Sint-Helena: Vliegende toekomst voor eenzame rots

1 oktober 2018
Dit artikel is verschenen in: geografie oktober 2018
Sint-Helena
Kennis
FOTO: MAARTEN HOGENSTIJN
We naderen het onherbergzame Sint-Helena, midden in de Atlantische Oceaan.

Sint-Helena, een klein eiland in de Zuid- Atlantische Oceaan, is nog altijd een Brits overzees gebiedsdeel. Het is ook een van de moeilijkst te bereiken oorden op aarde. Dat veranderde eind 2017 met de opening van het vliegveld. 

 

Als we eind 2017 een uitnodiging ontvangen om te spreken op het allereerste wetenschappelijke congres ooit op Sint-Helena, twijfelen we niet lang. Een prachtige mogelijkheid om ‘ons eiland’ weer te bezoeken, nadat we er in 2002 drie maanden onderzoek deden onder de ‘Saints’, zoals bewoners van Sint-Helena zichzelf noemen (zie kader Onderzoek). We grijpen het hernieuwde bezoek aan om de eerste tekenen van de impact van de nieuwe vliegverbinding tussen het eiland en het Zuid-Afrikaanse Johannesburg in kaart te brengen.

Vliegverbinding 

Over air access is decennia nagedacht op het eiland zelf en in het Verenigd Koninkrijk, waarvan Sint-Helena een overzees gebiedsdeel is. Lang leek de aanleg van een vliegveld niet haalbaar. Zo was er op het vulkanische eiland geen vlak gedeelte beschikbaar voor een landingsbaan. Daarbij bestond er geen toestel dat én overweg kon met een zeer korte landingsbaan én bij te veel wind zou kunnen uitwijken naar een ander vliegveld ver weg. Uiteindelijk bleek het mogelijk de technische problemen te overwinnen, maar alleen tegen zeer hoge kosten. Na jaren van plannen maken, bijstellen, uitstellen en bouwen is het vliegveld nu in bedrijf. Air access werd en wordt door veel onderzoekers en beleidsmakers gezien als de enige manier om de economie van het eiland nieuw leven in te blazen. Een verbinding door de lucht moet zorgen voor meer toerisme en voor meer bezoek van overseas wonende Saints aan hun ‘thuis’. Maar is dat ook zo?  

BRON: GEOGRAFIE & B.J. KÖBBEN 2018 ©
Figuur 1: Sint-Helena

Op onderzoek 

Als we in januari arriveren op de – schrikbarend korte – landingsbaan op Prosperous Bay Plain en naar de hoofdstad Jamestown rijden, zien we direct verschillen met 2002. Het is (relatief) druk op het eiland. Er zijn meer toeristen, meer auto’s, meer restaurants en nieuwe havenfaciliteiten in Rupert’s Bay. Maar naarmate de week vordert, merken we ook dat nog veel hetzelfde is. En dat er nog veel onduidelijk is over de impact van air access en de toekomst van het eiland. 

De drukte blijkt deels te verklaren doordat de RMS St Helena (zie kader Reizen naar het eiland op pag. 39) ook voor anker ligt in de baai van Jamestown, voor een van haar laatste tochten. En de toegenomen economische activiteit op het eiland is mede het gevolg van de inmiddels bijna afgeronde constructiewerkzaamheden rond het gloednieuwe vliegveld. 

In de week dat we op het eiland zijn, proberen we zo goed mogelijk in beeld te krijgen hoe de inwoners van Sint-Helena zelf aankijken tegen een toekomst met air access. We bezoeken de conferentie en spreken met vele Saints, toeristen en onderzoekers. Ook interviewen we gouverneur Lisa Honan, de hoogst geplaatste Saint in het lokale bestuur Susan O’Bey, hoofd van het toerismebureau Helena Bennett, de teruggekeerde eilander Stewart George en een groep scholieren van de lokale middelbare school. 

