Groei en ontvolking. De twee gezichten van Spanje

1 september 2022
Auteurs:
Ronald Kranenburg
hoofdredacteur Geografie, KNAG
Dit artikel is verschenen in: geografie september 2022
Kennis
FOTO: JOAN/FLICKR (CC)
De hoogtijdagen van het Spaanse binnenland zijn vervlogen; steeds meer gebieden kampen met leegloop, zoals hier in Cubillos, Soria (5 mei 2016).

In 2019 bereikte het inwonertal van Spanje een recordhoogte van 47 miljoen door een sterk positief migratiesaldo. Een jaar later nam de bevolking echter voor het eerst in jaren af vanwege het lage aantal geboorten en de door covid-19 stilgevallen buitenlandse migratie. Het Spaanse binnenland kampt al veel langer met leegloop. In een drieluik werpen we een blik op enkele Spaanse regio's waar het inwonertal al langer daalt.

 

1970-2015

In Geografie oktober 2016 concludeerde Jan Kleinpenning dat Spanje tussen 1970 en 2015 een modern, welvarend en meer verstedelijkt land was geworden. De mediterrane kust en de eilanden bleken qua bevolking en economie belangrijker dan het uitgestrekte binnenland. Na de Franco-dictatuur trad Spanje toe tot de Europese Unie. Het land ontwikkelde zich economisch voorspoedig, mede door miljarden EU-steun en het toegenomen vertrouwen van buitenlandse investeerders.

De economische ontwikkeling ging echter aan een groot deel van Spanje voorbij. Het van oudsher economische hartland ontvolkte en raakte relatief in verval. De nieuwe groeigebieden waren naast hoofdstad Madrid vooral de kustprovincies en eilanden. Zo transformeerde de autonome regio Andalusië in recordtempo van een achtergebleven boerenland in een toeristenparadijs waar het geld binnenstroomde en het landschap op veel plekken veranderde in een betonnen hel.

Het proces van krimp en groei speelde op diverse geografische schaalniveaus. Ook binnen krimpregio’s groeiden de verstedelijkte secundaire gemeenten, terwijl de rurale delen leegliepen. Wel bleven de secundaire gemeenten achter bij de zuid- en oostkust en de metropolitane gebieden.

Na 2015

Sinds 2015, het peiljaar waar Kleinpennings verhaal eindigt, is het Spaanse binnenland nog verder ontvolkt. Terwijl de provincies langs de zuid- en oostkust dichter bevolkt raakten, net als de eilanden, de aaneengesloten provincies Madrid, Toledo en Guadalajara en de (grotendeels) Baskische provincies, kampten de regio’s daarbuiten met bevolkingskrimp (figuur ). 

BEELD: B.J. KÖBBEN/GEOGRAFIE

Vanuit geografisch oogpunt is het verleidelijk te kijken naar de plekken van groei. In Malaga is men druk doende de vervallen industriële stad om te vormen tot een voor bedrijven en toeristen aantrekkelijk vestigingsgebied met culturele voorzieningen, nieuwbouwwijken en gerestaureerd erfgoed. In Bilbao (Bizkaia) gaf het Guggenheim-museum een enorme impuls aan de modernisering en ontwikkeling (zie Geografie juni 2011) van de Baskische stad. Iets zuidelijker, in Vitoria-Gasteiz (Álava), staat tegenwoordig de op een na grootste fabriek van Mercedes-Benz.

In dit drieluik richten we de blik echter op twee gebieden in het binnenland, die het zwaar hebben. Luís Alfonso Hortelano Mínguez en Jan Mansvelt Beck schrijven over de pogingen om het Canal de Castilia in de provincies Valladolid, Palencia en een stukje Burgos te ontwikkelen als toeristische attractie. Dit in de hoop economische mogelijkheden te scheppen op het platteland, waardoor de leegloop gekeerd kan worden.

Monique Bronkhorst schrijft over de provincie Huesca, waar de rust en leegstand juist nieuwe (buitenlandse) bewoners trekken. Met veel tijd en weinig geld kun je hier een bestaan opbouwen ver weg van de hectiek van de moderne wereld. Als voorbeeld haalt ze de Solana-vallei aan. Peter van der Krogt ging in de collectie van het Allard Pierson op zoek naar 17e-eeuwse kaarten van het koninkrijk Aragón en laat zien dat deze vallei ooit zeventien dorpjes telde, hoewel die niet op iedere kaart werden ingetekend.

De bevolking is sinds het begin van de 20e eeuw meer dan verdubbeld, maar er zijn steeds meer lege gebieden

2070

De bevolking van Spanje is sinds het begin van de 20e eeuw meer dan verdubbeld, maar tegelijkertijd kent het land steeds meer lege gebieden. De overheidsaanpak van de ontvolking is relatief kleinschalig en vaak pas laat op gang gekomen. Ook particulier initiatief heeft geen grote omslag in het patroon van krimp en groei teweeg kunnen brengen.

De prognose is dat het Spaanse inwoneraantal in 2070 zal pieken op 50,6 miljoen. De perifere regio’s Castilla y León en Aragón, belicht in dit drieluik, zullen daarvan echter niet meeprofiteren.