Gabriëlle Metz werkt als plaatsvervangend ambassadeur in Libië, over haar werkzaamheden blogt ze de komende tijd op geografie.nl.
Nederland in Libië?
Nog exact een week, dan ga ik voor de tweede keer naar Libië. Dit keer voor een paar weken, in plaats van voor twee dagen. Ondertussen krijg ik berichten van Libische collega’s uit Tripoli: het vliegveld daar wordt weer aangevallen. Dit wordt meegenomen in de voorbereidingen voor onze aankomst, als het vliegveld gesloten is vliegen we waarschijnlijk naar Misrata en rijden vanuit daar naar Tripoli.
Libië. Een land met 6,5 miljoen inwoners, gigantische olievoorraden, in potentie één van de meest welvarende landen van Afrika. Toch heerst er chaos. Sinds de val van Khadafi in 2011 kwam het land in een machtsvacuüm terecht waarbij milities elkaar bevechten, terroristische groeperingen voet aan de grond kregen en de basisvoorzieningen van de Libiërs steeds slechter werden. Instabiliteit was het gevolg.
Maar als het zo slecht gaat in Libië, waarom is Nederland daar dan aanwezig? Dat is de meest gestelde vraag die ik krijg, wanneer mensen horen dat ik dit werk doe. Oké, eerlijkheidshalve, na de vraag: wát doe je? Laat ik daarmee beginnen.
Beste lezers, aangenaam! Ik ben Gabriëlle Metz en ik werk voor het ministerie van Buitenlandse Zaken. Ik heb de eer om jullie de komende maanden iets te vertellen over mijn huidige baan als plaatsvervangend ambassadeur in Tripoli, Libië.
Vanaf deze maand kan ik gelukkig met recht zeggen ‘in Tripoli’, want dat is de afgelopen maanden helaas anders geweest. Bij vlagen neemt het geweld in Libië toe. Dat was ook het geval op 4 april 2019 waarbij Khalifa Haftar – commandant van de Libyan National Army (LNA) – Operation Flood of Dignity startte, gericht op de inname van hoofdstad Tripoli. Aan melodramatische titels in Libië geen gebrek. Een directe aanval op de huidige Libische overheid, de Government of National Accord (GNA), onder leiding van Fayez al-Sarraj. In een volgende blog zal ik een poging wagen om het conflict verder toe te lichten.
Met dit offensief werd de situatie dusdanig onveilig dat de bemanning van de Nederlandse post moest uitwijken naar Tunis, de hoofdstad van buurland Tunesië. En niet voor het eerst. Ook in 2014 was Nederland genoodzaakt om zich terug te trekken uit Libië.
Dat voelt heel gek. Ik ben iedere dag bezig met de ontwikkelingen in Libië, maar vanaf een veilige afstand en in een rustige omgeving. Wat je als ambassade juist wilt, is aanwezig zijn in het gastland waarvoor je werkt. Contacten onderhouden met de overheid of het maatschappelijk middenveld en met eigen ogen zien hoe een land zich ontwikkelt. Niet in de laatste plaats is de diplomatieke aanwezigheid van Nederland een belangrijk signaal aan Libië zelf. Het uitspreken of geven van steun aan een land heeft toch minder effect en geloofwaardigheid op afstand.
Ik ben iedere dag bezig met de ontwikkelingen in Libië, maar vanaf een veilige afstand en in een rustige omgeving. Dat voelt gek.
Terug naar de vraag waarom Nederland aanwezig is in een land als Libië. Het buitenland is steeds belangrijker geworden voor onze eigen veiligheid en stabiliteit. Libië is de achtertuin van Europa. Instabiliteit in die achtertuin heeft effect op de veiligheid van Europa, dus ook Nederland. Van alle vluchtelingen en migranten die via de centrale Mediterrane route naar Europa zijn gekomen, is 90 procent via Libië gereisd. Georganiseerde criminaliteit en terrorisme komen ook in Libië voor. Tussen de 800 en 1500 Libiërs zijn destijds afgereisd naar Syrië en Irak om mee te vechten met ISIS. Sommige komen misschien terug, of verplaatsen zich.
Meer stabiliteit in Libië, zorgt voor meer rust aan onze grenzen. Daar probeert Nederland het spreekwoordelijke steentje aan bij te dragen. Hoe we dat doen, leg ik graag in latere blogs uit. Voor nu, op naar Libië! Ik kijk ernaar uit om jullie de komende tijd meer te vertellen over mijn ervaringen in Tripoli.