Onlangs zag ik hem weer eens in Nieuwsuur. Francis Fukuyama, wiens boek The End of History and the Last Man symbool stond voor het optimisme in de jaren 1990. Dat optimisme vloeide voort uit de val van de Berlijnse Muur in 1989. Daarmee was volgens hem een einde gekomen aan de ideologische strijd tussen economische systemen.
In zijn colleges over economische geografie besteedde hij altijd veel aandacht aan de behaviourale benadering. Piet Pellenbarg liet met zijn werk zien dat bij locatiekeuzes van bedrijven irrationele keuzes een grote rol spelen. Net als Pellenbarg verbaasde Ton zich erover dat behaviourale elementen een steeds grotere rol speelden in de economische wetenschap, maar bij de geografie op een zijspoor belandden
In het huidige politieke klimaat verbaast Ton zich bijna nergens meer over. Maar nu lijkt zelfs D66-voorman Rob Jetten, die hij toch wel enige hersens toedicht, het zicht op de werkelijkheid te hebben verloren. In het Algemeen Dagblad van 12 april beweert hij dat het taboe op ‘bouwen in het groen’ eraf moet. ‘Met alleen het volbouwen van open ruimtes binnen de bebouwde kom of het aanleggen van extra woonwijken aan de rand van bestaande gemeenten zal het niet lukken om snel genoeg nieuwe woningen te bouwen.’ In plaats daarvan moeten er tien geheel nieuwe woonplekken worden aangewezen.