Spanje na de verkiezingen

1 maart 2016
verkiezingen
democratie
Spanje
Kennis
FOTO: JOAN CAMPDERRÓS-I-CANAS/FLICKR
Demonstratie in Barcelona waar Catalanen de separatistische partijen oproepen om samen een regionale regering te vormen en de afscheiding van Catalonië te bewerkstelligen.

In een land met diverse separatistische regio's werd de nationale politiek steeds gedomineerd door één partij, afwisselend links en centrum-rechts. Door de opkomst van nieuwe spelers moet er nu een coalitie gevormd worden. Catalonië koerst aan op afscheiding. Zullen de Basken dit voorbeeld volgen?

 

Voorheen werd Spanje altijd geregeerd door de centrumrechtse Partido Popular of door de Partido Socialista Obrero Español (PSOE), al dan niet met gedoogsteun van de gematigde Catalaanse nationalisten van Convergencia i Unió (CiU). Na de parlementsverkiezingen afgelopen december kan de regerende PP met 123 van de 350 zetels niet meer alleen verder. In het parlement zijn drie partijen die qua zetels voldoende gewicht in de schaal leggen als mogelijke coalitiepartner: de PSOE en twee nieuwkomers.

Podemos (Wij kunnen) is een combinatie van actievoerders tegen sociaal onrecht en linkse intellectuelen. Regionaal opereert Podemos onder verschillende namen, die vaak hun lokale oorsprong als actiegroepen weergeven. Ciudadanos (Burgers) is begonnen als een afsplitsing van de PP in Catalonië en heeft programmatisch veel gemeen met D66, waarmee ze samenwerkt in het Europese parlement.

Een mogelijke coalitie krijgt te kampen met het Catalaanse onafhankelijkheidsstreven, werkloosheid, sociale ongelijkheid en corruptie. Wordt Spanje onregeerbaar of kunnen we stabiele coalities verwachten? Wordt het onafhankelijkheidsstreven van de Catalanen werkelijkheid en inspireert dit de Basken om dezelfde weg op te gaan?

Nieuw politiek landschap

De kaart van de verkiezingsresultaten (figuur 1) laat zien dat de PP in de meeste provincies nog steeds de belangrijkste partij is. Met name in Galicië en het Castiliaanse hart van Spanje, gevormd door de autonome gemeenschappen Castilla y León, Castilla-La Mancha en Madrid, domineert de PP. De kaart maskeert deverzwakte positie van deze partij, want nergens uit de dominantie zich in een absolute meerderheid van stemmen (mediaan 36 procent).

Hetzelfde geldt voor de PSOE die zich in het zuiden nog enigszins handhaaft. Naast de meerderheid van Baskische en Catalaanse nationalisten in respectievelijk Baskenland en twee Catalaanse provincies – op de kaart staat DL voor Democràcia i Llibertat, de nieuwe partij van de geradicaliseerde nationalisten van de voormalige CiU – is ook de verrassende opkomst van Podemos in Catalonië te zien. In de provincies Barcelona en Tarragona, voorheen gedomineerd door respectievelijk de PSOE en de gematigde nationalisten, is Podemos de eerste partij. Wat de kaart niet laat zien, is dat in veel provincies Podemos of Ciudadanos op de tweede plaats staat. Een derde plaats betekent niet altijd een zetel in het parlement, omdat provincies met een kleine bevolking door het districtenstelsel weinig parlementszetels hebben.

KAART: GEOGRAFIE & B.J. KÖBBEN 2016 ©
Figuur 1. Grootste partij per provincie, parlementsverkiezingen Spanje, 2015

Podemos is met 69 zetels de derde partij van Spanje. Op het schaalniveau van de provincies (figuur 2) is weinig te zeggen over de factoren die de stemmen voor Podemos hebben gegenereerd. Immers het betreft zowel rijke provincies aan de Mediterrane kust, de Balearen, Madrid, in Baskenland en Navarra, als arme in Galicië en op de Canarische Eilanden. De aanwezigheid van etno-nationalistischbewegingen (Catalonië, Baskenland, Navarra) verklaart niets, want in de ‘Spaanse’ regio’s Madrid, Valencia en Asturias doet Podemos het goed.

KAART: GEOGRAFIE & B.J. KÖBBEN 2016 ©
Figuur 2. Stemmen voor Podemos, parlementsverkiezingen Spanje, 2015

Op een lager schaalniveau verschaft de electorale geografie van Podemos meer duidelijkheid. In Barcelona, Madrid en Valencia, de provincies met de meeste zetels voor Podemos, is haar groei het sterkste aan de rand van de grote steden. In de provincie Barcelona is Podemos de grootste partij in maar liefst 122 gemeenten. In de randgemeenten van de stad Barcelona met hun arbeidersbevolking zijn de socialisten weggevaagd. De cinturón rojo (de rode gordel) is nu paars, de kleur van Podemos (in Catalonië: En Comú Podem). In de provincie Madrid is Podemos in de hoofdstad en veel suburbane arbeidersgemeenten op de tweede plaats blijven steken. In de provincie Valencia zijn onder de Podemosgemeenten industriesteden, suburbane gemeenten en landbouwcentra. De pijn van de crisis in verstedelijkte lower-class zones verklaart de concentratie van Podemosstemmen, vaak geworven door charismatische lokale leiders. Podemos is als enige van de vier partijen vóór een referendum in Catalonië, maar tegen een afscheiding.

