Conflicten
Op elke UNGEGN-conferentie moet een vaste agenda worden afgewerkt. Die wordt voortdurend onderbroken door allerlei conflicten over namen, zoals over de naam van de zee tussen Japan en Korea (Oostzee of Japanse Zee, of beide), waarbij de betreffende landen het echte vakinhoudelijke werk soms urenlang ophouden met allerlei oneigenlijke argumenten. Vanwege China’s expansie in het gebied van de Zuid-Chinese Zee had Indonesië bijvoorbeeld voorgesteld haar deel van die zee voortaan de (Noord) Natuna-Zee te noemen naar de archipel die in het Indonesische deel ligt. Turkije heeft de Griekse namen op Noord-Cyprus veranderd na de Turkse bezetting, welke door de VN niet wordt erkend, en dat wordt natuurlijk bestreden door de Republiek Cyprus. Conflicten zijn er ook over de namen Macedonië en Perzische Golf, en die worden hier ook uitgevochten al weet iedereen dat de UNGEGN geen individuele namen kan vaststellen, alleen procedures aannemen volgens welke zulke naamconflicten opgelost kunnen worden.
Bij al zulke conflicten moet je als voorzitter vaste procedures volgen: van te voren is vastgesteld hoeveel spreektijd iedereen heeft, hoe vaak de partijen op elkaars argumenten mogen reageren, maar dan nog blijft het spannend en moeilijk de voortgang in de gaten te houden, alle experts zoveel mogelijk in hun waarde te laten, en ferm op te treden en sprekers af te hameren wanneer ze over de schreef gaan. Daarbij word je als voorzitter geholpen door een vertegenwoordiger van het VN-conferentiebureau die je voor alle noodgevallen passende teksten toeschuift of suggereert de vergadering te onderbreken voor overleg, of anderszins. En bovendien moet je de vergadertijd in de gaten houden, de tolken die alles in de zes VN-talen vertalen zijn alleen binnen vaste tijden beschikbaar. Alles wordt vastgelegd op video, zodat de VN een volledige audio- en videobeeldregistratie van elke conferentie hebben. Er zitten steeds VN-mensen bij die eventueel kunnen ingrijpen als het dreigt dat mensen elkaar in de haren zullen vliegen (zoals nu vanwege een conflict tussen Noord-Afrikaanse en Aziatische Arabisch-sprekende landen). Er zijn mensen die briefjes bezorgen voor degenen die nog geen mobieltje hebben, en er is dus ook het onderlinge verkeer per mobiele telefoon dat zich onttrekt aan de waarneming van de voorzitter, maar waardoor hij wel voor verrassingen kan komen te staan. Kortom, het is een interessante ervaring. Na afloop kreeg ik van de overkoepelende VN-afdeling (UN Statistics Division) de voorzittershamer aangeboden als aandenken.
Wat hebben we ditmaal bereikt?
Veel van het werk van de UNGEGN is een kwestie van onderhoud: de kennis moet met cursussen op peil worden gehouden, nieuwe naamcategorieën moeten worden verzameld, er komt nieuwe programmatuur en nieuwe standaarden. We hebben een nieuwe, meer efficiënte vergaderstructuur afgesproken, er zijn werkafspraken gemaakt met de UN-GGIM (een nieuwe loot van de VN die zich met de uitwisseling van ruimtelijke informatie bezighoudt) om onze competenties ten opzichte van elkaar af te perken en eindelijk, na veertig jaar onderhandelen, is er een gestandaardiseerde manier afgesproken om namen uit Arabisch-sprekende landen om te zetten naar ons Latijnse schrift. Tegelijkertijd was er een voortdurende uitwisseling van best practices om namen te verzamelen, bewerken, in bestanden om te zetten en die bestanden voor iedereen beschikbaar te maken: standaardisering van aardrijkskundige namen heeft alleen maar zin als iedereen ook toegang tot die standaarden heeft.
We blijven aanlopen tegen het feit dat Nederland, als zo’n beetje enige land in Europa, geen instantie heeft die voor het vaststellen van geografische namen verantwoordelijk is (en daarbij de resolutie van de VN om zo’n instantie in te stellen naast zich neerlegt). Bij gebrek aan zo’n instantie neemt nu het Kadaster die rol een beetje waar, voor zover de basisregistraties daar ruimte voor laten.
Maar ook buiten Nederland blijft er genoeg werk: er blijven nieuwe objecten ontstaan die benoemd moeten worden, of nieuwe gegevenscategorieën die op de kaart moeten worden opgenomen, en er blijft onderwijs nodig: in 2018 geven we een cursus op Palawan.