Onderzoek in 2002

Ons eerste bezoek aan Sint-Helena was in 2002. We reisden toen vanuit Engeland met de RMS St Helena; een bootreis van twee weken. Op het eiland deden we onderzoek voor onze doctoraalscriptie over de ruimtelijke identiteit van de bewoners van Sint-Helena. Op het eiland waren we al snel bekend als the Dutchies en werden we beschouwd als een beetje vreemd, maar ongevaarlijk. Saints waren over het algemeen blij met onze belangstelling. Er was toen al sprake van de komst van een vliegveld. Dat zou in 2009 of 2010 klaar moeten zijn. Saints waren destijds bezorgd over de impact van het vliegveld op het sociale leven en de veiligheid op het eiland. ‘Moeten we onze huizen en auto’s voortaan op slot doen?’ Over de economische kansen waren ze vaak wel enthousiast. ‘Het is de enige kans voor het eiland’, hoorden we regelmatig. Over het onderzoek is gerapporteerd in Geografie september 2003 en het Tijdschrift voor Economische en Sociale Geografie (TESG) in 2005.  

Economische impact 

Onze positieve indruk bij aankomst op het eiland wordt gedeeld door veel Saints. Ook de gouverneur bevestigt dit beeld: ‘Er is een buzz op het eiland. [...] Er zijn meer mensen’. De lokale overheid en de Britse overheid hopen dan ook dat de luchtverbinding uiteindelijk leidt tot economische groei en daarmee minder afhankelijkheid van Britse financiële steun. De bouw van het vliegveld heeft veel Saints tijdelijk werk opgeleverd. Bovendien heeft de beslissing een aantal hervormingen in gang gezet. Het is voor Britten eenvoudiger geworden om grond te kopen op het eiland, er te investeren of er naartoe te verhuizen. 

Maar de economische ontwikkeling moet toch vooral van het toerisme komen. Waar een reis naar het eiland per schip eerst minstens vijf dagen kostte, vlieg je er nu in enkele uren naartoe. Susan O’Bey denkt dat dit een ander type toerist zal aantrekken. ‘In het verleden waren het mensen die zowel de tijd als het geld hadden. Nu kunnen ook mensen met minder vrije tijd naar het eiland komen.’ Het is vooralsnog moeilijk de effecten vast te stellen; het vliegveld is nog geen jaar open. Maar het aantal toeristen dat vanwege de Franse historie naar het eiland reist, lijkt te stijgen.

Hamburg
FOTO: MAARTEN HOGENSTIJN
De zeer korte landingsbaan op Prosperous Bay Plain.

Onzeker 

Na een week op het eiland moeten we toch concluderen dat de economische kansen onzeker zijn. Met slechts één vlucht per week en maximaal 76 passagiers per trip is de ambitieuze doelstelling van financiële onafhankelijkheid voorlopig onhaalbaar. Veel passagiers zijn Saints die overzees wonen en werken. Wanneer zij het eiland bezoeken, logeren ze over het algemeen bij familie en maken slechts beperkt gebruik van voorzieningen als restaurants. Het aantal toeristische overnachtingen per jaar lijkt op de korte termijn maximaal 4000 te zijn. Misschien niet eens zo erg, want de toeristische infrastructuur op het eiland is beperkt en het aantal bedden groeit slechts langzaam. Investeringen van buiten het eiland vallen tot nu toe tegen en de mogelijkheden van Saints om zélf te investeren zijn bescheiden, mede omdat het lastig is financiering te krijgen via de Bank of St. Helena. De economie van het eiland blijft dus sterk afhankelijk van overheidssteun. 

