De mobiliteitsarena

1 maart 2016
Auteurs:
Ton van Naerssen
senior onderzoeker Geografie, Radboud Universiteit
Dit artikel is verschenen in: geografie maart 2016
migratie
Kennis
FOTO: STEPHEN RYAN/IFRC
Doodvermoeid steken deze vluchtelingen in augustus 2015 de grens over tussen Griekenland en Macedonië, waar ze worden opgevangen door het Rode Kruis. In januari plaatst Macedonië hekken en is de doorgang hier niet langer mogelijk.

Bestaande benaderingen als het push-en-pullmodel schieten tekort in de verklaring van migratiestromen. Ze zijn te algemeen, onvoldoende geografisch en gaan te weinig uit van het denkproces van (potentiële) migranten. De drempelbenadering geeft inzicht in de keuzes: ga ik wel/niet, waar ga ik heen en via welke route?

 

Door de vluchtelingencrisis staat migratie momenteel in het centrum van de belangstelling. Verhalen doen de ronde over mensen die huis en haard ontvluchten, omdat ze vrezen voor hun leven. En over migranten die op de eerste plaats elders een beter economisch bestaan zoeken. Dit alles gebeurt in onze mondiale samenleving waar grenzen lijken te vervagen, zowel voor het transport van goederen en de overmaking van kapitaal, als voor de mobiliteit van (rijkere) mensen.

Mensen passeren om diverse redenen nationale grenzen. In grensgebieden werken Nederlanders als pendelaars in Duitsland of steken regelmatig de grens over om boodschappen te doen en goedkoop benzine te tanken. Binnen Europa kunnen ze gemakkelijk naar Polen op vakantie of een tweede huis in Spanje kopen en misschien besluiten er permanent te gaan wonen. Ook al zijn er nu door de stroom vluchtelingen en terrorismedreigingen op verschillende plaatsen in Europa weer (grens)controles, in principe is het reizen binnen de Schengenzone vrij. Buiten Europa reizen of gaan wonen, in bijvoorbeeld Thailand of Australië, is lastiger. Daarvoor zijn paspoorten, visa en andere documenten nodig.

Hoe langer men besluit ergens te blijven en hoe groter de verschillen in cultuur, des te ingrijpender is de grensoverschrijding in het leven van de passant. Waarom besluiten veel mensen al dan niet tijdelijk uit hun woonplaats te vertrekken? En welke rol spelen geografische factoren daarbij?

Drempelbenadering

Om deze vragen te beantwoorden stellen we het denkproces van mensen centraal in de zogenoemde drempelbenadering. Voordat mensen mobiel worden, moeten ze al dan niet bewust over drempels heen: hindernissen of belemmeringen waardoor ze ook kunnen besluiten niet te vertrekken. In onze benadering betrekken we dus ook nadrukkelijk de vraag naar immobiliteit. De hindernissen kunnen sterk variëren, maar als geografen zijn wij vooral geïnteresseerd in de geografische factoren die een rol spelen in de besluitvorming van mensen. Dat zijn er drie: grenzen, bestemmingen en routes of trajecten. Deze brengen wij onder in de mobiliteitsarena.

Mobiliteitsdrempels

Mobiliteitsarena

In de mobiliteitsarena spelen geografische factoren een hoofdrol, maar de arena wordt omgeven door een krachtenveld waarin sociale en economische factoren meewegen in de besluitvorming van mensen om al dan niet te vertrekken. De centrale, verticale pijl in de mobiliteitsarena verbeeldt het geheel van beslissingen om de plaats van bestemming te bereiken. De smallere pijlen geven de mogelijke relaties tussen locatie, traject en bijbehorende drempels weer. Zo kan een route de uiteindelijke bestemming beïnvloeden en omgekeerd de bestemming het traject. Dit laatste is bijvoorbeeld het geval als een land gastvrij vluchtelingen ontvangt, zoals in de zomer van 2015 bekend werd over Zweden.

 

Dat een route gecompliceerd kan verlopen, is weergegeven door de onderbroken dunne pijlen. Bijvoorbeeld, een locatie en traject zijn gekozen en de vluchteling wil via Turkije naar Zweden gaan. Maar tijdens de reis (het traject) wordt bekend dat ook het dichterbij gelegen Duitsland vluchtelingen welkom heet. Dan wordt alsnog de locatiedrempel voor Duitsland genomen.

Onze benadering is toepasbaar op alle vormen van mobiliteit, maar hier beperken we ons tot migratie naar een ander land. Daarbij beschouwen wij iemand als migrant wanneer hij of zij (hierna: hij) minstens een half jaar in het buitenland verblijft c.q. wil verblijven.

