Europa's eigen leger
Het Nederlandse leger staat er slecht voor. Gebrek aan goed functionerend materiaal, verouderde kazernes en onzekere veiligheid van de strijdkrachten. Internationaal is er veel kritiek, vooral uit de Verenigde Staten. President Trump vindt dat de VS teveel de rol als grote broer aanneemt ten opzichte van Europa. Heeft Trump een punt en moeten we meer investeren in de NAVO? Of kan een Europees leger de oplossing bieden?
Sinds het einde van de Koude Oorlog doken de uitgaven van de partners binnen de NAVO vaak onder het afgesproken minimum, namelijk twee procent van het bruto nationaal product (BNP). De Amerikanen zijn nu toe aan hun derde president die deze tendens hekelt. Sinds George W. Bush is er stevige kritiek op de uitgaven van de Europese partners, dit wordt als onverantwoordelijk en trouweloos gezien. Op dit moment, zoals in bijna alle internationale kwesties, gaat Donald Trump de confrontatie aan, waardoor de afstand tussen de VS en Europa groter wordt.
Betrouwbaarheid en loyaliteit
Trump wijst er al sinds 2001 op dat Amerika meer verwacht van Europese legers. In juli 2018 kwamen politieke leiders van NAVO-landen bij elkaar. Trump confronteerde zijn collega’s op niet mis te verstane wijze met wat hij ‘het misbruiken van de loyaliteit van Amerika’ noemt.
Critici stellen dat de enige reden waarom Trump wil dat de partners de budgetten verhogen is dat de VS dan meer wapens kan verkopen. Anderen zeggen dat Trump een punt heeft, omdat de afhankelijkheid van het grootste leger niet te groot mag worden. Als de VS zelf bedreigd wordt of hulp nodig heeft in een proxy-oorlog, dan mag ze verwachten dat Europese landen met raad en daad klaar staan, zoals artikel vijf van de Washington Overeenkomst voorschrijft.
De Verenigde Staten zijn altijd de meest loyale partner van Europa geweest. Maar met Trump aan het roer is deze partner steeds minder betrouwbaar. Trump zaait twijfel over of hij wel klaarstaat als andere leden worden aangevallen. Zijn logica: als Europese legers ons niet kunnen verdedigen, waarom zouden wij Europa nog verdedigen?
Een andere factor van groot belang binnen de NAVO is Turkije. Het één-na-grootste leger van de NAVO is van Turkije. Het beleid van Erdogan zwalkt van pro-Europees naar een sterk anti-Europees sentiment, waarin het de Duitsers, maar ook bijvoorbeeld de Nederlanders schoffeert. Europese landen moeten dus niet teveel leunen op deze onvoorspelbare leiders.
Staan de Europese legers paraat?
Een quickscan over het recente nieuws stemt weinig hoopvol over de staat van legers in Europa. Bij onze zuiderburen gaat defensie de strijd aan tegen overgewicht. Bij onze oosterburen schrijven de kranten al geruime tijd over de slechte staat waarin het materiaal verkeert. Bij onze landmacht is de situatie slecht en misschien wel gevaarlijk. Het nieuws loopt uiteen van het leeuwendeel van de marineschepen dat toe is aan vervanging tot het nieuws dat de helft van de legervoertuigen gebreken vertoont. Met als dieptepunt dat militairen ‘pang pang’ moesten roepen op trainingen, vanwege munitietekort.
De staat van Europese legers is weinig hoopvol
De problemen in de thuislanden hebben effect op de missies die de NAVO onderneemt. Zo bleek bijvoorbeeld tijdens de NAVO-missie in Libië. Daags na het overnemen van het roer van de VS, bleken de grote Europese partners al te weinig slagkracht te hebben. Een nijpend tekort aan precisiewapens en aanvalsvliegtuigen kon niet worden opgevangen door de Europese supermachten Frankrijk, Groot-Brittannië of Duitsland.
Ook op de grond zijn de problemen te merken. Zo konden Amerikaanse soldaten niet worden opgepikt door Europese NAVO-troepen in Afghanistan, omdat zij geen toestemming kregen om hulp te verlenen in de vuurlinie. De Amerikanen moesten wachten tot ze niet langer werden aangevallen, voordat ze back-up kregen. Omdat dit te lang duurde, kwamen Amerikanen uit een ander deel van Afghanistan helpen. De Europese legers staan dus zowel in hun thuisland, als op missie als het er echt op aan komt, niet paraat.
