlijk.

Migratiebeleid

Het migratiebeleid is ook veranderlijk en onvoorspelbaar, het is maar net welke partijen in de coalitie zitten. Dat migratiebeleid zal misschien wel wat invloed op migratie kunnen hebben, maar dat streng of selectief migratiebeleid tot een ‘gewenste’ migratie kan leiden is een gevaarlijke illusie. Weten we zo precies wie we de komende jaren wel of niet ‘nodig hebben’, en zelfs als we dat kunnen weten, willen we dat wel weten? Mag je alleen nog naar Nederland komen als je ‘nuttig’ bent en extreem goed kunt integreren, en wie bepaalt dat en gebaseerd waarop? Veel strenger of selectiever dan het Nederlandse migratiebeleid nu al is, kan het overigens niet meer worden.

Nadenken over bevolkingsgroei en de mogelijke gevolgen daarvan is goed, het verkennen van mogelijk beleid dat daarop inspeelt ook. Maar dan moet het wel een goed geïnformeerd debat zijn. Eerst maar eens inventariseren wat we allemaal al weten voordat om een nieuw onderzoek gevraagd wordt. Het debat zou ook over meer dan alleen maar migratie moeten gaan. En, als we dan toch over ‘wat als…’-scenario’s debatteren, laten we het dan ook over de andere mogelijke uitkomsten hebben. Wat als de Nederlandse bevolking minder hard groeit, of stabiel blijft, of zelfs krimpt? Voor Nederland als geheel is dit voorlopig nog niet aan de orde, maar in steeds meer delen van het land is ‘nulgroei’ of krimp nu al de dagelijkse realiteit.