Mardellen zijn depressies van 1-3 meter diep en 10-50 meter doorsnee. Ze komen voor in het Luxemburgse Gutland. Op de kleiige mardelbodems hebben zich vennen gevormd die in het voorjaar vol water staan en aan het einde van de zomer droogvallen. Amsterdamse fysisch geografen deden vijftig jaar geleden al onderzoek naar het ontstaan ervan. Geavanceerde archeometrische technieken werpen een nieuw licht op de zaak.