‘Colombia, het enige risico is dat je wilt blijven’
Ofwel: de paradox van gevaar
‘Wij houden van de hele wereld, maar niemand houdt van ons’, sprak een taxichauffeur in Medellin. Bij het land Colombia denken Nederlanders vaak aan drugs, Pablo Escobar en de FARC. Het NRC Handelsblad bevestigde dit beeld onlangs nog: ‘Cocaproductie in Colombia op hoogtepunt’. Maar sinds een paar jaar trekken jonge toeristen juist massaal naar het land. Wat is hier gaande?
De Colombiaanse bevolking speelt een belangrijke rol in het toegenomen toerisme. ‘Het land heeft zo veel ziel en dat ligt aan de mensen. Die zitten vol levenslust’, stelt Niki Nijboer. De journaliste reisde twee maanden door het land. Ook in een peiling op Backpackers NL noemt het gros van de jongeren ‘de bevolking’ de grootste aantrekkingskracht. In 2008 lanceerde de Colombiaanse overheid een promotievideo met de slogan ‘Colombia, het enige risico is dat je wilt blijven’. In acht minuten zet de video het land neer als ‘een dochtermaatschappij van de hemel’. Negen buitenlanders onderstrepen de paradijselijke beelden met hun verhaal waarom zij voor altijd zijn gebleven. Hoewel veel reizigers geen weet hebben van de overheidscampagne, duikt de slogan steeds weer op in blogs en artikelen. Achter de woorden blijkt een verrassende visie te schuilen.
Vier jaar eerder nam de overheid onder leiding van toenmalig president Alvaro Uribe de broodnodige veiligheidsmaatregelen. Niet voor niets noemen Colombianen hem ‘hun eerste heilige’. Uribe richtte de Democratische Veiligheidspolitie op en verhoogde het militaire budget om langs alle doorgaande wegen te patrouilleren. In potentieel toeristische gebieden plaatste hij politie op elke straathoek en stelde een toeristenpolitie in. Hij hoopte zo het toerisme te stimuleren. Binnen twee jaar daalde het aantal ontvoeringen met 78%, maar de grote toeristenstroom bleef nog uit. Kennelijk was er te veel gebeurd om de angst weg te nemen.
Diepe wortels
Eind vorige eeuw gold Colombia nog als het gevaarlijkste land ter wereld. Het vormde het decor van terreur door machtige drugskartels, huurmoordenaars, duizenden guerrillastrijders en paramilitairen. Een beruchte uitspraak die de tijd typeerde, was ‘plata o plomo’, zilver of lood, oftewel ‘geld accepteren en meewerken of je krijgt de kogel’.
Er is sindsdien veel verbeterd. Het aantal geregistreerde moorden is van meer dan 28 duizend in 1991 teruggebracht naar zo’n 11 duizend in 2017. Volgens Jairo Alonso, GIS-expert in Cali, is in de stad nu een wet van kracht die mannen verbiedt achter op een motor te zitten. Dit om huurmoordenaars een voet dwars te zetten. Eind 2017 verkondigde de minister van Defensie Carlos Luis Villegas zelfs dat Colombia het laagste aantal moorden in 42 jaar tijd bereikt had.
‘Dames en heren, er is een oorlog minder in de wereld, en dat is de oorlog van Colombia’, sprak voormalig president Juan Manuel Santos, toen hij in Oslo de Nobelprijs voor de Vrede ontving. Het vredesakkoord met de FARC eind 2016 maakte een einde aan een oorlog die meer dan een halve eeuw geduurd had en meer dan 220 duizend levens eiste. Over de hele wereld was het land eindelijk positief voorpaginanieuws.
Deze ontwikkelingen waren evenwel niet voldoende om het gitzwarte imago in het buitenland te veranderen. Volgens Robert Fletcher, ontwikkelingssocioloog aan de Universiteit Wageningen, werd Colombia niet alleen met eigen geweld geassocieerd. Het land stond symbool voor de chaos en het geweld in heel Latijns- Amerika, mede door de frequente negatieve berichtgeving in de media. De entertainmentindustrie deed (en doet) er nog een schepje bovenop. In 2015 kwam de populaire Netflix-serie Narcos uit, een Hollywoodproductie over Colombia in de tijd van Pablo Escobar. Twee jaar later stond de serie op de derde plaats van meest bekeken Netflix-series wereldwijd.
De Colombiaanse droom
De bevolking van Colombia droomt ervan dat negatieve beeld van hun land te veranderen. ‘Er is een plaats waar mensen nooit geloofden dat “onmogelijk” een woord was.’ De openingszin van de promotievideo slaat meteen de spijker op de kop. Nijboer merkt op dat mensen strijdlustig zijn: zij zitten vol hoop en levenslust om te laten zien dat het niet meer zo is als vroeger. ‘De gewone Colombiaan’ is dus onmisbaar: hij maakt promotiebeelden tot realiteit.
Zo ook Omar Carmona, die een kleinschalig hostel heeft in Jardin. Hij hoopt dat iedereen zal vallen voor Colombia vanwege de mensen: hun glimlach, vriendelijkheid en hulpvaardigheid. Hij benadrukt: ‘Jardin is jouw huis. En dat van je familie en je vrienden.’ Dorpsgenoot German Pastor bezit enkele hectares heuvelland met regenwoud en watervallen. ‘Ik ben trots op mijn land, mijn geboortegrond en mijn regio. Nooit heb ik ernaar verlangd in een ander land of continent te wonen.’ Pastor wil ecotoerisme opzetten om bezoekers te laten ervaren hoe mooi de Colombiaanse natuur is.
