Kustlijndynamiek Suriname in kaart gebracht

1 maart 2021
Dit artikel is verschenen in: geografie maart 2021
Suriname
Kennis
KAART: ALLARD PIERSON UVA, HB-KZL 29.01.06/15; BRUIKLEEN KNAG.
Fragment van de mangrovekust op de Kaart van Suriname (1882).

Kaart van Suriname
In 1861 bracht een Frans-Nederlandse commissie twee rivieren, de Marowijne en Lawa, in kaart en bepaalde op die manier de grens tussen de Nederlandse kolonie en Frans Guyana. Johan François Adriaan Cateau van Rosevelt maakte deel uit van deze commissie. Mede doordat hij zich verkeek op de hoofdloop van de Marowijne, kwam er meer grond bij de Fransen terecht. Tot op de dag van vandaag zijn hierover grensgeschillen tussen Suriname en Frans Guyana (zie Geografie januari 2016). In 1862 startte Cateau van Rosevelt een onderzoek naar goudvelden in de uitgestrekte binnenlanden van Suriname. Omdat er geen kaarten beschikbaar waren waarop hij goudbronnen kon aangeven, besloot hij er zelf een te maken. Samen met een vriend, J.F.A.E. van Lansberge, ging hij op pad om Suriname in kaart te brengen. Dit werd de bekende Kaart van Suriname, bestaande uit opmetingen tussen 1860 en 1879.

Historische kaarten vullen satellietbeelden aan

In 2018 startte een Nederlands-Surinaams onderzoek naar veranderingen in de mangrovekust van Suriname. Die beschermt het achterland vanouds tegen overstromingen, maar staat nu onder druk. Met satellietgegevens zijn de veranderingen in de kustlijn van de laatste dertig jaar te achterhalen. Historische kaarten helpen om langjarige trends in beeld te brengen.

 

Suriname kent van oudsher een modderige mangrovekust, die fungeert als natuurlijke bescherming tegen overstromingen. Door zeespiegelstijging en intense golfbewegingen als gevolg van klimaatverandering staat de kust nu onder druk. Dat kan het laaggelegen binnenland met Paramaribo en andere plaatsen, landbouwgronden en drinkwatervoorzieningen in gevaar brengen. In 2018 startte het MangroMud-project, een samenwerking tussen de faculteit Geowetenschappen van de Universiteit Utrecht en de Anton de Kom Universiteit van Suriname. Doel is de kennis van mangroves en modder uit te breiden met het oog op een betere kustbescherming in de toekomst.

Sterke dynamiek

Uit eerder onderzoek is gebleken dat de kust van Suriname over het algemeen richting zee uitbouwt. Dat is te danken aan de Amazone-rivier, die jaarlijks enorme ladingen sediment aanvoert, dat zich verzamelt in modderbanken die migreren langs de Surinaamse kust. Waar de modderbanken voor de kust liggen is deze beschermd, wat tot uitbouw van de kust kan leiden. Satellietdata laten zien dat de kust zeer dynamisch is, met fasen van uitbouw en erosie, die extra duidelijk zijn op plekken waar de mens ingrepen heeft gepleegd. Zo zijn er op diverse locaties langs de kust zeedijken aangelegd, omdat daar heftige kusterosie optrad. De kustlijn nabij Paramaribo is sinds 2000 flink teruggetrokken – soms wel tientallen meters per jaar – door grootschalige erosie en het kappen van de mangroves (figuur 1). Een andere vorm van menselijk ingrijpen is te zien in Matapica, waar veel oude plantages liggen. De vaak oude en verwaarloosde landbouwpercelen lijken de terugkeer van mangrove langs de kust – en daarmee de natuurlijke kustbescherming – te vertragen. Daartegenover staat de grote uitbouw van de kustlijn ten westen van natuurpark Copename sinds 2005.

BEELD: GOOGLE EARTH & ESRI
Figuur 1: Kustlijn ten noordwesten van Paramaribo tussen 1970 en 2020

In een online artikel van 27 november 2018 beschreef Kim Wit hoe de kustlijn in kaart wordt gebracht met behulp van satellietbeelden. De beelden gaan echter slechts terug tot 1984. Ook luchtfoto’s gaan niet altijd ver genoeg terug in de tijd. Voor de periode ervóór bieden historische kaarten uitkomst.

Historische kaarten

Suriname kent een schat aan historische kaarten. Vroeger dienden ze vooral voor navigatie, zowel op zee als in de moeilijk bereikbare binnenlanden. Zo bevat een historische kaart vaak informatie over de kustlijnpositie, zodat schippers zich daarop konden oriënteren. De achtereenvolgende kaarten laten ook mooi de veranderingen in de kustlijn zien. Door digitalisering zijn ze perfect te vergelijken met de hedendaagse situatie. Dit maakt dat historische kaarten vandaag de dag nog steeds van groot belang zijn.

Voor dit onderzoek is veelvuldig gebruik gemaakt van de bijzondere kaartencollectie van de Universiteit Utrecht, die online beschikbaar is gemaakt (zie Bronnen), aangevuld met kaarten die vrij verkrijgbaar zijn op Beeldbank het Geheugen. Van de Kaart van Suriname (1882, zie kaart bovenaan) en zes andere kaarten gepubliceerd tot 1971 is het gedeelte met de kustlijn van Suriname gedigitaliseerd. Dit digitaliseren (geometrisch corrigeren) was misschien wel de grootste uitdaging van dit onderzoek. De feitelijke afstanden werden namelijk heel anders ingemeten en weergegeven in kaarten van vóór 1947. Hoe recenter de kaart, des te nauwkeuriger de digitalisering was.

Vervolgens zijn de kustlijnen op de zeven historische kaarten handmatig overgetrokken (gevectoriseerd). Om de veranderingen van de kustlijn te analyseren, werd de meest landwaartse kustlijn aangewezen als nullijn. Deze diende als basis voor loodlijnen (transecten) die alle kustlijnen snijden (figuur 2). Voor elk transect is de afstand van de historische kustlijn tot deze basislijn bepaald. Zo was te zien of de kustlijn zich in de tijd zeewaarts (uitbouw) of landwaarts (erosie) verplaatste. Op die manier konden we de algemene kustlijnverandering analyseren en lokale verschillen zien. Vanwege verschillen in de nauwkeurigheid van de digitalisering van de kaarten werden alleen significante veranderingen van erosie en uitbouw meegenomen in de analyse.

BEELD: ESRI
Figuur 2: De historische kustlijnen van Suriname en transecten

Uitkomsten

Uit het onderzoek kwam naar voren dat de Surinaamse kust tussen 1882 en 1972 over het algemeen richting zee uitbouwde, al ging de kustlijnverandering altijd gepaard met periodes van erosie. De cycliciteit in de uitbouw van de kustlijn die uit eerder onderzoek naar voren kwam, blijkt dus ook uit de historische kaarten. Daarnaast werden ook lokale verschillen zichtbaar. In het westen (transect 10 en 26, figuur 3) vond bijvoorbeeld juist éérst kusterosie plaats, gevolgd door een periode waarin de kustlijn uitbouwde en daarna weer erodeerde. Uit de recentste kaarten blijkt dat de positie van de kustlijn niet meer verandert. De zeedijken die hier zijn aangelegd, hebben de kusterosie tot stilstand gebracht. Al met al vormt de analyse van historische kaarten dus een mooie aanvulling op het onderzoek van moderne satellietbeelden.

 

BRONNEN