Staatssteun en investeringen 

De voorlopig bescheiden economische groei kon wel eens slecht nieuws zijn voor de Britten, die de jaarlijkse staatssteun (24,5 miljoen pond in 2017) willen afbouwen. De investeringen op het eiland waren een spend to save-initiatief, maar op de korte termijn lijkt korten op de staatssteun niet wenselijk. Het zou volgens eilander Stewart George tot een aanzienlijke armoedeval op Sint-Helena leiden. Sommige Saints bepleiten zelfs méér steun voor het eiland gedurende een overgangsperiode waarin de voorzieningen voor toerisme op peil worden gebracht. De komst van het vliegveld heeft Sint-Helena dus wel een positieve economische impuls bezorgd, maar de ontwikkeling is kwetsbaar en gaat langzaam. Een sleutel tot verdere economische ontwikkeling is wellicht gelegen bij de Saints die op dit moment elders wonen en werken. De verbondenheid van de diaspora met het eiland is nog altijd sterk. De betere bereikbaarheid van hun ‘thuis’ zou ertoe kunnen leiden dat zij terugkeren naar het eiland of bereid zijn erin te investeren.

Vertrek en terugkeer 

Hoeveel Saints elders wonen, is niet duidelijk. Maar iedereen op het eiland heeft wel een familielid overseas. ‘We moeten niet proberen te voorkomen dat jongeren vertrekken, maar zorgen dat er iets is om naar terug te keren’, meenden onze informanten in 2002 al. Het inwonertal van Sint-Helena schommelt nu rond de 4500 en zit de afgelopen jaren weer in de lift, na een jarenlange daling (figuur 2).

De krimp vanaf de jaren 80 had te maken met een sterk dalend geboortecijfer en een forse emigratie. Veel Saints gingen toen werken op legerbases op Ascension Island en de Falklands, twee andere Britse gebieden in de Zuid-Atlantische Oceaan. De grote dip aan het begin van deze eeuw was het gevolg van de British Citizenship Act van 2002, die Saints de mogelijkheid gaf zonder restricties naar het Verenigd Koninkrijk te reizen om daar te werken. Dat was de twee decennia daarvoor niet mogelijk geweest. De afgelopen jaren neemt het inwonertal weer toe. Dat komt geheel door immigratie, want op het eiland worden al jaren meer mensen begraven dan er baby’s geboren worden. De immigranten zijn deels terugkerende Saints, maar ook buitenlanders die tijdelijk op het eiland komen werken. Zo heeft de lokale middelbare school bij gebrek aan voldoende gekwalificeerde Saints een aantal docenten uit Zuid-Afrika en Groot-Brittannië in dienst. 

BRON: STATISTICS SAINT HELENA (CENSUSCIJFERS)
Figuur 2: Inwonertal Sint-Helena (1911-2016)

Hechte sociale structuur 

Het gebrek aan gekwalificeerde mensen is een structureel probleem op het eiland. Veel jongeren met ambitie zoeken hun opleiding en werk elders. Ook voor banen die minder scholing vereisen, zijn vaak moeilijk mensen te vinden. Saints zijn niet gewend buiten de reguliere tijden – maandag tot en met vrijdag van half negen tot vier – te werken en zijn daartoe ook nauwelijks bereid. Het weekend is traditioneel gereserveerd voor familieen andere sociale activiteiten. 

De hechte sociale structuur is aan de ene kant een kracht van het eiland. Iedereen kent elkaar. Maar voor de ontwikkeling van het toerisme is het ook lastig. Toeristen die zaterdags op het vliegveld aankomen, moeten ter plekke onmiddellijk een simkaart regelen of geld wisselen. In Jamestown kan dat pas op maandag. Ook kun je maar beter een restaurant reserveren voor zondagavond, want anders kan het moeilijk zijn iets te eten te krijgen. Toch is deze cultuur langzaam aan het veranderen nu het vliegveld er ligt: sinds kort zijn enkele winkels op zondag een paar uur open.

