Pleidooi voor 'goed en gepassioneerd universitair onderwijs'
In september ontving stadsgeograaf Rianne van Melik de Universitaire Onderwijsprijs van de Radboud Universiteit, onder andere vanwege haar innovatieve aanpak. Dat triggerde me. Want van good practices zullen collega’s in het universitaire geografieonderwijs smullen – dus stof om te delen via Geografie.nl. Na de drukke start van het academisch jaar sprak ik met Rianne via Teams over innovatie in het onderwijs.
Persoonlijke insteek
Bij ‘innovatief’ denk je algauw aan digitaal, social media, GIS. Rianne maakt zeker gebruik van nieuwe technieken, maar het bijzondere van haar aanpak zit eerder in het nabije, het persoonlijke. In twee opzichten, zo blijkt uit haar verhaal. Ten eerste: je studenten kennen; niet alleen hun naam, maar bijvoorbeeld ook wat ze interessant vinden, waar ze tegenaan lopen en hoe ze zich willen ontwikkelen. Het is een van de dingen die genoemd worden in het juryrapport. Rianne: ‘Heel traditioneel eigenlijk. Maar blijkbaar is dat niet meer gangbaar, valt dat nu op.’ Ten tweede: je eigen ervaringen als persoon en onderzoeker inzetten in je onderwijs. Matthijs Ham, een van de studenten die betrokken was bij haar voordracht voor de prijs: ‘Het leuke aan de colleges van Rianne is dat ze altijd anekdotes gebruikt uit haar eigen leven om je te helpen de stof beter te begrijpen. Zo weet ik nog steeds het verhaal van haar urbanisatie- en vervolgens suburbanisatietraject van Horst naar Utrecht en daarna Bunnik.’
Rianne: ‘Binnen de universitaire wereld gaat de aandacht vaak naar onderzoek. Maar in mijn ogen ontleent de universiteit haar bestaansrecht feitelijk aan het zijn van een onderwijsinstituut. Goed en gepassioneerd onderwijs geven vind ik dan ook heel belangrijk en zou ik mijn ogen meer erkend en gewaardeerd mogen worden.’
'In mijn ogen ontleent de universiteit haar bestaansrecht feitelijk aan het zijn van een onderwijsinstelling'
Naar buiten
Rianne hecht eraan om met de studenten ‘naar buiten’ te gaan. De jaarlijkse excursies die ze organiseert naar Tallinn, Glasgow, Berlijn en vanaf volgend jaar Bilbao mogen voor sommigen misschien ogen als ‘snoepreisjes’. Maar zijn dat zeker niet. Studenten gaan tijdens deze excursies actief aan de slag, bijvoorbeeld door zelf onderzoek uit te voeren. In Geografie januari 2020 deed Rianne een boekje open over de didactische aanpak van Fotografie als veldwerkmethode. Ze schreef toen: ‘Zonder uitzondering heeft deze veldwerkmethode onze studenten uitgedaagd om Berlijn met andere ogen te bekijken. Niet als toerist, maar met een geografische gaze. Niet als consumerende toehoorder die van de ene in de andere presentatie of rondleiding rolt, maar als actieve onderzoeker die zich realiseert dat de stad gelaagd is en verschillend wordt gezien en ervaren.’ Het leverde onder andere een boeiend verslag in Geografie op van een student, Berlijn: een zetje richting de afvalbak. ‘Ook het schrijven is een niet te missen ervaring’, merkte Rianne. ‘Deze student was supertrots op zijn eerste artikel in een officieel blad!’
Excursies zijn verrijkend voor studenten. Leren door ervaring. ‘Al was het alleen maar om te ontdekken dat je mensen niet moet interviewen pal naast een espressoapparaat, waar luidruchtig melk wordt opgestoomd voor cappuccino. Dan zijn je geluidsopnamen waardeloos…’
'Tell me and I forget, teach me and I may remember, involve me and I learn'
Een reeks excursies naar New York, die ze als junior-docent aan de Universiteit Utrecht mede organiseerde, resulteerde in een serie artikelen in Geografie over transformaties en nieuwe stedelijke projecten in New York (2007-2012) en uiteindelijk een reisgids over de metropool. 'Op die manier komt onderwijs niet alleen ten goede aan studenten, maar ook aan een breder publiek.'
En dichtbij
‘Misschien lijkt het alsof “naar buiten” altijd ver weg moet zijn’, merkt Rianne tijdens ons gesprek op. ‘Maar dat bedoel ik niet. Stedelijke theorieën en concepten als gentrification vind je niet alleen terug in grote steden als Amsterdam en Utrecht, maar ook in een dorp als Bunnik.’ En: ‘Ik pleit weleens voor armchair-onderzoek. De onderwerpen liggen op straat, vlak voor je neus. Je moet het alleen zien.’ Zo raakte Rianne zelf als vrijwilliger in de bieb geïnteresseerd in de veranderende maatschappelijke rol van de bibliotheek, dook in de materie en publiceerde er diverse artikelen over, waaronder in Geografie. Eerder schreef ze over honden in de openbare ruimte op basis van haar ervaringen als teckelbaas.
Dan vertelt Rianne over een student die op zoek was naar een geschikt onderwerp voor haar masterscriptie. Vanuit haar raam keek ze uit op een blindeninstituut, wat haar inspireerde om onderzoek te doen naar de mobiliteit van mensen met een beperkt gezichtsvermogen. ‘Dicht bij huis liggen de onderwerpen voor het oprapen’, aldus Rianne. ‘En als docent kun je helpen de interessante geografische invalshoek daarvan te zien.’