Swing states: de sleutel tot het Witte Huis

29 oktober 2024
verkiezingen
Verenigde Staten
Kennis
FOTO: CALEB WOODS / UNSPLASH

Eens in de vier jaar krijgen de Amerikanen een nieuwe president. Tijdens de verkiezingen kleurt de kaart van de Verenigde Staten rood en blauw, maar sommige staten blijven lang paars voordat de uiteindelijke kleur helder is. Deze zogenaamde swing states beslissen de uitslag van de verkiezingen, maar daar woont slechts een vijfde van de 340 miljoen inwoners die de VS rijk zijn. Waarom heeft die kleine groep zo’n grote invloed? 

 

Op 5 november zijn de komende verkiezingen. Het gaat tussen Democraat Kamala Harris en Republikein Donald Trump. Inwoners van de Verenigde Staten stemmen niet direct, maar via getrapte verkiezingen, op een van de kandidaten. Amerikanen kruisen op 5 november weliswaar een vakje bij de naam van Trump of Harris aan, maar deze stemmen bepalen niet direct de winnaar. De stemmen bepalen welke kiesmannen (of vrouwen) (electors) onderdeel worden van het kiescollege, bestaand uit 538 kiesmannen, dat daarna Harris of Trump kiest.

In de Verenigde Staten wordt er per staat gestemd. Elke staat heeft een aantal kiesmannen in het kiescollege. Dat aantal wordt bepaald op basis de bevolkingsomvang van de staat. Die varieert van 1 kiesman in staten met weinig inwoners, zoals Vermont en Wyoming, tot 52 in Californië. Daarbij krijgt iedere staat nog een kiesman voor het aantal senatoren (2 per staat, ongeacht de grootte). Hiermee telt dus niet elke stem in de VS even zwaar. In staten met weinig kiesmannen wegen die 2 extra leden zwaarder dan in grote staten met veel kiesmannen. Wyoming komt op 3 kiesmannen op een kleine 577.000 inwoners (192.000 stemmen per kiesman) en Californië op 54 per 39,5 miljoen inwoners (730.000 stemmen per kiesman). Een groot verschil! Verder vormt Washington D.C. nog een uitzondering, want dit is geen staat, maar krijgt op basis van het 23e amendement wel 3 kiesmannen.

De meeste staten* hanteren een winner-takes-all-systeem. De presidentskandidaat met de meeste stemmen in die staat mag álle kiesmannen van die staat benoemen. Een voorbeeld: een staat heeft 10 kiesmannen in het college. Daarvan zijn 2 gebaseerd op senatoren in de senaat en 8 gebaseerd op de bevolkingsomvang. Stel nu dat de inwoners allemaal stemmen en 70% van hen kiezen voor Trump. Dat is de meerderheid, dus gaan alle 10 kiesmannen (zetels in het kiescollege) van die staat naar de Republikeinen. 30% van de stemmen voor Harris zijn in deze staat dus ‘verloren’. Om president te worden moet een kandidaat ten minste 270 van de 538 kiesmannen in het kiescollege binnenslepen. Zo complex zijn deze verkiezingen.

Swing states

Veel staten hebben een duidelijke politieke voorkeur. Van tevoren is meestal al bekend of ze rood (Trump) of blauw (Harris) zullen kleuren. Maar er zijn een paar staten waar de uitkomst elk verkiezingsjaar anders is. Deze staten staan bekend als swing states (paarse staten), omdat de politieke voorkeur daar van verkiezing tot verkiezing kan wisselen. Deze swing states bepalen uiteindelijk de uitslag van de verkiezingen.

Swing states bepalen uiteindelijk de uitslag van de verkiezingen

Het Amerikaanse kiessysteem binnen staten is te vergelijken met een klas die een film gaat bekijken. Om te beslissen welke film het wordt, brengen de leerlingen hun stem uit. Sommige leerlingen willen een romantische komedie zien, terwijl anderen voor een documentaire kiezen. De meerderheid wint. Als de helft van de klas voor de romantische komedie kiest en de andere helft voor de documentaire, kan dus zijn dat één twijfelende klasgenoot de doorslaggevende stem heeft en daarmee beslist wat de hele klas gaat kijken. 

Zo werkt het ook in de Verenigde Staten. Tijdens de vorige presidentsverkiezingen in 2020 ‘twijfelden’ 7 van de 52 staten. In elk van deze staten werd uiteindelijk gewonnen met een marge kleiner dan 3%, oftewel een verschil van minder dan 3% tussen stemmen voor rood en blauw. In deze twijfelstaten zijn komende verkiezingen 93 kiesmannen te verdelen. Die kiesmannen kunnen het verschil betekenen tussen winst of verlies van het presidentschap.

Swing states hebben allemaal een diverse en veranderlijke bevolkingssamenstelling. Met een mix van stedelijke en rurale gebieden, jongere en oudere bevolkingsgroepen en diverse etnische minderheden. Deze mix maakt het moeilijk de uitkomst in swing states te voorspellen, omdat kiezers er vaak minder strak langs partijlijnen stemmen. Daartegenover staan safe states, waar de uitslag wel te voorspellen is. Deze staten zijn vaak homogener in termen van demografie en politieke voorkeur. De presidentskandidaten voeren vooral campagne in paarse staten, waar winst nog onzeker is.

