Porto: overtoerisme in een krimpende stad
Stel je eens een ideale stad voor om in te wonen of voor een stedentrip? De kans is groot dat Porto dicht in de buurt van dat ideaal komt. Het is zo’n stad die alles in huis lijkt te hebben. Een mooie historische binnenstad, sinds 1996 op de UNESCO Werelderfgoedlijst. Een prachtig gelegen stad op steile heuvels aan een rivier én aan de oceaan, veel fotogenieke uitzichten, een aangenaam klimaat, genoeg te zien en te doen. Helaas wordt dat ideale plaatje wel bedreigd door twee ontwikkelingen die op het eerste gezicht weinig met elkaar te maken lijken te hebben, maar op het tweede gezicht toch wel: bevolkingskrimp en overtoerisme.
Deze ontwikkelingen en daaraan gerelateerde processen zoals groeiende ongelijkheid en segregatie maken Porto tot een interessante stad om te onderzoeken voor geografen en planologen. Toen we aankondigden dat Porto dit jaar een van de bestemmingen van ons vak Buitenlandonderzoek (UvA) zou zijn, bleek het dan ook erg populair bij onze tweedejaars bachelorstudenten (hoewel dat vast ook deels om andere, niet-inhoudelijke redenen was, het is natuurlijk ook gewoon een leuke stad om te bezoeken). De teleurstelling was groot toen we de reis vanwege de Covid-19-pandemie, lockdown en reisbeperkingen moesten annuleren. Onze studenten hebben Porto toch onderzocht, maar dan online en op afstand.
Bevolkingskrimp
Het aantal inwoners van Porto daalt al decennia. Rond 1990 woonden er nog ruim 300.000 mensen in de stad, in 2019 waren het er 216.000. De bevolkingskrimp concentreert zich vooral in het historische stadscentrum. De laatste paar jaar lijkt de krimp veranderd te zijn in een stabilisatie of zelfs een lichte groei, maar het is nog te vroeg om te zien of dit het einde van de krimp is, of slechts een korte onderbreking daarvan.
Suburbanisatie veroorzaakt een groot deel van de krimp. Terwijl de stad Porto inwoners kwijtraakte, groeide het aantal inwoners van de metropoolregio. Zo wonen in Vila Nova de Gaia, de buurgemeente van Porto aan de overkant van de rivier de Douro, intussen meer mensen dan in Porto. Maar ook vergrijzing en migratie naar andere delen van Portugal en naar het buitenland droegen aan de krimp bij. Vertrokken bewoners eerder vooral naar aantrekkelijker woningen of woonomgevingen (binnen de metropoolregio) of voor betere kansen op de arbeidsmarkt (naar Lissabon of het buitenland), de laatste jaren is betaalbaarheid een belangrijke factor geworden. Vooral in het historisch stadscentrum zijn de woningprijzen flink gestegen door stadsvernieuwing, gentrificatie en de groei van het toerisme. De hoge leegstand (in 2011 stond 19% van de woningen in Porto leeg) droeg er eerder nog aan bij dat er weinig sprake was van verdringing van lagere inkomensgroepen uit de binnenstad. Maar de leegstand is intussen al fors gedaald, doordat veel leegstaande panden een toeristische functie kregen. Nu is dus weldegelijk sprake van gentrificatie in de binnenstad en ook in de buurten daaromheen wordt het voor lagere inkomensgroepen moeilijker om betaalbare huisvesting te vinden.
Toerisme
Porto heeft altijd wel toeristen getrokken, maar vanaf eind twintigste eeuw is het toerisme snel gegroeid. De erkenning van de cultuurhistorische waarde van de historische binnenstad als UNESCO Werelderfgoed in 1996 en de titel Europese Cultuurhoofdstad in 2001 (samen met Rotterdam) hebben daar zeker aan bijgedragen. Beiden gaven ook een stimulans aan stadsvernieuwing, waar grote delen van de stad maar vooral de binnenstad hard aan toe waren. Maar Porto kwam pas echt goed op de stedentripkaart door de uitbreiding van het vliegveld (2006) en de opkomst van de low budgetvliegers. In 2005 reisden nog 3 miljoen passagiers naar of vanaf het vliegveld van Porto, daarna is dat gegroeid tot 13 miljoen in 2019. De opkomst van de platformeconomie heeft vervolgens ook aan de groei van het toerisme naar en in Porto bijgedragen. Veel van de leegstaande woningen in en rondom het stadscentrum zijn intussen verbouwd tot kamers en appartementen die via Airbnb of Booking.com verhuurd worden.
Overtoerisme houdt in dat er te veel toeristen naar dezelfde plek komen en dit leidt tot overlast voor bewoners of schade aan de (gebouwde of natuurlijke) omgeving. Ook de toeristen zelf kunnen dan ervaren dat er teveel medetoeristen zijn, maar zullen zichzelf niet vaak als deel van dat probleem zien. Maar wie bepaalt waar de grens ligt tussen ‘gezellig druk’ en ‘te druk’? In Porto zijn de meningen verdeeld over of er wel echt sprake is van overtoerisme.
Anders dan in bijvoorbeeld Amsterdam of Barcelona lijken de lokale beleidsmakers in Porto zich nog weinig zorgen te maken. Er is nog geen beleid om het toerisme te beperken of meer over de stad of regio te verspreiden. Integendeel, vooralsnog is het beleid vooral gericht op stimuleren en faciliteren van toerisme. Ondernemers in de toeristische sector zien voorlopig ook liever meer dan minder toeristen komen. Bij de bewoners is het ook maar net wie je het vraagt: veel bewoners verdienen goed aan het toerisme, maar er zijn natuurlijk ook veel bewoners die overlast ervaren van toeristen en zich niet meer thuis voelen in eigen stad en buurt.
Veel bewoners verdienen goed aan het toerisme, maar er zijn er natuurlijk ook die overlast ervaren
Het kritische debat wordt tot nu toe vooral door wetenschappers gevoerd, maar zij hebben het dominante discours in de stedelijke (beleids- en economische) elite over de voordelen van toerisme nog niet kunnen veranderen. Bewonersprotesten zijn er af en toe ook wel, maar die zijn (nog) niet zo massaal en zichtbaar als ze in steden als Barcelona waren.
Covid-19
De Covid-19-pandemie sloeg ook in Portugal hard toe. Porto was ineens een stad zonder toeristen. Toen viel vooral in de historische binnenstad op dat deze steeds meer op toeristen gericht was en steeds minder op bewoners. Zou dit tot een koerswijziging in het toerismebeleid kunnen leiden? Er wordt in ieder geval zeker over nagedacht door lokale en regionale beleidsmakers. In juli 2021 was Porto bijvoorbeeld gaststad van het Mayors Forum on Tourism and the Future of Cities. Burgemeesters van (te?) populaire toeristenbestemmingen als Athene, Brugge, Dubrovnik, Venetië en dus ook Porto overlegden met onder andere de UN World Tourism Organization, maar ook met vertegenwoordigers van de reisbranche, over hoe toerisme duurzamer gemaakt zou kunnen worden. Dit resulteerde in de Porto Declaration on Tourism and the Future of Cities. Of dit echt tot ander toerismebeleid gaat leiden in de stad waar deze declaratie naar genoemd is, zullen we zien als deze pandemie achter ons ligt. Als het mee zit kunnen onze tweedejaars bachelorstudenten dit in 2022 ter plekke onderzoeken en ervaren, als de reis van Buitenlandonderzoek dan (na twee jaar zonder reizen) wél weer door kan gaan.