Ciudadanos is opgericht in Catalonië, maar heeft in Madrid de meeste zetels gewonnen (figuur 3). Vooral in de rijkere randgemeenten, voorheen de achtertuin van de PP, is de partij belangrijk geworden. Ciudadanos is tegen de Catalaanse afscheiding, de corruptie en het cliëntalisme en de verwevenheid van de politiek met het justitiële apparaat. Evenals Podemos wil Ciudadanos kortdurende arbeidscontracten verbieden, het districtenstelsel vervangen door proportionele vertegenwoordiging, en privileges afnemen van de katholieke kerk.

KAART: GEOGRAFIE & B.J. KÖBBEN 2016 ©
Stemmen voor Ciudadanos, parlementsverkiezingen Spanje, 2015

Twee scenario's

De politieke partijen staan voor de moeilijke taak te leren samenwerken in een coalitie op regeringsniveau. De regeerstijl van vooral de laatste PP-regering was autoritair en gespeend van inlevingsvermogen. Te vaak was het the winner takes it all. In het parlementaire debat werd dikwijls niet ingegaan op de argumenten van de oppositie. Zo diskwalificeerde de regering de eisen van de Catalaanse nationalisten als ongrondwettelijk zonder een gesprek aan te gaan, wat de verhouding (verder) verziekte.

De nieuwe politieke situatie kan uitmonden in twee scenario’s, namelijk een van verdieping van de democratie, en een van Italianisering. Het eerste behelst een vernieuwing van de politieke cultuur en een verbetering van de relaties tussen Madrid en Catalonië. Verdieping betekent ook een betere scheiding van de wetgevende en uitvoerende macht en minder politieke invloed op de publieke media. Uiteraard dienen daarbij de endemische corruptie en het cliëntalisme te worden bestreden. Een tweede, minder aanlokkelijk scenario is Italianisering, waarbij coalitiegenoten het snel oneens worden en in plaats van compromissen en consensus te zoeken steeds weer vervallen in het zoeken van confrontatie.

Bij de jeugdige kiezers in Catalonië hebben de separatisten de overhand

Van de vier grootste partijen toonden zich na de verkiezingen PP en Ciudadanos het meest inschikkelijk. De andere partijen groeven zich snel in. Zoals verwacht wilden de socialisten geen regering met de PP. Podemos stelde een referendum over afscheiding in Catalonië als harde voorwaarde voor regeringsdeelname – een voor de andere partijen onverteerbare eis. Op 2 januari meldde de Spaanse krant El País dat de regionale partijbonzen van de PSOE er al van uitgingen dat nieuwe verkiezen onontkoombaar waren, vanwege de onmogelijkheid een regering te vormen. Italianisering is daarom het meest waarschijnlijke scenario.

Catalaanse afscheiding

De overdracht van macht naar Catalonië hield de separatistische tendenzen in toom tot 2007. In dat jaar besloot de Convergència Democràtica (CDC), deel van de partij-alliantie CiU, te streven naar afscheiding, ondanks het verzet van partner Unió Democràtica de Catalunya. Voorafgegaan door massademonstraties en een volksraadpleging over afscheiding werden op 27 september jongstleden verkiezingen gehouden voor het Catalaanse parlement met als inzet de onafhankelijkheid. Bij een hoge opkomst van 77 procent wonnen de separatisten in termen van zetels, maar verloren zij vanwege het districtenstelsel in termen van percentages.

Na veel gesoebat kwam het op 10 januari tot een Catalaansseparatistische regering. Tot dan toe weigerde de CUP (Candidatura d’Unitat Popular), een anti-systeempartij, een coalitie te vormen met Junts pel Sí, de partijverbinding van CDC en Esquerra Republicana de Catalunya. Kandidaat-president Artur Mas was voor de CUP onacceptabel vanwege zijn bezuinigingen op gezondheidszorg, onderwijs en sociale diensten, en de geur van corruptie die hem omringde. Mas trok zijn kandidatuur in op 9 januari en maakte zo de weg vrij voor Carles Puigdemont, een partijgenoot en gedreven separatist. In het akkoord met de CUP is vastgelegd dat na 18 maanden de onafhankelijkheid zal worden uitgeroepen. De demissionaire regering in Madrid zal met de grondwet in de hand afscheiding trachten te voorkomen. Overigens is het de vraag of de coalitie tussen de CDC als partij van de middenklasse en de CUP een lang leven zal zijn beschoren.

Op dit moment is iets meer dan de helft van de Catalaanse bevolkingtegen onafhankelijkheid. Maar bij de jeugdige kiezers hebben de separatisten de overhand, zodat op langere termijn de eis van onafhankelijkheid door een meerderheid zal worden gesteund. Anti-Spaanse propaganda in het onderwijs, en de door de nationalisten beheerste publieke media hebben dan hun werk gedaan.