Een Europees leger?
Onder de nucleaire paraplu’s van Frankrijk en Engeland en met ‘Uncle Sam’ die altijd paraat is, zijn de Europese partners terughoudend geworden om te investeren in hun eigen leger. Sinds de Koude Oorlog is er echter op het wereldtoneel veel veranderd. Rusland morrelt aan de grenzen in Georgië en Oekraïne, China begint zich meer en meer te profileren als wereldmacht en Amerika is met Trump niet meer de bondgenoot waar experts hun lot aan toevertrouwen.
‘We kunnen Europa niet verdedigen zonder een echt Europees Leger.’ Stelt de Franse president Macron. Europa moet volgens Macron zaken in eigen hand nemen. Later steunde ook Merkel dat idee. In Europa lijkt het er ook op dat meer soevereiniteit wordt verwelkomt.
De defensiebudgetten gaan inmiddels omhoog. Barack Obama legde in 2014 vast dat tot het jaar 2024 de twee procentnorm gehaald wordt door alle NAVO-landen. Sommigen zeggen dat dit sinds het invallen van de Russen in Oekraïne is, anderen stellen dat hier meer animo voor is bij het electoraat. Hoe dan ook: nergens ter wereld worden de budgetten zo snel uitgebreid als in Europa. Tussen 2015 en 2018 stegen de budgetten van Europese NAVO-landen met 50 miljard tot 286 miljard. Ook in Nederland stijgen de investeringen in de Nederlands krijgsmacht bij elke nieuwe coalitie.
PESCO: tussen NAVO en een Europees leger?
De EU-budgetten groeien en de richting begint ook steeds meer te wijzigen. Dit waarschijnlijk tot groot ongenoegen van Trump. Want niet de NAVO, maar de PESCO (Permanent Structured Cooperation) moet de primaire koepel worden waar de Europese legers onder vallen. Dit ‘Europees leger’ behelst 25 legers die elkaar aanvullen. Het enige grote leger dat ontbreekt is dat van Groot-Brittannië, dat op dit moment zoveel onduidelijkheid in het parlement kent dat het hier niet over wilde beslissen. Bovendien is haar loyaliteit naar de Verenigde Staten van oudsher groot en dus is het ook niet de verwachting dat zij zich later aansluit. Een aantal landen valt niet binnen de NAVO, maar wel binnen PESCO, dit zijn Zweden, Finland, Ierland en Oostenrijk.
Lichtblauw: EU-landen, geen PESCO
Het idee stamt uit 2017 en is even simpel als progressief: één permanent inzetbaar leger onder Europese Vlag. Binnen de PESCO is in toenemende mate overeenstemming over waar in geïnvesteerd moet worden: innovatieve technologie zoals Artificial Intelligence, drones, autonome wapens en cyberwarfare. De partners delen materiaal, vullen elkaar aan, trainen samen en doen gezamenlijke onderzoeken om tot nieuw wapentuig te komen. Dit zijn ideeën die bij Westerse democratieën tot de verbeelding spreken, zonder dat daar spierballentaal aan toegevoegd moet worden. Tusk sprak zijn hoop uit tijdens de lancering van PESCO door te zeggen dat PESCO niet de NAVO onderuit haalt, maar juist versterkt. ‘PESCO is good news for our allies and bad news for our enemies.’
PESCO is echter niet het Europese Leger, waarover gesproken wordt. Het verschil is dat de militairen nog steeds inzetbaar zijn vanuit en voor het eigen soevereine land. De legers worden dus gefingeerd ingezet, maar kunnen ook onafhankelijk opereren. PESCO is in die zin een stap richting een Europees Leger, waardoor budgetten toenemen.
Trump zal echter maar deels tevreden zijn: de afhankelijkheid van Uncle Sam neemt af, maar door nieuwe afspraken zullen de opbrengsten voor nieuw wapentuig in Europa blijven. Ook Erdogan heeft op deze manier minder een stok achter de deur, om Europa naar zijn pijpen te laten dansen. PESCO is het voorlopige antwoord op Russische agressie, een onbetrouwbare president van Amerika en een zwalkend beleid van Erdogan