De electorale veldslagen van 2017

1 februari 2017
Auteurs:
Virginie Mamadouh
Geografie, Planologie & Internationale Ontwikkelingsstudies, Universiteit van Amsterdam
Herman van der Wusten
Geografie, Planologie & Internationale Ontwikkelingsstudies, Universiteit van Amsterdam
Dit artikel is verschenen in: geografie februari 2017
Europese kwestie
Kennis
Geert Wilders
FOTO: ROEL WIJNANTS/FLICKR

Trumps electorale zege in de Verenigde Staten heeft na het Brexit-referendum de komende verkiezingen in Nederland, Frankrijk en Duitsland van een rode draad voorzien, nog vóór de campagnes goed en wel gestart zijn: een tsunami van populisme overspoelt Europa. Of zal het zo’n vaart niet lopen?

 

Nederland werd op 9 november 2016 wakker met een onverwachte Amerikaanse president Trump. Het leek op de ochtend van 24 juni, toen Brexit bij het ontbijt werd geserveerd. Vooral Trumps overwinning werkt op dit moment na, maar hoe? Op 4 december wezen de Italianen een grondwetswijziging per referendum rigoureus af. De leider van de Lega Nord (tegen) verscheen direct met baseballpet en een bord in Trumpkleuren met zichzelf als premier erop. Dezelfde dag echter werd bij de presidentsverkiezing in Oostenrijk een nationalistisch-populistische kandidaat verslagen door een groene. Hier leek Trumps victorie eerder als afschrikwekkend voorbeeld te hebben gewerkt.

Trumps victorie

Trump was een onwaarschijnlijke kandidaat: zonder enige ervaring in het openbaar bestuur, een beroemdheid in de roddelrubrieken en spelshows, een zakenman met spectaculaire projecten en deals, los in de omgang met de waarheid, lichtgeraakt. Hij richtte zich in de campagne bijna uitsluitend tot boze delen van het electoraat die maar met moeite naar de stembus te krijgen waren. Hij presenteerde zich als de stoere buitenstaander die de elite namens het echte volk mores zou leren en het verrotte systeem binnenstebuiten ging keren: anti-globalisering, herstel van ’s lands vroegere luisteren dominantie, geen malle fratsen als klimaatverandering, maar wel kristalhelder water en schone lucht in eigen land, een nieuwe infrastructuur, rokende schoorstenen en een verdubbeling van de economische groei.

Trump won flink: 306 tegen 232 (Clinton) in het kiescollege, en daar gaat het in de VS om. Tegelijk verloor hij de strijd om het grootste aantal individuele voorkeuren, de popular vote, met zo’n 2 procent van de uitgebrachte stemmen.

Nationaal was de opkomst ongeveer in lijn met de keren ervoor (iets beneden de 60 procent). Van degenen die daadwerkelijk stemden, lieten de meesten zich leiden door al bestaande voorkeuren. Trump won vooral door de hoge opkomst van Republikeinse kiezers en grote steun onder de kiezers zonder partijvoorkeur. De geografische verdeling van de aanhang van Trump weerspiegelde die van Romney in 2012 vrijwel perfect. Het best scoorden beiden in counties met veel blanke, oudere en laagopgeleide kiezers, maar Trump wist meer van hen naar de stembus te krijgen. Clinton was bij delen van de Democratische achterban (minderheden) wat minder succesvol dan Obama.

Er werd veel gediscussieerd over de toenemende rol van de sociale media in de steeds eenzijdiger en vaak door valse geruchten en ‘feiten’ gedomineerde informatievoorziening. De digitale wereld leek afwisselend op een verloederd schoolplein vol pesterijen, en een middeleeuwse markt waar het wemelt van oplichters en schreeuwlelijken. Kandidaat Trump, gepokt en gemazeld in de amusementswereld, kon zich daar ten volle laten gelden. Hij veroverde het merk ‘Republikeinse partij’ en de politieke topjob van het land.

Trump
FOTO: MATT JOHNSON/FLICKR

Europese vrienden

Trumps overwinning leidde in Europa tot een vloedgolf aan reacties, ook van de partijen die zich in Nederland, Frankrijk en Duitsland het meest aan hem spiegelen. Geert Wilders (PVV) sloeg op twitter een zelfbewuste toon aan: ‘Gefeliciteerd. Een historische overwinning! Een revolutie! Ook wij zullen ons land teruggeven aan de Nederlanders!’ Marine Le Pen van het Franse Front National hield iets meer afstand. Dit was ‘een nieuwe steen in de bouw van een andere wereld’. De mondialisation sauvage, waaraan een eind moet komen, had hiermee een nieuwe klap gekregen. Frauke Petry van Alternative für Deutschland schreef dat ‘deze uitslag Duitsland en Europa moed geeft, want Trump heeft nu daadwerkelijk de kaarten voor een beslissende politieke breuk in handen’.

