De regionale toekomst van de natiestaat
Nico Speets vindt dat het tijd is om de natiestaat te vervangen door een mozaïek van Europese regio’s. De verhouding tussen natiestaat en regio is echter geen kwestie van of-of, maar van en-en. Beslissingsmacht ligt niet of bij natiestaten óf bij de regio’s, maar bij zowel natiestaten als regio’s. Dat is een ontwikkeling die al tientallen jaren gaande is, maar die we maar moeilijk kunnen duiden. Ondanks, of misschien wel dankzij, de veranderende globaliserende en fragmenterende werkelijkheid, is de natiestaat is nog steeds het interpretatiekader waaraan velen zich krampachtig vasthouden. De natiestaat is altijd meer een ideaal dan werkelijkheid geweest. Tot voor kort was de natiestaat vooral een ideaal voor een betere toekomst. Nu wordt de natiestaat steeds meer verbonden met frustraties over een verloren verleden, waar de touwtjes nog uit de brievenbus hingen.
Het vormen van een geïntegreerde en voor alle burgers werkende natiestaat domineerde sinds de Franse Revolutie het politieke debat. Sinds de mobilisatie van de bevolking voor de twee wereldoorlogen en de daaropvolgende uitbouw van een verzorgingsstaat, leek het ideaal van de natiestaat grotendeels verwezenlijkt te gaan worden. Toch is de natiestaat (behalve misschien voor IJsland) steeds een stip op de horizon gebleven. Door globaliseringsprocessen, zoals migratie en het groeiend belang van concurrentie op de wereldmarkt, lijkt het ideaal van de natiestaat onbereikbaar geworden. Na eeuwen van opbouw van de natiestaat lijken we nu in periode van afbouw terecht te zijn gekomen. De nieuwe middeleeuwen, waarbij natiestaten niet meer domineren, maar moeten opereren in een complex en veranderlijk krachtenveld met allerlei regionale, lokale en continentale actoren lijken voor de deur te staan. Maatschappelijke samenhang kan dan niet langer gebaseerd zijn op een gedeeld en compleet ‘dik’ nationaal identiteitsverhaal, maar moet gebaseerd worden vele verschillende, maar met elkaar verbonden, partiele, ‘dunnere’ lokale, regionale, nationale en zeker ook Europese identiteitsverhalen (meer lezen: From thick to thin regional identities? & Local identiteit and politics).
Na eeuwen van opbouw van de natiestaat lijken we nu in periode van afbouw terecht te zijn gekomen
De rol van de natiestaat in dit fragmenterende krachtenveld is echter verre van uitgespeeld. Zelfs de meest trotse metropoolregio’s die hun succes vooral aan hun eigen kracht toeschrijven, zoals die rond Amsterdam en Eindhoven, zijn toch vooral bezig om geld van de natiestaat los te peuteren. Hun verlanglijstjes zijn grotendeels in het regeerakkoord terug te vinden. Aan de andere kant gebruiken natiestaten ook regio’s om hun beleid uit te voeren. Het ‘eigen’ beleid van stedelijke regio’s sluit nauw aan bij de dominante opvattingen van de natiestaat. Wie betaalt bepaalt. Vaak ook worden nationale hoofdpijndossiers naar de regio verplaatst. De decentralisaties in de zorg zijn hiervan een voorbeeld. De hiervoor noodzakelijke geachte opschaling naar daadkrachtiger en grotere regiogemeentes krijgt in het regeerakkoord een nieuwe impuls. De Nederlandse regio’s worden dus juist door onze natiestaat versterkt. Maar deze regionaliserende natiestaat ontbeert een aansprekend identiteitsverhaal waarin een toekomstvisie met de eigenheid en verbondenheid ten opzichten van steden, regio’s, natiestaten en Europa verbonden wordt. Het Wilhelmus was in het verleden wel behulpzaam voor de zich vormende Nederlandse natiestaat, maar het kan niet de kloof overbruggen tussen de globaliserende metropoolregio’s en de naar binnen gerichte regiogemeentes, waar het populisme steeds sterker wordt.
Kees Terlouw is als politiek geograaf verbonden aan de Universiteit van Utrecht
k.terlouw@uu.nl, http://home.kpn.nl/C.Terlouw5/
Ook meediscussiëren? Mail je opinie naar redactie@geografie.nl.