Push en pull

Verreweg de meeste studies over de besluitvorming van migranten gaan over (een deel van) het krachtenveld, namelijk over de redenen dat mensen migreren, en de maatschappelijke factoren die de migratiebeslissing beïnvloeden. Al aan het einde van 19e eeuw publiceerde Ravenstein zijn Laws of migration, waarin afstand, levensfase en economische omstandigheden een belangrijke rol speelden. In de jaren '60 heeft Lee hier een push-en-pullmodel van gemaakt, wat erop neerkomt dat mensen bijvoorbeeld wegtrekken vanwege de armoede in hun land (push) of betere economische perspectieven elders (pull). Push en pull zijn dus elkaars spiegelbeeld. De argumenten voor een push of een pull kunnen moeiteloos uitgebreid worden, bijvoorbeeld met de situatie van geweld in een land of, andersom, de veiligheid in andere landen.

JOE LOWRY/INTERNATIONAL ORGANIZATION FOR MIGRATION
Lange tijd werkten veel Cambodjanen (illegaal) in het nabijgelegen Thailand, maar zij vluchtten in 2014 massaal terug naar huis uit angst voor represailles van de nieuwe militaire regering.

Op macroniveau gaat het om landen, hun economie en hun instituties zoals het rechtssysteem. Op mesoniveau spelen regio’s een rol. Neem de tegenstellingen tussen het noorden van Nigeria waar Boko Haram onrust zaait en het zuiden van het land waar het betrekkelijk rustig is. Op microniveau spelen huishoudens en individuen een rol. Migratie wordt door velen gezien als een strategie van huishoudens, waarbij de bestaanszekerheid wordt vergroot doordat de leden van een huishouden verschillende soorten activiteiten verrichten die inkomsten genereren. Sommigen werken op het platteland, anderen in de steden of zelfs in het buitenland. Zo verkleinen huishoudens de risico’s op armoede. Volgens deze theorie beslist het huishouden, niet het individu. Maar al is het huishouden een belangrijk onderdeel van het krachtenveld, het is uiteindelijk het individu dat beslist.

Toch blijven

Onderzoeken naar migratie richten zich tot nu toe vooral op het gedrag van degenen die daadwerkelijk vertrokken zijn. De vraag waarom mensen niet vertrekken maar juist blijven, wordt zelden gesteld. Dit is opmerkelijk als we constateren dat veel mensen ondanks de armoede en het ontbreken van een sociaal vangnet, en zelfs in situaties van onveiligheid toch in eigen land blijven. Dit komt deels omdat migratie risico’s in een vreemde omgeving inhoudt, en niet iedereen zo’n avontuur aandurft. Deels is het blijven ook noodgedwongen. Niet iedereen verkeert in omstandigheden om weg te gaan. Daarvoor heb je hebt immers kennis, geld en contacten nodig. En deze bepalen op hun beurt weer waar iemand heen gaat. 

Indifferentiedrempel

In de mobiliteitsarena, waar beslissingen ten aanzien van grenzen, bestemmingen en trajecten een rol spelen, bestaan drempels die mensen bewust of onbewust moeten nemen alvorens te migreren. Op de eerste plaats moeten mensen bereid zijn hun omgeving te verlaten. Verreweg de meesten zijn immobiel, dat wil zeggen: zij blijven in het land waar ze zijn geboren. Slechts 3 procent van de wereldbevolking woont in een ander land dan het geboorteland. De meeste mensen zijn gehecht aan het gebied waar ze zijn opgegroeid en er moeten zwaarwegende redenen zijn om het te verlaten. Zij blijven – ook als ze de kennis, het geld en de netwerken hebben om te vertrekken. Vaak overwegen ze niet eens om te verhuizen, en áls ze weggaan blijven ze het liefst in de buurt en binnen de landsgrenzen. In onze benadering zeggen we dat ze op de eerste plaats een (mentale) indifferentiedrempel moeten passeren, dat wil zeggen: vertrek naar een ander land als een serieuze optie zien en niet onverschillig (indifferent) staan tegenover migratie. 

Locatiedrempel

Als deze eerste drempel is genomen, ligt het voor de hand dat de potentiële migrant denkt aan een bestemmingsland. Waar wil en – even belangrijk – waar kan hij naartoe? Hij moet een locatiedrempel nemen. Deze verschilt per migrant en per potentiële bestemming. Oost-Europese landen en Rusland zijn bijvoorbeeld niet aantrekkelijk voor Afrikanen en Syriërs. Meer in het algemeen wil de migrant liever in een min of meer vertrouwde regio verblijven, bijvoorbeeld qua taal of religie. Een geografisch nabije bestemming maakt het ook mogelijk snel terug te gaan als het nodig is. Bovendien zijn er minder hulpbronnen nodig om te vertrekken.