Hoe verhoudt Trumps operatie zich tot die van zijn Europese geestverwanten die in de komende maanden soortgelijke overwinningen hopen te boeken? Inhoudelijk zijn er duidelijke overeenkomsten. Trump leunde in zijn campagne op een mengsel van etnisch nationalisme en populisme (weg met de elite, weg met de verdeeldheid in het land, volg de leider die het wezen van het volk doorgrondt en zo de weg wijst). De ‘blanke’, uit Europa gemigreerde bevolking werd door Trump gebombardeerd tot de van oudsher in eigen land levende groep. Die geluiden zijn ook te horen bij de PVV, het Front National en Alternative für Deutschland, fulminerend tegen de Europese Unie als sluipende federatie in wording (en de Brusselse elite) en met een voorkeur voor vormen van directe democratie zoals referenda om de elite te laten zien hoe het werkelijk zit. Dit gaat gepaard met een ideaal van onverkorte soevereiniteit voor de staat van het ‘eigen volk’, alsof dit een vastomlijnde categorie is met eigenschappen waaraan niet getornd kan worden. 

Net als Trump communiceren de drie Europese partijen vooral eigen boodschappen via de sociale media. Van analyse of discussie is geen sprake; het gaat om korte teksten, beelden en video’s die een slogan onderstrepen, een standpunt uitdrukken, stemming maken. Ze zijn gemakkelijk door te geven en heel wat van die statements zijn zelf doorgiftes van wat verwante kringen op internet hebben gezet.

De drie partijen opereren allemaal min of meer vergelijkbaar in de eigen nationale politieke arena. De crises rond de euro, vluchtelingen en terroristische dreiging hadden hen al eerder de wind in de zeilen gegeven. AfD is er zelfs uit voortgekomen. De toegenomen steun heeft ook in het Europees Parlement de fractievorming vergemakkelijkt. Het FN en de PVV trekken sinds 2015 gezamenlijk op onder de naam Europa van Naties en Vrijheid.

Onderlinge verschillen

De PVV, het FN en AfD hebben niettemin elk een eigen identiteit. Ze verschillen in leeftijd, leiderschap en organisatie, omvang en bereik, en ze zijn getekend door de nationale politieke systemen waarin ze tot wasdom zijn gekomen. De kaart toont de steun bij de laatste Europese parlementsverkiezingen (2014). Met name voor AfD zal die in 2017 aanzienlijk anders kunnen uitvallen vanwege de gewijzigde koers.

Frankrijk
Steun bij de Europese verkiezingen in 2017 voor PVV, FN en AfD

Het FN, de PVV en AfD zijn in 2017 respectievelijk 45, 11 en 4 jaar actief. Het FN heeft de laatste jaren een nieuwe leider en de partijorganisatie is aanzienlijk geprofessionaliseerd en uitgebreid. De PVV heeft al sinds het begin dezelfde eenhoofdige leiding, met veel verloop in diens directe omgeving. De partij is, met enkele uitzonderingen, ook niet vertegenwoordigd op provinciaal of lokaal niveau. Pogingen tot afdelingsvorming zijn lang in de kiem gesmoord.

Bij AfD is een groot deel van de oorspronkelijke leiding na twee jaar vertrokken en zijn de onderlinge krachtverhoudingen nog niet uitgekristalliseerd. AfD heeft van meet af aan veel geïnvesteerd in de opbouw van een partijorganisatie in de verschillende Bundesländer van de federale staat en landelijk, in Berlijn, maar zit nog niet in het nationale parlement, de Bundestag. FN heeft zo’n 50.000 leden. PVV heeft er maar één, Wilders; niemand kan verder lid van de vereniging worden. AfD heeft er ongeveer 22.000. Volgens opiniepeilingen heeft eind 2016 zo’n 30% van de Fransen een politieke voorkeur voor het FN, 15 à 20% van de Nederlanders is voor de PVV en 10 à 15 % van de Duitsers voor AfD. De komende campagnes zullen ze er alles aan doen dat bereik te vergroten. 

De kansen worden natuurlijk ook sterk beïnvloed door de nationale politieke systemen waarbinnen ze functioneren (zie voor uitleg over de kiesstelsels www.geografie.nl). Hoe sterk ze zich daartegen ook verzetten, zich er helemaal buiten plaatsen is geen optie.

Front National

Het Front National was in 1972 een creatie van Jean-Marie Le Pen, de vader van de huidige leider. Dankzij het Franse kiessysteem is het FN bijna altijd buiten het parlement gehouden, maar allang actief in lokale besturen, regio’s en Europa. De voornaamste steun bevindt zich in vervallen industriegebieden in het Noorden (Nord-Pas de Calais), de Elzas aan de Duitse grens, en de Provence Côte-d’Azur.

