Nieuwe steden in Afrika en Azië: themanummer AGORA magazine

10 juli 2020
Nieuws

Nieuwe steden roepen een gevoel op van doorgeschoten stedenbouwkundige visies en steriele woonwijken. De jonge, urbane kosmopoliet rijdt er met een grote boog omheen: ‘Lelystad? Mij niet gezien!’ Hoewel deze stedelijke vorm in Westerse landen in diskrediet raakt, is het springlevend in Afrika en Azië. Het staat symbool voor vooruitgang en een groeiend zelfbewustzijn van opkomende economieën. Tegelijkertijd staat het voor groeiende stedelijke ongelijkheid en hobbyprojecten van politieke elites en buitenlandse investeerders. Het nieuwe AGORA themanummer analyseert dit fenomeen aan de hand van een reeks casussen.

 

Utopie of dystopie

Nieuw geplande steden zijn futuristisch en vaak utopisch. Ze worden in korte tijd uit de grond gestampt op enige afstand van de bestaande metropool. Met modernistische hoogbouw en sexy namen als Techno-city en Eco-city staan ze symbool voor moderne levensstijlen en aansluiting bij de stedelijke wereldtop. Deze planologische parels hebben dan ook een grote aantrekkingskracht op politieke elites. Geen wonder dat autoritaire regimes zoals Marokko, China en Rwanda deze statusprojecten een voorkeursbehandeling geven ten opzichte van de oude stad. Daadkrachtig overheidsoptreden heeft steden zoals Dubai en Shenzhen in korte tijd op de wereldkaart gezet met city branding en heel veel geld. In Afrika, worden inmiddels zo’n 70 tot 150 van deze nieuwe steden gepland, met emblematische namen zoals Wellbeing City, Villa Verte Muhammed VI en Cyber City. De realisatie blijkt echter wat ingewikkelder en de bouwplannen lopen herhaaldelijk vertraging op. Desondanks blijken ook deze onvoltooide steden invloedrijk: ze staan voor neoliberale groeimodellen en vooruitgangsdenken.

Er is vanuit de wetenschap ook veel kritiek op de nieuwe steden. De kritiek richt zich op het elitaire karakter en de afkeer van de bestaande stad. De nieuwe steden vormen enclaves waar geen ruimte is voor de armen en de (omvangrijke) informele economie. Ze werken vastgoed- en grondspeculatie in de hand, en nopen lokale overheden tot controversiële zonering en landonteigening onder de noemer van het publiek belang. Beloften om deze steden inclusief te maken sneuvelen tijdens de masterplanning of zijn gebaseerd op dubieuze assumpties over betaalbare woningen en gemiddeld inkomen. Desondanks moeten onderzoekers niet te gehaast conclusies te trekken over het elitaire karakter van deze steden. Stadsplanning kan immers nog een rol van betekenis spelen om de uitdagingen van grootschalige urbanisatie het hoofd te bieden en efficiëntere bestuursvormen te ontwikkelen. Ook laat de moeizame totstandkoming en lange termijnontwikkeling van nieuwe steden verrassende uitkomsten zien, waarbij duidelijk wordt dat ze wel degelijk opgaan in hun omgeving, niet louter als enclaves voortbestaan en zich als ‘gewone steden’ gaan gedragen.

Gedeelde en specifieke kenmerken

Het themanummer van AGORA geeft een gevarieerde blik op nieuwe steden vanuit een internationaal, vergelijkend perspectief. De inleiding van gastredacteuren Jorn Koelemaij, Yves Van Leynseele en Marco Bontje en het artikel van Femke van Noorloos bieden een beschouwend perspectief op dit fenomeen. Ze onderstrepen de problematische rol als facilitator van internationale kapitaalstromen, isolatie van de nieuwe steden en planmatig denken. Ze schetsen ambitieuze vergezichten die de werkelijke armoede, politieke en demografische processen niet onderkennen of juist zelfs versterken. De vier casussen in het nummer geven inzichten in de hedendaagse ontwikkelingen van deze steden in uiteenlopende historische, sociale en politieke contexten. Ze benadrukken de dystopische elementen van nieuwe steden en bieden allen een originele analyse van de achterliggende planningspraktijk, actoren en de bestuurlijke processen van dit wereldwijde fenomeen.

De aantrekkingskracht van deze steden beperkt zich niet tot private investeringsmaatschappijen. Nieuwe steden zijn ook niet alleen exponenten van roofzuchtig en ongrijpbaar grootkapitaal maar worden met hulp van Westerse of Westers-georiënteerde overheden gebouwd. In het artikel van Murtah Shannon is te lezen hoe de Nederlandse overheid met haar Hulp en Handelagenda betrokken is bij de bouw van een overstromingsbestendige woonwijk in de stad Beira (Mozambique). Door toedoen van de Nederlandse overheid worden arme boeren onteigend van hun land zonder inspraak en compensatie. Het artikel van Koenraad Bogaert laat zien wat er gebeurt als megalomane leiders in Marokko nieuwe stedenontwikkeling zien als hobbypaard en politiek middel. Luxueuze wijken en modernistische zeiljachthavens worden gerealiseerd voor de rijken, in de hoop dat ze een aanzuigende werking hebben op internationale investeerders. Bovenal zijn deze projecten politieke ‘showcases’ voor een modern democratisch land en laboratorium voor nieuwe, semigeprivatiseerde bestuursvormen die als tegenwicht dienen voor de wijdverbreide roep om democratie. Het mag duidelijk zijn dat er in deze projecten geen ruimte is voor de armere lagen van de bevolking. Minstens zo problematisch is dat ‘zelfs’ West-Europese overheden geen politiek rekenschap geven en hun inclusiviteitsdoelstellingen selectief lijken toe te passen.

Historische analyses van de ontwikkeling van deze steden laten verrassende planologische uitkomsten zien die haaks staan op het gangbare idee van nieuwe steden als planologische kopieën (city doubles) van megasteden zoals Dubai. Wanneer nieuwe steden vertraging oplopen, lijken ze steeds meer te verworden tot ‘normale steden’ die onderhevig zijn aan alledaagse stedelijkheid. Het artikel van Splinter en Van Leynseele behandelt de ontwikkeling van enkele bekende steden in Kenia en laat zien hoe ze meebewegen met veranderingen in de bestuurlijke context. Tegen de wil van planners en buiten hun controle om, trekken onvoltooide projecten informaliteit aan, wat weer leidt tot nieuwe pogingen om dit te beteugelen met zonering en beveiliging. De stad Shenzhen, het kroonjuweel van de Chinese overheid en thuisbasis van tech-gigant Huawei, toont andere maar evenzeer verrassende stedelijke vormen. Marco Bontjes analyse van deze immense city of cities toont de (deels) ongeplande expansie en haar geleidelijke vervlechting met haar eigen satellietsteden en nabije steden zoals Hongkong. Bovengenoemde economische, politieke en sociale aspecten maken dat de nieuwe stad een niet te miskennen fenomeen is dat de complexiteit en dynamiek van geglobaliseerde ontwikkelingsprocessen belichaamt.

 

Nieuwsgierig geworden naar de antwoorden op de hier gestelde vragen en de rest van de inhoud van dit nummer? Zie de website van AGORA voor meer informatie, of om het nummer te bestellen.