FOTO: OXFAM INTERNATIONAL

Kijken we naar het geslacht, dan zijn vrouwen vaak meer plaatsgebonden en minder geneigd aan migratie te denken. En áls zij dit doen, houden zij vaak meer rekening met de risico’s die aan een reis verbonden zijn dan mannen. Jonge mannen zijn gewoonlijk avontuurlijker aangelegd dan oudere mannen.

Sommige drempels die bestaan voor een migrant uit Mali om naar Nederland te komen, ontbreken voor bijvoorbeeld een Italiaan. Door de mondialisering is het aantal mogelijke bestemmingslanden wel uitgebreider dan ooit. Redenen daarvoor zijn goedkoper en sneller transport, en de aanwezigheid van veel land- of streekgenoten in verre landen, zodat daar een sociaal netwerk voorhanden is of gemakkelijk gevormd kan worden. Dit verklaart bijvoorbeeld waarom in Nederland relatief veel Somaliërs wonen, in de Bijlmer veel Ghanezen en in Rotterdam Kaapverdianen.

Trajectdrempel

Als een migrant een bestemming heeft gekozen, moet hij nog een route daar naartoe bepalen. Legale arbeidsmigranten nemen deze trajectdrempel betrekkelijk eenvoudig. Als ze beschikken over een werkvergunning en een paspoort, kunnen ze het vliegtuig nemen. Omdat in Europa de maatschappelijke aandacht momenteel vooral uitgaat naar vluchtelingen uit het Midden-Oosten, vergeten we dat verreweg de meeste migratie in de wereld legale arbeidsmigratie betreft. In Saoedi-Arabië en de Golfstaten alleen al werken meer dan tien miljoen arbeidsmigranten, van wie een vijfde als dienstmeisje, uit landen als Sri Lanka, Indonesië en de Filippijnen. De overgrote meerderheid werkt er op contract, want het is moeilijk om illegaal Saoedi-Arabië en de Golfstaten binnen te komen. Bij deze legale arbeidsmigratie bepaalt de bestemming het traject, want de migranten gaan in het algemeen zo snel en rechtstreeks mogelijk naar hun bestemming. De trajectdrempel is voor hen betrekkelijk eenvoudig te nemen.

Voor arbeidsmigranten en vluchtelingen zonder geldige papieren (paspoort, visum, werkvergunning) kan de route gecompliceerd zijn. Neem een Nigeriaanse migrant die naar Engeland wil. Hij kan misschien als toerist of student met een visum naar Engeland vliegen en vervolgens langer blijven dan toegestaan, onderduiken en in de informele sector gaan werken. Het overschrijden van de trajectdrempel is voor hem nog betrekkelijk eenvoudig. Het kan echter ook zijn dat de Nigeriaanse migrant met een vrachtauto de Sahara oversteekt, via een smokkelaar een boot neemt naar Lampedusa, met de trein naar Milaan en Parijs reist, en ten slotte met wat geluk als verstekeling op een vrachtwagen via Calais Engeland bereikt (kader). De route is dan gecompliceerd en gevaarlijk.

Familie Al Ahmed
migranten

Op 23 oktober opent het NRC Handelsblad met een verslag over het Syrische echtpaar Al Ahmed. Man, vrouw en twee zoons wonen sinds drie jaar in Istanbul waar vader Yasar voor 25 euro twaalf uur per dag als kok werkt. Ze willen naar Europa. De Turken zijn volgens Yasar niet echt gastvrij en nogal star. Zijn twee zoons zijn autistisch en krijgen geen gespecialiseerde zorg. Het gezin hoopte via bemiddeling van Unicef op medische gronden te worden toegelaten tot de Verenigde Staten, maar het verzoek is afgewezen. Broers in Duitsland hebben nu de 7500 euro overgemaakt zodat het gezin via Izmir kan oversteken naar Griekenland en vandaar naar ‘het land of de stad waar behandeling tegen autisme het beste is’. Berichten over toenemend racisme en versoberde opvang bereiken Yasar niet. Of het gezin werkelijk zal vertrekken, is op de dag van publicatie nog onduidelijk. Yasar wil wel, maar een vriend heeft gewaarschuwd niet te gaan: de golven zijn te hoog en Yasars vrouw is bang voor de overtocht.

Zoals Joris Schapendonk aan de hand van vele uit het leven gegrepen voorbeelden in zijn proefschrift Turbulent Trajectories toont (zie ook Geografie september 2012), wordt de route bovendien vaak voor kortere of langere tijd onderbroken. De migrant staat bij elk fase voor de keuzes: Waar kan ik naartoe? Waar ga ik naartoe? Welke route zal ik volgen? Hij moet telkens nadenken en een beslissing nemen over locatie en traject. Daarbij kan de oorspronkelijke eindbestemming veranderen.

