Heide als cultuur landschappelijk erfgoed
Wandelen en fietsen op de heide bezorgt veel Nederlanders een fantastische natuurbeleving, en heideherstel staat hoog in het vaandel van natuur- en landschapsbeheer. Pollenonderzoek wijst uit dat heide in de prehistorie al zorgvuldig onderhouden werd.
Twee jaar geleden presenteerde Hein Vera in Nijmegen de resultaten van zijn historisch geografisch onderzoek over de Meijerij van Den Bosch. Hij toonde aan dat de boeren op de arme zandgronden tussen 1000 en 1700 de heidevelden koesterden voor diverse gebruiksdoeleinden (zie Geografie oktober 2012). Pas in de 18e eeuw werd door de introductie van de diepe potstal het veilige heidebeheer verlaten en zou het plaggen steken leiden tot een grootschalige uitbreiding van zandverstuivingen. Recentelijk presenteerde Marieke Doorenbosch in Leiden de resultaten van haar archeologisch onderzoek dat betrekking had op het gebruik van de heide door onze prehistorische voorouders. Daaruit blijkt dat er op de zandgronden al duizenden jaren een intensieve relatie bestaat tussen mens en heide.
Hoe raak je als archeoloog verzeild in de ontstaansgeschiedenis van de heide?
‘Van huis uit ben ik bioloog en specialiseerde me tijdens mijn studie in de pollenanalyse. Ik vond het erg interessant dat je via die weg zo veel te weten kunt komen over vegetatie en klimaat in het verleden. Voor archeologen is het belangrijk te weten hoe een landschap er in de prehistorie uitzag. In die tijd was de mens veel meer afhankelijk van zijn directe omgeving, dus is het van belang te weten of men bijvoorbeeld in een bosgebied leefde of in een open landschap. Het onderzoek dat ik verricht heb, ging voornamelijk over het 3e tot 1e millennium voor Christus, de tijd dat mensen grafheuvels bouwden. Ik heb de resultaten van pollenonderzoek door mezelf en andere wetenschappers van meer dan honderd grafheuvels geanalyseerd om de geschiedenis van het grafheuvellandschap in Nederland te reconstrueren. Grafheuvels werden voornamelijk gebouwd op open plekken die bedekt waren met heide.’
Waarom ontstonden er al zo vroeg heidevelden?
‘Uit mijn onderzoek blijkt dat er in de tijd dat grafheuvels aangelegd werden al op vrij grote schaal heide geweest moet zijn. Wan neer heide zich precies heeft kunnen vestigen en wat de exacte oorzaak was, weten we niet precies, maar waarschijnlijk heeft heide zich al bij de eerste tekenen van bosdegradatie kunnen vestigen en uitbreiden – zeer waarschijnlijk onder invloed van menselijke activiteiten.
'Bij de landschappen die ik onderzocht, is de heide ontstaan ruim voordat er grafheuvels aangelegd werden. En ook daarna is de heide nog vele generaties blijven bestaan. Dat kan alleen als er onderhoud gepleegd wordt, anders zal de heide na verloop van tijd verdwijnen. In de tijd dat grafheuvels gebouwd werden en daarvoor moet er dus al heidebeheer hebben plaatsgevonden in de vorm van begrazen, maaien, afplaggen of afbranden. Grafheuvels werden opgebouwd uit heideplaggen, dus plaggen zal een rol hebben gespeeld, maar dat er op grote schaal geplagd werd, is niet aangetoond. Ook zijn er geen aanwijzingen dat er op grote schaal heide is afgebrand. Pollendiagrammen van de grafheuvels wijzen wel op intensieve begrazing.’
Archeologe Marieke Doorenbosch: ‘Op de zandgronden bestaat al duizenden jaren een intensieve relatie tussen mens en heide’
Welke rol speelde de heide in de cultuur van onze voorouders?