FOTO: ÁLVARO IBÁÑEZ/FLICKR
De Spaanse tak van de van oorsprong Franse watermultinational Suez heeft besloten zijn Spaanse hoofdkwartier vanwege onzekerheid over een Catalaanse onafhankelijkheid naar Madrid te verhuizen vanuit Barcelona waar het ondermeer eigenaar is van de Torre Agbar.

Baskische nationalisten

Voor Baskische nationalisten lijkt Catalonië een bron van inspiratie. Vooral bij Baskische taalactivisten wekt het van boven opgelegde Catalaans als hoofdtaal in het onderwijs, de media en de overheid nogal eens jaloezie op. Toch namen niet de Catalanen maar de Basken in de post-Franco-democratie in 2004 het voortouw met een – mislukt – plan voor een losser staatsverband in de vorm van gedeelde soevereiniteit met Spanje.

Afgaand op recente uitspraken van leidende politici van de grootste nationalistische partij, de gematigde Partido Nacionalista Vasco (PNV), vaart Baskenland echter een andere koers dan Catalonië. Partijvoorzitter Andoni Ortuzar vindt dat beide hun eigen weg moeten gaan, maar met hetzelfde doel, namelijk ‘het recht om in vrijheid over hun toekomst te beschikken’ (26 september 2015). Hij benadrukt dat Baskenland zijn eigen traject heeft en dat het Catalaanse proces daarbij geen rol zou moeten spelen (9 oktober 2015). De PNV-positie inzake afscheiding kenmerkt zich door vaagheid en voorzichtigheid.

De vaagheid komt mede voort uit de gecompliceerde territorialiteit. Het Baskisch nationalisme rekent de regio Navarra en Frans Baskenland tot haar nationale territorium. Wat betreft het zelfbeschikkingsrecht blijft de PNV vaag: geldt dit in de geclaimde gebieden of alleen in de Autonome Gemeenschap van Baskenland? In dit opzicht is het discours over zelfbeschikkingsrecht blijven steken in een holle slogan.

Daarbij komt dat de PNV sinds het mislukte plan van 2004 eerder gederadicaliseerd is dan geradicaliseerd. Uiteraard zit de PNV met de erfenis van de ETA en steekt ze veel energie in een normalisering van de menselijke en politieke relaties in de meest conflictueuze gebieden. Daarnaast deelt men niet alle grieven tegen Madrid met de Catalanen. Het Catalaanse argument van de te hoge belastingdruk vanuit Madrid en de verspilling van belastinggelden gaat niet op voor de Basken. Baskenland heeft namelijk een eigen, voordelige fiscale positie binnen Spanje, el concierto económico (de economische overeenkomst), waaraan fanatiek wordt vastgehouden. In de partijkrant Deia zijn in het najaar van 2015 tien artikelen verschenen die el concierto verdedigen.

Voorzichtigheid komt ook voort uit de knauw die de coöperatie van Mondragón heeft gehad met de sluiting van de fabriek Fagor, waar huishoudelijke apparaten werden gemaakt. Mondragón was de Baskische trots vanwege het coöperatieve bedrijfsmodel. Sinds 2012 zijn 3286 ondernemingen uit Catalonië vertrokken, waarvan alleen al in 2015 bijna 700, met een totale omzet van anderhalf miljard euro. Grote concerns, zoals Derby Hotels, Suez en Valls Companys hebben recentelijk Barcelona verruild voor Madrid. De uittocht van bedrijven is het gevolg van de rechtsonzekerheid die het onafh ankelijkheidsstreven met zich meebrengt (El País, 22 november 2015). Deze uittocht van bedrijven draagt ertoe bij dat de PNV de kat uit de boom kijkt.

Toekomst

Tot de laatste verkiezingen waren er in Spanje twee partijen die de dienst uitmaakten. Nu zijn er vier partijen die alleen in een coalitie kunnen regeren. Echter, coalitievorming vereist cultuurverandering in de politiek. De politici staan daarom voor een leerproces dat twee kanten kan uitgaan, namelijk een Italianisering of een verdieping van de democratie. Voorlopig lijkt het eerste scenario met snel uiteenvallende coalities en frequente verkiezingen het meest waarschijnlijk. In Catalonië is de Italianisering al zichtbaar op mesoniveau. Een kleine meerderheid wil geen afscheiding, die op korte termijn vermoedelijk ook zal worden tegengehouden door de Spaanse regering.

Afscheiding op langere termijn is wel te verwachten. De betekenis van een onafh ankelijk Catalonië is voornamelijk emotioneel en sociaalpsychologisch. Immers, in EU-verband heeft de nationale staat veel zeggenschap verloren inzake economische en veiligheidsissues, terwijl er qua taal niet veel zal veranderen, omdat het Catalaans in Catalonië toch al de meest gebruikte officiële taal is. In Baskenland is Catalonië met haar steeds venijniger interne polarisatie geen model. De Realpolitiker van de gematigde PNV weten immers uit ervaring met ETA-terreur wat conflictescalatie betekent. De enige echt harde eis die de PNV aan Spanje stelt, is de handhaving van de aanzienlijke fiscale privileges van de Baskenland binnen Spanje.