Bestemming en traject

In ons model staan de locatiedrempel en trajectdrempel bewust naast elkaar. Het is te simplistisch om te veronderstellen dat de bestemming het traject bepaalt. Vaak is dat wel zo, zeker bij gereguleerde migratie, maar bij migratie zonder geldige papieren dikwijls niet. In het voorbeeld van de Nigeriaanse migrant bepaalt soms de route de (tussenliggende) bestemming en niet omgekeerd. In het voorbeeld van de Syrische vluchtelingenfamilie Al Ahmed is er aanvankelijk een duidelijke bestemming, namelijk de Verenigde Staten. Daarna wordt de kennis van een migratieroute waarlangs velen voorgingen ongetwijfeld belangrijk. Zeker als de oorspronkelijke bestemming relatief vaag is, bestaat een grote kans dat deze uiteindelijk verandert, in dit geval in Duitsland. Niet alleen omdat daar momenteel de meeste vluchtelingen naartoe gaan, maar ook omdat daar familie woont. 

Overheidsbeleid

De drempelbenadering geeft ons inzicht in de keuzes waarvoor (potentiële) migranten staan. Bovendien kan deze van nut zijn om de effecten van overheidsbeleid op bestemmingen en routes te bepalen. De recente trek van vluchtelingen uit het Midden-Oosten toont ons verscheidene voorbeelden. Het liberale beleid in Zweden maakte dit land tot een favoriete bestemming. Toen bondskanselier Angela Merkel de vluchtelingen uitdrukkelijk welkom heette, kwam er een grote stroom op gang naar Duitsland. Het werd de ideale bestemming die het voorheen niet was, in ieder geval niet zo uitgesproken. Merkel verlaagde de locatiedrempel.

Overheidsbeleid beïnvloedt ook de routes die gevolgd worden op weg naar de bestemmingen, en daarmee de trajectdrempels. Dat was enkele maanden geleden te zien op de Balkan. Migranten staken vanuit Turkije de Evros-rivier over om Griekenland en de EU binnen te komen. Totdat een hek van ongeveer 12,5 km lengte dit onmogelijk maakte. Toen koos men een route via de nabijgelegen Griekse eilanden (vooral Lesbos en Kos). De route over land via Servië, Hongarije en Oostenrijk naar Duitsland wijzigde toen Hongarije de grens hermetisch afsloot. De Balkanroute via Servië, Kroatië en Slovenië werd toen favoriet. Nu ook daar fysieke barrières worden opgetrokken, zal mogelijk de veel gevaarlijker route over zee vanuit Noord-Afrika naar Italië weer gekozen worden. Ook werd een nieuwe route voor Syrische vluchtelingen bekend, waarbij migranten naar Moskou vliegen en een aansluitende vlucht naar Moermansk boeken. Daar kopen ze een fiets, want de grens met Noorwegen mogen ze niet lopend passeren, en eenmaal over de grens is men in Europa.

Zeker over een wat langere tijdspanne kunnen routes bestemmingen bepalen. Zo weten Afghanen en Pakistani inmiddels dat de route naar Australië praktisch op slot zit en kiezen daarom voor de EU.

Meerwaarde

Bekende benaderingen van het migratieproces zoals diverse push-en-pullmodellen leggen de nadruk op eendimensionale, veelal economisch-rationale overwegingen in het beslissingsproces van migranten. De drempelbenadering laat zien dat migranten meerdere beslissingen moeten nemen, en dat mobiliteit en migratie vaak meer behelzen dan een verplaatsing van A naar B via de kortste route. Migratie is een proces waarbij beslissingen vaak plaatsvinden op basis van onverwachte, onvolledige en/of onjuiste informatie, terwijl de uitkomst moeilijk te voorspellen is. Dit geldt zowel voor de migranten als voor de beleidsmakers. 

Mohammed Adepoju
migranten

Mohammed Adepoju is twintig jaar als hij in 2009 uit Nigeria vertrekt. Hij doorkruist de Sahara en vindt zoals veel Afrikanen werk in Libië, tot daar in 2011 de burgeroorlog uitbreekt. Voor zwarte Afrikanen wordt de situatie onhoudbaar, zodat hij uitwijkt naar Egypte. Hij leeft er van de hand in de tand, maar weet in drie jaar voldoende geld te sparen om een smokkelaar te betalen voor een plaats op een boot naar Lampedusa. Vervolgens reist hij per trein naar Milaan en daarna Parijs. De volgende halte is Calais, waar hij zoals veel jongeren Het Kanaal wil oversteken. Na drie maanden weet hij als verstekeling in een vrachtwagen Engeland te bereiken. Daar verdient hij nu de kost in de informele sector. Hij heeft het niet breed, maar de Nigeriaanse gemeenschap in Londen is groot en hij heeft er zijn vrienden.

Martin van der Velde en Ton van Naerssen zijn de redacteurs van het boek Mobility and Migration Choices. Thresholds to Crossing Borders (2015).