Weekend weg op een oude kaart

1 oktober 2014
Auteurs:
Billy Gunterman
deltawerken
Voorzitter jury Glazen Globe
Dit artikel is verschenen in: geografie oktober 2014
Blog: Oude kaart
stedentrip
toerisme
Opinie
FOTO: LUC MERCELIS
Vanaf de laatste tree van de metrotrap bij Gare du Nord zie je Terminus du Nord, waar Parijzenaars aan de bar snel een café of rouge drinken.

Extase is een groot woord maar plotselinge opwinding werd mijn deel toen ik ooit ter voorbereiding van de excursie Parijs voor studenten van de HAN na een nacht met de budgetbus om half acht ’s ochtends de metro op Gare du Nord uitkwam. Het was december, nog donker en heel onverwacht zag ik op nog geen drie meter een vol café met Parijzenaars die aan de bar een rouge of een café zaten te drinken.

Geografen hebben het voorrecht dat dit soort ervaringen bij hun vak hoort. Parijs is een wereldstad. Zo’n tafereel kom je in Nijmegen niet tegen. De ingehouden adem op de laatste tree van de metrotrap is vergelijkbaar met die van de archeoloog die bij een opgraving een zilveren muntje van Marcus Aurelius vindt.

Geografen hebben ook een prachtig hulpmiddel dat stadservaringen een ijzersterk ruimtelijk kader geeft : de historische stadsplattegrond. Opmerkelijk genoeg veranderen eeuwenoude stadsplattegronden in de loop der tijd heel weinig. Daarmee lenen ze zich uitstekend voor bijzondere stadsverkenningen. Kaarten uit het midden van de 19e eeuw zijn van zichzelf al een lust voor het oog. Belangrijker is dat een vergelijking met de situatie van nu diepte creëert. Hoewel het stratenpatroon vrijwel een constante is, ben je voortdurend bezig de vroegere situatie te vergelijken met de huidige. Deze kijkoefening etst een historisch reliëf in je metal map van de stad.

De afgebeelde ruimte is niet alleen rijkelijk voorzien van bouwkundige en stedenbouwkundige hoogtepunten uit vroeger eeuwen, ook de transformatie van de stedelijke periferie van destijds tot de volgroeide stad van nu is boeiend. Met andere woorden: met deze kaarten kun je de stedelijke groei gemakkelijk op het oog reconstrueren. Een belangrijk bijkomend voordeel is dat de omvang van de stad uit het midden van de 19e eeuw ongeveer overeenkomt met de actieradius van een weekendbezoek.

Het is heel persoonlijk wat voor weekend je ervan wilt maken. Heeft het een studieus karakter, dan liggen een stevige inhoudelijke voorbereiding en planning van dagdeel tot dagdeel voor de hand. Aan de andere kant heeft een impressionistisch bezoek zonder noemenswaardige voorbereiding (alleen kaart en reisgids paraat) de charme van de adembenemende verrassing. De stadsgidsjes van Lonely Planet en ANWB-eXtra bieden een prima handvat om in het vliegtuig snel een plan te trekken. Met in de rugzak natuurlijk een kopie van de historische kaart.

Het hoort wellicht bij mijn beroepsdeformatie als voormalig docent en klinkt wat schools, maar het is leuk en leerzaam de stadservaringen na thuiskomst op enigerlei wijze te ordenen in een geschreven, gefotografeerde of gefilmde reportage. Je geeft jezelf de mogelijkheid om een bovendrijvend thema een mooie vorm te geven. Zo leidde het stadsbezoek aan Edinburgh tot de ordening New Town – Old Town en sprong bij Milaan de concentrische ordening voor mij het meest in het oog. Kijk mee in de komende nummers van Geografie