‘Heidevelden werden gezien als speciale plekken. Ze lagen niet direct in de buurt van nederzettingen en akkers, en werden gebruikt om grafheuvels te bouwen als laatste rustplaats voor voorouders. Waarschijnlijk werden ze gezien als voorouderlijke gronden. De open plekken in het landschap bestonden al lang voordat er grafheuvels opgeworpen werden. Ze waren in de meeste gevallen begroeid met heide, de zogenoemde Ancestral Heaths (voorouderlijke heide), en zouden deel uitmaken van het dagelijkse leven van de voorouders van de grafheuvelbouwers.
'Die heidevelden waren ook geïntegreerd in het dagelijks leven van de grafheuvelbouwers. De velden werden namelijk, net als bij hun voorouders, gebruikt voor begrazing en maakten op die manier deel uit van hun economische zone.
'Aangezien er in Nederland duizenden grafheuvels gebouwd zijn, moet het Nederlandse grafheuvellandschap in die periode bedekt geweest zijn met vele heidevelden. Deze werden vele generaties beheerd en in stand gehouden. Zo lagen er in de omgeving van Ermelo in de midden-bronstijd B in elk geval 134 grafheuvels, allemaal op open plekken bedekt met heide. Bij elkaar besloegen ze een oppervlakte van zo’n 2630 hectare. Om 1 hectare heide te kunnen onderhouden was ongeveer 1 schaap nodig, of per 5-6 hectare ongeveer 1 rund. Om een gebied van 2630 hectare heide in stand te houden waren dus 2630 schapen en of 438 runderen nodig. In de midden-bronstijd B bestond de veestapel van 1 huishouden waarschijnlijk uit 30 dieren, waarvan ongeveer 1/3 schaap en 2/3 rund. Voor het onderhoud van het heideoppervlak rondom de grafheuvels in Ermelo waren dus zo’n 20 huishoudens nodig die samenwerkten in gemeenschappen.
'Terwijl de rest van het landschap van het laat-neolithicum naar de ijzertijd enorme veranderingen onderging in de vorm van cultivatie, vormden de heidevelden met grafheuvels een zeer stabiel en structurerend element in het landschap, waarbij vele generaties heidegemeenschappen samenwerkten om dit in stand te houden.’
Hoe zouden we nu moeten omgaan met heide als cultuurhistorisch erfgoed?
‘Momenteel wordt vaak alleen de grafheuvel als monument beschouwd. Mijn onderzoek laat zien dat de heide rondom een grafheuvel daar onlosmakelijk mee verbonden was. Ook is aangetoond dat de omgeving van een grafheuvel van grote archeologische waarde kan zijn. Bij sommige grafheuvelgroepen hoorden bijvoorbeeld ceremoniële palenrijen, die in de directe omgeving van de grafheuvels, dus in de heide, te vinden waren. Het is daarom belangrijk het te beschermen gebied rondom een grafheuvel te vergroten om waardevol Nederlands cultureel erfgoed te behouden.
'Tegenwoordig liggen veel grafheuvels niet meer in heide, maar onder een andere begroeiing in beheersgebieden van bijvoorbeeld Staatsbosbeheer. Het zou goed zijn in natuur- en landschapsreservaten waarin grafheuvels liggen het oorspronkelijke landschap zo veel mogelijk te herstellen om het te tonen aan het publiek. Dat is een mooi eerbetoon aan onze prehistorische voorouders en draagt bij aan het historisch besef van de samenleving.’
BRONNEN
- Doorenbosch, M. 2013. Ancestral Heath; reconstructing the barrow landscape in the central and southern Netherlands. Thesis RUL.
- Mourik, J.M. van, A.C. Seijmonsbergen, R.T. Slotboom & J. Wallinga 2012. The impact of human land use on soils and landforms in cultural landscapes on aeolian sandy substrates (Maashorst, SE Netherlands). Quarternary International, 265: 74-89.
- Vera, H., 2011. ‘dat men het goed van de ongeboornen niet mag verkoopen’. Gemene gronden in de Meierij van Den Bosch tussen hertog en hertgang 1000- 2000. Uitgeverij BOXpress, Oisterwijk, Netherlands (with English summary).