Georgia en Arizona: van Republikeins naar Democratisch
Het politieke landschap van swing states kan veranderen. In de staat Georgia was de winstmarge in 2020 het kleinst. Hier zorgde 0,24% van de bijna 5 miljoen stemmen dat de 16 kiesmannen naar de Democraten gingen. Voor de Republikeinen kwam dit als een verassing. Georgia was altijd onderdeel van het Republikeins stemmende zuiden. De staat stemde de afgelopen tien verkiezingen slechts twee keer democratisch. De winst in 2020 was vooral te danken aan de metropoolregio Atlanta. Hier kregen de Democraten meer stemmen van bevolkingsgroepen van kleur. Deze groepen stemmen voornamelijk democratisch en zijn in deze regio de afgelopen 10 jaar in aantal gegroeid. Bovendien stemmen inwoners van stedelijke regio’s vaker op Democraten. Er was echter een belangrijkere factor die bijdroeg aan de winst in Georgia: de investering van campagnegeld (zie kader). Voornamelijk om juist de minderheden van kleur te laten stemmen. De tactiek bleek te werken voor de Democraten. Slechts 11.000 mensen maakten het verschil. 

Slechts 11.000 mensen maakten het verschil
Het grote geld in swing states

In swing states gaat een enorme hoeveelheid geld naar de verkiezingscampagnes van beide partijen. De reden is simpel: in safe states hebben extra stemmen geen effect op de uitkomst, maar in swing states kan elke stem het verschil maken. Voormalige swing state Florida is met dertig kiesmannen een belangrijke staat. Al twee verkiezingen op rij was de Republikeinse kandidaat favoriet. Hiervóór, in 2008 en 2012, wonnen juist de Democraten. De belangrijkste reden dat Florida in de peilingen voor de aankomende verkiezingen rood kleurt, is de hoeveelheid geld die naar de Republikeinse campagne gaat. Het lijkt erop dat de Democraten winst in Florida al hebben opgegeven. Zij investeren bijna niet in de staat. Republikeinen trekken daarentegen al jaren de bevolking naar zich toe, onder wie veel Latijns-Amerikanen. Dit doen ze bijvoorbeeld door Spaanstalige campagnespotjes te maken. Ook worden de Democraten vergeleken met socialistische leiders uit Latijns-Amerika, de politiek waar veel Latijns-Amerikanen juist voor zijn gevlucht. 

In swing state Arizona speelt de groei van de Latinobevolking een grote rol. Vroeger was Arizona een ‘veilige’ Republikeinse staat, maar door de groei van deze kiezersgroep en stedelijke ontwikkeling in gebieden zoals Phoenix, begon de politieke balans te verschuiven. In 2020 won Joe Biden de staat met een kleine marge, deels door zijn focus op kwesties zoals immigratie en gezondheidszorg, die belangrijk waren voor de Latino-bevolking.

Doorslaggevend

Een van de meest beruchte voorbeelden waarin swing states de doorslag gaven, is bij de presidentsverkiezing van 2000, toen de strijd om Florida uiteindelijk de overwinning opleverde voor de Republikein George W. Bush. Na weken van hertellingen en juridische gevechten werd Bush tot winnaar uitgeroepen met een marge van slechts 537 stemmen. Hierdoor won hij alle 25 kiesmannen van de staat, en daarmee het presidentschap. Dit terwijl zijn Democratische tegenstander Al Gore in alle staten samen meer stemmen kreeg. Dit gebeurde ook in 2016, toen Donald Trump de ‘blauwe muur’ doorbrak. De staten Pennsylvania, Wisconsin en Michigan, voorheen trouwe Democratische staten, kleurden in 2016 rood. Onder andere hierdoor won ook Trump de verkiezingen met meer kiesmannen en niet met een meerderheid van de stemmen.

BEELD: WIKIMEDIA COMMONS
De uitslag van de verkiezingen van 2020, met rechts een legenda over de winstmarges.

De electorale democratie met het winner-takes-all-systeem schept een gepolariseerd beeld. De grootste marge die een staat kende tijdens de verkiezingen van 2020, was in Wyoming. Hier stemde bijna 70% van de bevolking Republikeins tegenover 27% Democratisch. Bij de meeste staten geldt echter een nuance. Winst met een meerderheid hoger dan 60% wordt in weinig staten behaald. Hoewel de staat na de verkiezingen dus rood of blauw kleurt, komen de meeste staten dichter bij paars. De verdeeldheid lijkt dus groter dan deze in werkelijkheid is.

In welke staten de partijen campagne voeren, is van grote invloed op de uitkomst van de verkiezingen. De juiste kiezers motiveren in de juiste staten maakt het verschil tussen winst of verlies. Gezien de kleine marges zullen swing states het strijdtoneel van deze verkiezingen blijven. Terwijl de rest van de Verenigde Staten toekijkt, bepalen de stemmen in deze paar cruciale staten de koers van Amerika.

Loes van der Woerdt volgt de master Geografie, Educatie en Communicatie aan de Universiteit Utrecht en schreef dit artikel voor de cursus Atelier.

*De staten Maine en Nebraska hanteren een ander systeem, hier lees je hoe het daar gaat.

BRONNEN