Vader Le Pen is berucht om de vele provocaties, vooral inzake antisemitisme en ontkenning van de holocaust. Hij is een voorloper van de huidige populistisch-nationalistische golf en was in de jaren 1950 verbonden met Poujade, wiens naam indertijd als aanduiding van dit gedachtegoed gold. Bij de oprichting van het FN waren ook veteranenorganisaties betrokken, waarvan Jean-Marie Le Pen deel uit maakte.

Marine Le Pen, dochter van, heeft de leiding in 2011 overgenomen. De partij zoekt het nu wat meer in betogen tegen de teloorgang van Frankrijk in een globaliserende wereld en de reacties van de elite met haar onterechte bezuinigingspolitiek. Het FN treedt op als hoeder van de Franse welvaartsstaat en doet pogingen tot ‘de-demonisering’ van het eigen imago. Het beeld van een sterke, eigen nationale staat is daarbij het wenkend perspectief.

Frankrijk
FOTO: BLANDINE LE CAIN

PVV

De PVV (Partij voor de Vrijheid) ontstond in 2006. Zittend kamerlid Geert Wilders verliet de VVD-fractie in 2004 uit protest tegen het starten van de onderhandelingen over de toetreding van Turkije. Van meet af aan had hij het oog gericht op Pim Fortuyn en diens aanhang. Fortuyn was in 2002 uit het niets opgedoken in de electorale arena en werd vlak voor de verkiezingen van dat jaar vermoord. Fortuyn moest het vrijwel uitsluitend hebben van zijn flamboyante televisieoptredens – binnen de LPF ontbrak het aan organisatie. Zijn kieslijst won zo’n 15% van het electoraat, maar verwaaide snel toen de verweesde LPF-partij aan onderlinge ruzies bezweek.

Wilders’ operatie is in wezen vrijwel een eenmanszaak: hij houdt alle touwtjes in handen. Hij wordt daarbij overigens fors in zijn bewegingsvrijheid belemmerd doordat hij constant moet worden beveiligd vanwege bedreigingen. Wilders heeft het parlement tot zijn podium gemaakt waarin hij in scherpe vertogen en heftige polemieken zijn afstand tot ‘de elite’ markeert. De Tweede Kamer, waar hij zelf tot de langstzittende leden behoort, duidt hij regelmatig aan als ‘nepparlement’. Af en toe richt hij zich met een eigen bijdrage via de traditionele media tot zijn kiezers, maar hij is bovenal een toegewijd twitteraar. Zijn volgers – nu 700.000 – hebben in de afgelopen 7 jaar gemiddeld zo’n 1000 tweets per jaar ontvangen.

De steun voor de PVV vertaalt zich dankzij het Nederlandse kiesstelsel direct in kamerzetels. De PVV heeft met wat fluctuaties in de loop der jaren meer zetels veroverd en is er ook bij herhaling een aantal kwijtgeraakt door uittredingen. Een door de PVV gedoogd kabinet (2010-2012) werd al snel niet meer door Wilders gesteund. Dit verscherpte de politieke polarisatie tussen de PVV en de rest, en bemoeilijkt Wilders’ positie in de coalitieformatie na de verkiezingen.

AfD

Alternative für Deutschland werd in 2013 opgericht door Bernd Lucke, hoogleraar economie, met steun van een aantal andere hoogleraren, journalisten en politici; vandaar de bijnaam ‘professorenpartij’. Aanleiding was het beleid van de Duitse regering tijdens de eurocrisis. De eerste aanhang kwam uit de conservatieve vleugels van de regerende christendemocraten (CDU/CSU) en liberalen (FDP). AfD haalde in 2013 net niet de kiesdrempel voor toetreding tot het Duitse parlement.

In de jaren erna profileerde AfD zich vooral op de migratiekwestie en haar houding tegenover de islam. Velen verwachtten op grond van haar nationalistisch getinte beginselen een stevig geluid. De aanhang daarvoor won binnen de partij aan invloed, met vooral steun uit voormalig Oost-Duitsland. In 2014-2016 won AfD bij verkiezingen ruim toegang tot elf van de zestien deelstaatparlementen. In 2014 verwierf de partij ook zetels in het Europees Parlement. In 2015 verlieten Lucke en een aantal supporters de partij. Daarop trad Frauke Petry naar voren als aanvoerder van de meer op de migratie en asielkwestie georiënteerde en radicalere lijn binnen de AfD. Petry is echter niet de onbetwiste leider van de partij.

De AfD heeft een gedetailleerd programma. Het telt 14 hoofdstukken en begint met democratie en basiswaarden. Referenda worden toegejuicht. In het hoofdstuk over cultuur, taal en identiteit wordt een pleidooi gehouden voor een minder exclusieve herinneringscultuur (gericht op de Tweede Wereldoorlog). De Duitse taal is de basis van de identiteit, en de islam wordt als niet-Duits bestempeld. Een ander hoofdstuk bepleit een stevige, beperkende politiek inzake immigratie en asiel. Het programma plaatst ook de EU en de euro in de beklaagdenbank en zet zich af tegen een bondsstaat, de euro en de Europese bankenunie.