Stroom onbekenden 

Hoe ervaren de Saints de veranderingen in de sociale structuur? In de verhalen van de eilanders die wij spreken, is de voortdurende aanwezigheid van nieuwe, onbekende gezichten de rode draad. ‘Vroeger wisten we van iedereen wie hij of zij was’, vertelt Susan O’Bey. ‘Van nieuwe mensen wist je snel genoeg of ze toeristen waren, hier kwamen werken, of wat dan ook. Nu weet je dat niet. Voor een kleine gemeenschap, waar je bent opgegroeid met het idee dat je iedereen kent, is dat een onwennig gevoel.’ De scholieren die we spreken, beamen dit. ‘Wat ik hier zo fijn vind, is het gevoel van vrijheid en veiligheid’, vertelt een scholier die eerder een tijd in Zuid-Afrika woonde. ‘Nu met het vliegveld zie je allemaal nieuwe mensen die je niet kent.’

De nieuwe mensen lijken ook wat meer gehaast. Per schip duurde de reis naar het eiland meerdere dagen. Toeristen hadden alle tijd om in de rustige ‘Sint-Helena-modus’ te komen. Nu kun je in Johannesburg ontbijten en dezelfde dag nog op Sint-Helena lunchen. Dat roept ook andere verwachtingen op bij toeristen, constateert Helena Bennett. ‘De bezoekers die per schip kwamen, accepteerden dat het toerisme op het eiland nog in ontwikkeling is, maar de nieuwe toeristen verwachten dat alle voorzieningen er zijn.’ Het verschil in tempo wordt geïllustreerd door de trage internetverbinding op het eiland. Mobiele telefoons zijn er pas in 2015 geïntroduceerd. Toch gaan de ontwikkelingen – voor eilandbegrippen – rap: in 2020 moet Sint-Helena door een nieuwe kabel de beschikking krijgen over supersnel internet. 

FOTO: MAARTEN HOGENSTIJN
De baai van Jamestown. Voor de komst van het vliegveld waren de bewoners van Sint-Helena sterk gericht op de zee.

Nieuw zwaartepunt 

De opening van het vliegveld heeft ook geleid tot een verschuiving van het zwaartepunt van het eiland. Traditioneel waren de bewoners van Sint-Helena gericht op de zee. De gouverneur kijkt vanuit haar werkkamer uit op James Bay, waar de RMS St Helena voor anker ging. ‘Het schip was altijd het centrale punt waarom alles op het eiland draaide’, legt Susan O’Bey uit. ‘Het was onmogelijk dat je het niet wist als het schip er was. [...] Van het vliegveld zie je en hoor je niets, tenzij je er naartoe gaat om iemand weg te brengen of op te halen.’ Het nieuwe vrachtschip MV Helena (zie kader Reizen) legt niet aan in James Bay, maar een vallei verderop, in Rupert’s Bay. Zo verdwijnt veel leven uit de baai van Jamestown. Aan land heeft Jamestown er wel wat levendigheid bijgekregen. Midden in het ministadje is het luxe Mantis Hotel geopend, dat zich richt op toeristen en ‘officiële bezoekers’. Tegelijk is dit hotel een voorbeeld van de problemen die het eiland ondervindt om investeerders aan te trekken. Bij gebrek aan andere geïnteresseerden is de overheid uiteindelijk zelf de hoofdfinancier. 

Medische evacuaties 

Over één gevolg van het vliegveld is iedereen positief: de sterk verbeterde mogelijkheden voor medische zorg. Sint-Helena heeft een klein ziekenhuis, maar in gecompliceerde of levensbedreigende situaties moeten mensen geëvacueerd worden naar Zuid-Afrika. Vóór het vliegveld er was, werden in noodgevallen wel eens olietankers omgeleid naar het eiland. Dan was het nog minstens vier dagen varen voordat de patiënt in een ziekenhuis was. Na de certificering van het vliegveld (en al vóór de commerciële vluchten begonnen) was het mogelijk medische vluchten naar het eiland uit te voeren. Van juni 2016 tot mei 2017 gebeurde dat zeven keer. 

