De ‘bezetting’ van het noorden van Mali heeft veel te maken met de politieke situatie in het land. Om het conflict te begrijpen, zetten we de belangrijke momenten in de postkoloniale geschiedenis van Mali op een rij.
1960: Mali wordt onafhankelijk; de Toeareg komen in opstand – zij wensen een eigen, transnationale staat (Azawad); Mali wordt een socialistisch, autoritair bestuurd land. De eerste president is Modibo Keita.
1968: Moussa Traoré neemt de macht over, wederom een autoritair bestuur.
1990: de Toeareg komen opnieuw in opstand; een staatsgreep brengt Ahmadou Toumani Toure, luitenant in het leger, aan de macht. Hij wordt interim-president (1991-1992) en organiseert democratische verkiezingen.
1992-2002: Mali wordt een democratie, met Alpha Oumar Konaré als nieuwe president.
2002: Ahmadou Toumani Toure wordt gekozen tot president (nu als burger).
2007: herverkiezing president Ahmadou Toumani Toure.
januari 2012: de Toeareg vallen steden in het noorden van Mali binnen. Het (zwakke) Malinese leger slaagt er niet in de opstand de kop in te drukken. De onvrede onder de Malinese bevolking groeit. Ook omdat het steeds duidelijker wordt dat de Malinese staat is vervallen in corruptie en er criminele netwerken actief zijn in Mali.
22 maart 2012: staatsgreep door kolonel Amadou Sanogo. De internationale gemeenschap geeft het idee van een democratisch Mali op en trekt zich terug; ambassades worden gesloten, hulp wordt stopgezet. De staatskas raakt leeg.
2012-2013: onder druk van de internationale gemeenschap verdwijnt Sanogo; Dioncounda Traoré wordt interimpresident.
april 2012: de Movement National pour la Libération d’Azawad (MNLA) van de Toeareg bezet het noorden. Na de val van Kidal volgen Timboektoe, Gao, Ménaka en Douentza. Het noorden wordt uitgeroepen tot ‘Republiek Azawad’.
april-juni 2012: radicale islamisten verschijnen op het toneel: Ansar Dine (een afsplitsing van de Toeareg-milities), MUJAO (Movement for Unity and Jihad in West Africa) en Al Aqmi (Al Qaida in de Sahel). Zij nemen de macht over van de MNLA in het noorden en verkondigen de jihad en de invoering van de sharia, het islamitisch recht.
januari 2013: de Ansar Dine en MUJAO nemen plaatsen in vlak bij Mopti; de doorgang naar het zuiden en de hoofdstad worden bedreigd. De Fransen (Opération Serval) grijpen in zonder mandaat van de Verenigde Naties, maar met steun van de MNLA.
11 augustus 2013: Ibrahim Boubakar Keita wordt in twee ronden gekozen tot de nieuwe president. Afrikaanse en Europese troepen vormen nu de VN-macht in Mali. Ook de Nederlandse regering besluit een troepenmacht te sturen van ongeveer 350 soldaten en 50 man ondersteunend personeel, die vooral inlichtingen moet vergaren.
augustus 2013 e.v.: onder de voorwaarde dat er verkiezingen worden gehouden in Mali besluiten ook de VN troepen te sturen.
2014: de situatie blijft zorgelijk: de jihadisten hebben zich teruggetrokken in het uiterste noorden, maar het lijkt erop dat zich strijders onder de bevolking bevinden; in het noorden vinden nog regelmatig aanvallen en ontvoeringen plaats. De Malinese staat en overheidsdiensten zijn nog niet volledig op orde. De regio wordt gekenmerkt door lokale conflicten. De vluchtelingen beginnen terug te keren. Maar er dreigt ook honger voor 1,5 miljoen mensen. (Bronnen: WFP 3 maart, IRIN)