Mogelijke ontknopingen

In de campagnes van 2017 zal de overwinning van Trump nog doorklinken, steeds meer gemengd met de ervaringen die intussen met zijn regering worden opgedaan. Hoe groot de opzwepende dan wel afschrikkende werking zal zijn om zich ook op die weg te begeven, staat nog open.

Wilders, die als eerste aan de beurt is, kan ook bij een grote stembusoverwinning naar alle waarschijnlijkheid niet om coalitievorming heen, wil hij het Torentje c.q. het Catshuis bereiken. Een bijzonder zware opgave gezien eerdere ervaringen in 2010-2012. En dan moet hij nog voldoende overtuigende Kamerleden en ministerskandidaten uit eigen kring zien te selecteren. Het LPFdrama in 2002 zit nog vers in het geheugen.

Vervolgens kiezen de Fransen hun president. In de peilingen tot eind 2016 verliest Le Pen in de tweede ronde van alle mogelijke tegenkandidaten. Maar daarna wachten de parlementsverkiezingen. Het lijkt uitgesloten dat het FN daar een meerderheid bereikt. De kleine kans dat Marine Le Pen president wordt, zal haar ertoe nopen een eerste minister uit een ander politiek kamp aan te stellen. Met deze samenwoning (cohabitation) bestaat al wel ervaring binnen de Vijfde Republiek (een linkse president met een rechtse premier en andersom), maar of het zover komt, is zeer de vraag. AfD zal dit keer nagenoeg zeker in het parlement komen, maar kwantitatief is het nog de zwakste van de drie, met een landelijk bereik van 10 à 15%. Een absolute meerderheid op landelijk niveau lijkt nog ver weg en ook een juniorpositie in een coalitie ligt niet voor de hand.

Dat het politieke landschap op zijn grondvesten staat te schudden, is intussen wel zeker. De electorale veldslagen van 2017 zullen dit versterken, zeker als de Italiaanse verkiezingen van 2018 naar voren worden gehaald. Zou het daadwerkelijk tot de veelbesproken populistische tsunami komen, dan verandert de EU onherroepelijk

van aard.

Le Pen
* Marine Le Pen volgt haar vader Jean-Marie Le Pen op als partijleider en presidentiële kandidaat.
** In 1986 hanteerde de linkse president Mitterrand een ander kiessysteem: evenredige vertegenwoordiging op het niveau van de departementen. De rechtse partijen kregen toch de meerderheid en de nieuwe regering draaide de hervorming terug. Sinds 2002 lopen de termijnen van president en parlement gelijk.
PVV
*** 4 van de 7 leden hebben AfD in de zomer van 2015 verlaten en zijn verder gegaan als ALFA en sinds november 2016 Liberal-Konservative Reformer.

NB: Sinds juli 2015 zijn de 4 leden van de PVV, 20 FN-leden en 1 AFD-lid gekozen in het Europees Parlement, lid van de nieuwe fractie Europa van Naties en Vrijheid onder leiding van Marine Le Pen.
Kiesstelsels

De kiesstelsels bepalen de vertaling van stemmen in zetels. Sommige zijn erop gericht meerderheden en stabiliteit te genereren, andere juist om ruimte te maken voor nieuwe partijen. De spelregels in de drie landen verschillen totaal, ook voor de Europese verkiezingen.

Frankrijk kent een meerderheidsstelsel met twee rondes. In elk kiesdistrict gaat de zetel naar de kandidaat met de meerderheid van de stemmen. In de eerste ronde wint de kandidaat met de absolute meerderheid (50% plus een stem). Alleen de kandidaten met de meeste stemmen mogen naar de tweede ronde. Daarin wint degene met de meeste stemmen. Bij presidentiële verkiezingen alleen de sterkste twee kandidaten, bij parlementaire verkiezingen kandidaten met minimaal 12,5% van de stemmen.

In Nederland wordt op nationaal niveau de evenredige vertegenwoordiging toegepast. De zetels worden proportioneel verdeeld tussen de partijlijsten.

Duitsland kent een hybride systeem met de helft van de zetels in kiesdistricten en de helft op partijlijsten waarbij de kiezer twee stemmen heeft. Er geldt echter een drempel van 5% van de stemmen (of drie districtszetels) voor een partij om mee te mogen doen in de verdeling van de zetels.

Nieuwe partijen kunnen in Nederland hun aanhang meteen vertaald zien in zetels. Dat is veel moeilijker in Duitsland en nagenoeg onmogelijk in Frankrijk.