Smart Cities: voorbij de hype?
Slimme steden, waar het leven voor bewoners beter wordt, kansen voor ondernemers en start-ups voor het oprapen liggen en bestuurders dichter bij de praktijk komen te staan. Wie wil dat nou niet? Als je niet smart bent, tel je als stad niet meer mee.
Waar begin jaren ’90 nog een klein aantal steden zichzelf ‘slimmer’ probeerde te maken, aan de hand van ICT bedrijven als IBM en IMEC, lijkt het alsof anno nu iedereen smart wil zijn. Op Google wordt sinds 2014 bijvoorbeeld veel vaker naar de smart city gezocht dan naar bijvoorbeeld de sustainable city of de network city. Er worden prijzen uitgereikt voor de slimste steden, in 2016 was Zwolle de stad met de slimste visie, en er zijn tal van Europese projecten waar behoorlijke bedragen verkregen kunnen worden om als stad slimmer te worden.
Maar wat is een slimme stad? Daarover zijn de meningen nog verdeeld. Dé definitie van de slimme stad lijkt niet te bestaan: voor de ene stad betekent slim vooral meer efficiëntie in de uitvoering van stedelijk beleid, voor de ander staat een hoger doel als duurzaamheid of burgerparticipatie centraal. Ondanks de verschillen in betekenis, is smart het nieuwe toverwoord voor steden. Zowel in het bedrijfsleven als door menig beleidsmaker wordt toegegeven dat smart vooral gewoon lekker klinkt.
Big data
Menig stadsbestuurder ziet de inzet van big data als de belofte om de stedelijke leefomgeving te verbeteren. Het liefst hangen ze op iedere hoek van de straat een sensor. Deze slimme sensoren maken (big) data beschikbaar en slimme toepassingen maken deze data inzichtelijk. Technologische ontwikkelingen en algoritmes maken op deze manier een stad slim. Voorlopig lijkt efficiëntie de drijfveer van de stad, wat zich uit in deze sensoren die data verzamelen, algoritmes die deze data verwerken en inzichtelijk maken en dashboards en applicaties die de data vertalen in begrijpelijke metertjes, grafieken en kaartjes voor dagelijks gebruik. En het liefste in real time en open toegankelijk zodat slimme jongens en meisjes er innovatieve toepassingen mee kunnen maken middels hun start-up.
Kortom, veel snelle Engelse termen waar kennis voor nodig is om precies te begrijpen wat ermee kan en mag. Want willen we dit wel? Sensoren die ons en ons gedrag volgen en meten, algoritmes die bepalen wat en wanneer wij nodig hebben en bergen data over ons gedrag die in de handen van allerlei bedrijven en op servers kunnen verdwijnen? De slimme stad wordt vaak gebracht als iets waar iedereen beter van wordt, maar wellicht is het verstandig om eerst eens na te denken voor wie de slimme stad echt baten brengt en wat de haken en ogen aan deze door technologie gedreven ontwikkelingen kunnen zijn.
De stad kan wel slim willen zijn, uiteindelijk moet het draaien om haar slimme burgers die open staan voor alle nieuwe ontwikkelingen en zelf adaptief kunnen zijn met de nieuwe technologische dimensie van de stad. Nu verdienen grote en kleine ICT bedrijven er een goede boterham aan, en is menig stad nog te dom om te begrijpen wat een slimme stad echt inhoudt, los van dat het modieus en hip klinkt.
Meer weten? Het nieuwste nummer van AGORA Magazine belicht de slimme stad vanuit verschillende posities, en bekijkt aan de hand van critici, beleidsmakers en ICT bedrijven naar de huidige staat van de slimme stad.