Misschien zijn Colombianen wel zo blij met toeristen, dat ze daarvan opener en gedrevener zijn geworden. Nijboer: ‘In andere Zuid-Amerikaanse landen zijn mensen onverschilliger: een toerist meer of minder interesseert ze niet. Maar Colombianen vinden dat elke toerist telt. Wellicht gaat het om erkenning: je land wordt eindelijk mooi gevonden.’
Het potentieel in Colombia is inderdaad groot. Volgens socioloog Fletcher heeft het land alle natuurlijke ingrediënten die Costa Rica eerder tot de bakermat van het ecotoerisme maakten. Colombia heeft veel beschermd natuurgebied: maar liefst 58 nationale parken die samen zo’n 10% van het land beslaan. Dat is bijna drie keer de oppervlakte van Nederland. Ook de Colombiaanse overheid droomt ervan deze potentie te benutten en de topbestemming van Latijns-Amerika worden. Zij zet in op ecotoerisme als vitale bron voor de verwoeste economie. Een logische keuze, want ecotoerisme was de afgelopen decennia de snelst groeiende toeristentak en heeft zowel ecologische als sociale voordelen. Maar Colombia moet nog steeds die ene hindernis overwinnen: haar hardnekkige imago.
Omdenken
Zo werd de promotiecampagne van 2008 geboren: de eerste in haar soort. De overheid besefte dat negeren van het imago haar geloofwaardigheid zou verzwakken. Daarom besloot zij het imago van gevaar subtiel aan te zwengelen en zo in te spelen op de behoeften van de ‘avontuurlijke toerist’.
Een riskante keus, want het idee van levensgevaar zou toeristen verder afschrikken. Dus mikte de overheid op een beeld van ‘ gematigd gevaar’. Fletcher onderzocht dit fenomeen: ‘Het succes van avontuurlijk toerisme op commerciële basis vereist dat je een situatie creëert waarin reizigers geloven dat ze tegelijkertijd veilig zijn en risico lopen’. Dat is de paradox van gevaar: om de associatie met gevaar kwijt te raken, moet je deze in lichte mate gebruiken.
De overheid zwengelt het imago van gevaar subtiel aan om de avontuurlijke toerist te trekken
Het lijkt gewerkt te hebben. Bram Tomassen, student aardwetenschappen, koos op zijn reis bewust voor Colombia: ‘Voor mij was de aantrekkingskracht ook wel een stukje avontuur, het onbekende. Dat veel mensen zich afvroegen of ik daar wel heen moest gaan, maakte dat er voor mij iets te ontdekken was. Het voelde avontuurlijker dan Peru.’ Nijboer beaamt: ‘Je weet dat er een risico is, maar niet precies wat het inhoudt. Dat risico is gehuld in mysterie. Je hebt een idee in je hoofd, van series, van media. En dan wil je zien of het klopt.’ De truc is dus het mysterieuze: het houdt de paradox van gevaar in stand. Dat maakte de campagneslogan uit 2008 zo’n succes. Deze benadrukt dat er niet langer levensgevaar is, maar het woord ‘risico’ wekt halfbewust beelden van gevaar op. De veelvuldig aanwezige militairen en politie geven de toerist tegelijkertijd een gevoel van veiligheid en het gevoel ‘dat het blijkbaar nodig is’. Veel reizigers nemen extra voorzorgsmaatregelen: ‘niet ’s nachts over straat of met de bus’ en ‘alleen wat contant geld op zak’, die de spanning extra opvoeren.
Als het vuurtje loopt
‘Mensen die er geweest waren, deden alsof Colombia het beloofde land was’, blikt Tomassen terug. Voor Nijboer was juist Narcos een trigger: ‘Je wordt nieuwsgierig en gaat een beetje googelen. En daar is je ticket al.’ Inmiddels zijn er duizenden jongeren zoals zij, die vroeg of laat de trigger zijn voor een volgende Colombia-toerist. Stuk voor stuk gaan ze hetzelfde mysterie ontrafelen en komen verliefd terug. Zij zijn het ‘levende bewijs’ van de paradox van gevaar en een bevolking met een missie. Zelfs kranten als het AD en NRC Handelsblad en tv-programma’s zoals 3 op Reis spreken nu lovend over het land. Het lijkt erop dat het imago van Colombia aan het kantelen is. De vraag rest wat er zal gebeuren met het toerisme. Zal het toeristisch succes zichzelf te gronde richten? Of zal het nieuwe mysterieuze imago het land redden en gaat Colombia wederom de wereld verbazen?
BRONNEN
- data.colombiareports.com
- Fletcher, R. 2011. ‘The only risk is wanting to stay’: mediating risk in Colombian tourism development. Recreation and Society in in Africa, Asia & Latin America, Special Issue on Leisure, Tourism and Risk, 1(2): 7-30.
- Guilland, M.-L. 2012. ‘Colombia, the only risk is wanting to stay’: From national tourism promotions to travelling in the Sierra Nevada: uses and refutations of risk. Les Imaginaires Touristiques, 1.