Van doucheputje tot zee: plastic in Nederlandse wateren

1 maart 2017
Dit artikel is verschenen in: geografie maart 2017
Nederland
Kennis
water plastic
FOTO: I SEE MODERN BRITAIN/FLICKR

In januari installeerde Rotterdam drijvende platforms om plastic zwerfafval uit de Nieuwe Maas te filteren. Een goed initiatief, maar geen oplossing voor de microplastics die de grootste bedreiging vormen – ook in de Nederlandse wateren. Hoe pak je die aan?

 

In Geografie september 2015 werd uitgebreid stilgestaan bij het probleem van plastic in oceanen; de plastic soep. Ook in Nederland is de afgelopen jaren het besef doorgedrongen dat plastic vervuiling een bedreiging vormt voor mens en milieu. Het huidige beleid richt zich vooral op het voorkomen en terugdringen van zwerfafval, de grotere stukken zichtbaar plastic. Maar er is ook een onzichtbaar probleem: dat van microplastics, van minder dan 5 mm. Bij de aanpak hiervan wil de overheid haar beste beentje voor zetten. Minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu tekende eind 2016 een verklaring dat de waterkwaliteit in Nederland verbeterd dient te worden – ook wat betreft microplasticvervuiling. De overheid erkent dat het probleem over de volle breedte moet worden aangepakt. ‘Voor de oplossing moeten we kijken naar de hele keten’, aldus Schultz.

Hoe ziet deze keten eruit? En waarmee moet de minister rekening houden bij het concretiseren van de plannen?

Bronnen

Nederland is de delta van drie grote Europese rivieren: de Maas, de Rijn en de Schelde. Er moet dus verder gekeken worden dan enkel naar nationale bronnen van vervuilende plastics. Uit recent onderzoek blijkt dat ongeveer 80% van de wereldwijde plastictoevoer naar oceanen afkomstig is uit de toestroom van rivieren. Een Zwitserse studie beschrijft hoe microplastics in de Rijn richting zee stromen. De concentraties blijken van plek tot plek sterk te verschillen. Gemiddeld gaat het om bijna 900.000 plastic deeltjes per vierkante kilometer, maar in het Ruhrgebied zijn uitschieters gemeten van zelfs 3,9 miljoen. 

stroomgebied Maas Rijn Schelde
Figuur 1. Stroomgebieden van de Maas, Rijn en Schelde

Een belangrijke bron van plastic in rivieren vormen de stedelijke en industriële gebieden. Vooral slijtstof afkomstig van autobanden is een notoir probleem. De minuscule deeltjes komen samen met ander plastic afval via het rioolsysteem of direct via de afstroom van regenwater in rivieren terecht. 

Een andere grote bron zijn waterzuiveringsinstallaties. Veel van de microplastics zijn afkomstig uit het afvalwater van onze eigen badkamers, c.q. cosmetische middelen zoals scrubcrèmes, shampoos en tandpasta. Ook bij het wassen van synthetische kleding komen microvezels vrij. Waterzuiveringsinstallaties zijn met de huidige technologie in staat het overgrote deel van de microplastics uit het rioolwater te filteren, maar wat er doorheen glipt, levert alsnog een substantieel aandeel in de milieuverontreiniging. 

Stroomafwaarts, op plekken waar rivieren trager stromen, kunnen microplastics bezinken en zich in het sediment ophopen, zoals in Rotterdam. Hoewel de gemeten concentratie microplastics in water daar veel lager is dan in het Ruhrgebied, zou de hoeveelheid in Rotterdam, als belangrijke Europese delta (figuur 1), wel eens veel groter kunnen zijn, maar dan op de bodem van de rivier. Toekomstig onderzoek zal dit moeten uitwijzen. 

Op de stranden is het probleem van plastic echt zichtbaar. Zwerfvuil ontsiert de oevers van de rivieren en valt vooral op langs de kust, aan het strand. Deze macroplastics zijn ook weer een van de voornaamste bronnen van microplastics, de zogenoemde secundaire microplastics. Onder invloed van zonlicht en golfslag worden grote stukken plastic in rap tempo afgebroken tot kleinere. 

Uiteindelijk hoopt plastic afval (zowel macro- als micro-) zich op in zeeën en oceanen. Dat is gevaarlijk voor vissen en andere waterdieren die erin verstrikt kunnen raken. Daarnaast kunnen waterdieren de kleinere plastic deeltjes inslikken. Zo had de aangespoelde bultrug Johanna (2012) microplastics in haar maag. De ophoping van plastic in dieren vormt ook een gevaar voor de mens. Plastics komen uiteindelijk vaak terecht in ons voedsel en drinkwater.