Home 

Een veelgenoemde kans voor de verdere ontwikkeling van het eiland is Saints van overzee betrekken. Zij voelen zich vaak nog sterk verbonden met het eiland. Tijdens de conferentie gaat één sessie over het eiland als thuis (home). Het wordt een emotionele bijeenkomst, die enkele deelnemers tot tranen toe roert. ‘Ik kan hier niet permanent wonen, dat is me te benauwend, maar ik kan ook niet zonder het eiland’, verwoordt een teruggekeerde Saint haar dubbele gevoel. ‘Als je opgroeit op een geïsoleerd eiland, moet je het met elkaar doen’, legt Susan O’Bey uit. ‘Daar word je veerkrachtig en vindingrijk van en je ontwikkelt een heel sterke band.’ Ze ziet in het betrekken van Saints van elders wel een mogelijke paradox. Dit zijn de mensen die voor verandering kunnen zorgen, maar tegelijkertijd ook vaak degenen die het eiland willen houden zoals het is. ‘Ze denken: we willen dat het eiland er altijd voor ons is om naar terug te keren, en dan willen we dat het is zoals we het ons herinneren.’ 

Realistisch 

Voor het vlottrekken van de economische ontwikkeling van het eiland was de aanleg van het vliegveld zonder meer noodzakelijk. Maar het is niet realistisch een snelle groei van het toerisme en financiële onafhankelijkheid te verwachten. De ontwikkeling van de toeristische sector gaat langzaam. Het zal ook nog even duren voor de sociale gevolgen van het vliegveld uitgekristalliseerd zijn. Gouverneur Honan en lokaal bestuurder Susan O’Bey zijn optimistisch, maar ook realistisch. ‘In mijn perceptie doet Sint-Helena het opvallend goed, gezien haar afgelegen locatie’, zegt Honan. ‘We kunnen nu gaan profiteren van de verbeterde bereikbaarheid van het eiland en verbeterde gezondheidszorg’, voegt O’Bey eraan toe. ‘Maar uiteindelijk zullen we altijd een geïsoleerd eiland zijn. We zijn en blijven een rots midden in de oceaan zonder ander land in zicht.’  

Reizen naar het eiland

Sint-Helena is met de buitenwereld verbonden via een wekelijkse vlucht met Airlink vanuit Johannesburg. Daarbij wordt een tussenstop gemaakt in Windhoek (Namibië), maar het is (nog) niet mogelijk daar in of uit te stappen. Eén keer per maand is er een shuttlevlucht naar Ascension Island, dat zo’n 1300 kilometer naar het noordwesten ligt, met een grote Amerikaanse legerbasis waar veel Saints werken. Prijzen voor een retourticket Johannesburg- Sint-Helena beginnen bij ongeveer 800 pond. Inmiddels wordt voor de periode december-maart een tweede midweekse vlucht gepland. De afgelopen decennia was de RMS St Helena, een gecombineerd passagiers- en vrachtschip, de enige verbinding met de buitenwereld. De laatste jaren voer de RMS vanuit Kaapstad in vijf dagen naar het eiland en pendelde het schip ook heen en weer naar Ascension (twee dagen varen). In februari is de RMS uit de vaart genomen en sindsdien is er geen reguliere passagiersverbinding per schip naar Sint-Helena. De MV Helena, die maandelijks vanuit Zuid-Afrika vracht naar het eiland brengt, neemt geen boekingen aan voor passagiers. Wel wordt het eiland af en toe bezocht door cruiseschepen en door yachties die met hun zeilboten de wereld rondreizen. Een visum voor Sint-Helena heb je als Nederlander niet nodig. Op het eiland zijn geen geldautomaten en kan zeer beperkt met creditcards worden betaald. Overnachten is mogelijk in het nieuwe maar dure Mantis Hotel, het traditionele Consulate Hotel, enkele bed and breakfasts en door kamers bij particulieren te huren. De Tourist Office heeft een overzicht. Jamestown heeft enkele restaurants. Openbaar vervoer is zeer beperkt en niet afgestemd op toeristen. Er zijn taxi’s en je kunt een auto huren, maar verwacht geen ruime keus: je krijgt het exemplaar dat beschikbaar is. Enige stuurmanskunst is nodig op de mooie maar steile en bochtige wegen.