Verantwoordelijkheden

Er bestaan verschillende ideeën over de verantwoordelijkheid en aanpak van het probleem. Dit heeft in de loop der jaren geleid tot uiteenlopende initiatieven. Tegelijkertijd is er veel kritiek van betrokkenen op de gebrekkige coördinatie en helderheid omtrent de verantwoordelijkheden.

plastic zwerfvuil
Figuur 2. Herkomst plastic zwerfvuil op Nederlandse stranden

Op lokaal niveau zijn veel vrijwilligers actief. Zij halen geregeld aanzienlijke hoeveelheden plastic van de stranden (figuur 2), meestal met materiële steun van de gemeente. Het formele beleid van gemeenten varieert echter sterk. Rotterdam wil met de drijvende platforms die ze afgelopen januari liet installeren, een kwart van het zwerfafval uit de Nieuwe Maas filteren. Daarmee pakt ze slechts een deel van het probleem aan (macroplastics en potentiële secundaire microplastics), maar het initiatief getuigt wel van daadkracht. Veel gemeenten houden zich grotendeels afzijdig. Niet eens de helft van de kustgemeenten zorgt voor afvalbakken op het strand en een nog kleiner deel organiseert vaste schoonmaakacties. Vaak ontbreken ook duidelijke afspraken met paviljoenhouders over hun verantwoordelijkheid in het schoonhouden van het strandterrein. Behalve bewustzijnscampagnes zijn er weinig tot geen civil society-initiatieven gericht op microplastics, omdat het probleem veel minder visueel en tastbaar is.

In een brief aan de Tweede Kamer gaf staatssecretaris Dijksma aan te willen wachten op een rapport van het RIVM alvorens beleid te ontwikkelen. Die afwachtende houding vind je ook terug in het Werkprogramma Schoon Water, een initiatief waar het Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen, het betrokken bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties samen bepalen welke maatregelen nodig zijn. Hierin staat dat het draagvlak wordt verkend voor een gemeenschappelijke aanpak binnen Europa om microplastics in het (mariene) milieu terug te dringen. Op Europees niveau is het meest concrete voornemen het opstellen van strengere cosmeticarichtlijnen voor microplastics.

 

patagonia
FOTO: COVENTRY CITY COUNCIL
Terwijl we denken goed bezig te zijn, geven onze fleecetruien in de wasmachine een hoop microvezels af, die het milieu belasten. Patagonia, dat fleecetruien produceert uit gecycled materiaal, doet ook onderzoek naar de microplasticvervuiling (zoek op Patagonia + microfibers).

Maatregelen

Zoals de plannen van de minister en staatssecretaris aangeven, groeit nu ook op nationaal niveau de wens om plastic afval in de Nederlandse wateren terug te dringen. Maar hoe?

Ten eerste lijkt het verstandig te onderkennen dat er verschillende soorten plastics bestaan die allemaal een eigen oorsprong en probleem kennen. Technologische innovatie kan een rol spelen in het begrijpen en terugdringen van deze vormen van vervuiling. Zo zullen Wageningen UR en de Universiteit Utrecht zich de komende jaren richten op het ontwikkelen van nieuwe methoden om de kennis over de vervuiling door plastic te vergroten.

Last but not least: er bestaat een veelvoud aan initiatieven, maar die vragen om een heldere coördinatie. Lokaal, gemeentelijk, nationaal en Europees handelen: het is allemaal van belang voor de Nederlandse delta. Zoals een vrouw uit Beverwijk treffend aangaf: ‘Het is een maatschappelijk belang dat we collectief moeten oplossen, en natuurlijk moeten mensen zo min mogelijk rotzooi achterlaten’. 

 

Deze informatie is gebaseerd op interviews, veldwerk en literatuuronderzoek in september-december 2016, als onderdeel van een interdisciplinair onderzoeksproject van studenten Future Planet Studies aan de Universiteit van Amsterdam.

 

BRONNEN

  • Mani, T., A. Hauk, U. Walter & P. Burkhardt-Holm 2014. Microplastics profile along the Rhine River. Scientific reports, 5: 17988.
  • Murphy, F., C. Ewins, F. Carbonnier & B. Quinn 2016. Wastewater treatment works (WwTW) as a source of microplastics in the aquatic environment. Environmental science & technology, 50(11): 5800-08.
  • Thompson, R. C., S.H. Swan, C.J. Moore & F.S. vom Saal 2009. Our plastic age. Philosophical Transactions of the Royal Society B, 364 (1526).