Drugs: dé bron van hoge moordcijfers in Latijns-Amerikaanse steden
Elk jaar verschijnt er een ranglijst van Most Violent Cities in the World. In de top-25 voor 2021 is opnieuw Latijns-Amerika oververtegenwoordigd. Drugs is dé verklarende factor voor het nietsontziende geweld dat steden daar al jarenlang teistert.
Sinds 2013 publiceert het Consejo Ciudadano para la Seguridad Públia y Justicia Penal, een non-gouvernementele organisatie in Mexico-Stad, elk jaar de ranglijst van Most Violent Cities in the World. Het criterium dat de ngo daarbij hanteert, is het aantal officieel geregistreerde moorden per honderdduizend inwoners. Steden met minder dan driehonderdduizend inwoners worden niet opgenomen in deze ranking, evenmin als steden die verwikkeld zijn in een oorlog, zoals in Afghanistan, Jemen en Syrië. Natuurlijk realiseert de Mexicaanse ngo zich dat geweld meer verschijningsvormen kent dan alleen moord – denk aan gewapende roofovervallen, ontvoeringen en seksueel geweld – maar de statistiek beperkt zich tot deze meest extreme vorm.
Homicide capital
In de top-25 domineren Midden- en Zuid-Amerikaanse steden (figuur). Mexico spant de kroon met 4 steden in de top-5, en 9 in de top-25. Tijuana geniet de twijfelachtige eer deze ranglijst te mogen aanvoeren. Deze grensstad in Baja California, met 2 miljoen inwoners en slechts 20 kilometer verwijderd van het centrum van het Amerikaanse San Diego, is in 2021 homicide capital of the world. Het aantal moorden bedroeg er vorig jaar 138 per honderdduizend inwoners (in 2020 waren het er 106). In absolute cijfers ging het om 2640 moorden, gemiddeld 7 per dag!
Ook Brazilië en Venezuela zijn stevig vertegenwoordigd met respectievelijk 7 en 4 steden in de top-25. Slechts 3 steden in de top-25 liggen buiten Midden- en Zuid-Amerika: het Zuid-Afrikaanse Kaapstad op positie 11 en de Amerikaanse steden Saint Louis en Baltimore op plek 16 en 23.
Drugskartels
Volgens de opstellers van de ranking wordt het dodelijke geweld in Latijns-Amerika grotendeels veroorzaakt door de drugshandel en daarmee nauw verbonden bendeoorlogen. Sinds de jaren 1980 draait het in de Latijns-Amerikaanse onderwereld om één vraag: wie controleert de productie en het transport van immense hoeveelheden drugs (vooral cannabis en cocaïne) die hun eindbestemming vinden bij de miljoenen gebruikers in Noord-Amerika en Europa? In die strijd zijn straatbendes in de voorbije decennia geëvolueerd tot uiterst professionele drugskartels met aan de top meedogenloze drugsbaronnen die de kartels met strakke hand leiden. In de jaren 1980 en begin jaren 90 deelde in Zuid-Amerika het Medellín-kartel van Pablo Escobar de lakens uit. Nu domineren de Mexicanen, zoals het Sinaloa-kartel, tot 2019 geleid door de beruchte Joaquin ‘El Chapo’ Guzmán (dat jaar uitgeleverd aan de Verenigde Staten). Ook het machtige Guadalajara-kartel is met de arrestatie van Rafael Caro Quintero afgelopen juli beroofd van zijn machtige leider.
Tussen al die kartels woedt een nietsontziende strijd om de macht, waarvan het macabere eindresultaat te zien is in de moordstatistieken. Zo werden er in 2021 in Mexico 35.000 mensen vermoord. Ter vergelijking: in Nederland waren dat er in hetzelfde jaar 125. Het merendeel van de 35.000 moorden is volgens de Mexico News Daily ‘drugsgerelateerd’.
Opvallend in de ranglijst is de positie van dé tourist hubs van Mexico: Acapulco (nummer 2) en Cancún (13). In de snelle ontwikkeling van grootschalig toeristisch vastgoed (hotels, appartementencomplexen, winkelcentra, pretparken) zagen drugskartels ongekende mogelijkheden hun criminele geld wit te wassen. Met als gevolg een uitbreiding van de georganiseerde misdaad en het daarmee samenhangend geweld in beide steden. In Cancún vonden vorig jaar diverse beachside gunfights plaats en ontdekten de autoriteiten een clandestien kerkhof. Volgens een onderzoek van het Instituto Nacional de Estadística y Geografía uit december 2021 voelde 85,5% van de bevolking van Cancún zich onveilig, het hoogste percentage van alle Mexicaanse steden.
Het kan niet anders dan dat dit soort berichten toeristen afschrikt en dat op termijn de waarde van het toeristisch vastgoed in Cancún en Acapulco zal kelderen. Dat zou toch ook de drugskartels aan het denken moeten zetten.
In Mexico 35.000 mensen vermoord, tegen 125 in Nederland
Knuffels en geen kogels
Tot begin deze eeuw had de PRI, de Institutioneel Revolutionaire Partij, in Mexico de politieke touwtjes stevig in handen. De drugkartels vonden dat prima: elk kartel had zijn eigen plaza (territorium) en korte lijntjes met lokale en regionale politici. Twintig jaar later is alles anders. Niet alleen is het politieke landschap in Mexico nu meer versnipperd, ook is onder druk van de door de VS geregisseerde War on Drugs de Mexicaanse drugsmaffia uiteengevallen in velerlei facties die elkaar op leven en dood bestrijden. De grotere politieke verdeeldheid maakt dat politici, zeker in verkiezingstijd, hun leven niet zeker zijn. In aanloop naar de verkiezingen in 2021 vonden maar liefst 89 politici de dood. Alles wijst erop dat in veel gevallen de drugskartels hiervoor verantwoordelijk waren.
Aan de andere kant: de drugsmaffia met rust laten en zijn gang laten gaan, zou betekenen dat je als overheid accepteert dat je land mede geregeerd wordt door criminelen. De conservatieve president Calderón koos in 2006-2012 voor de strategie van la mano dura, de harde hand. Hij zette het leger in en werkte nauw samen met de Amerikaanse drugsbestrijdingsdienst DEA. Deze keiharde aanpak leidde tot een bloedige strijd met enkel verliezers. De huidige president López Obrador, een linkse populist met autoritaire trekjes, die hamert op de aanpak van de sociale ongelijkheid, is er met zijn softe aanpak van de drugsmaffia (abrazos y no balazos, knuffels en geen kogels) tot nu toe evenmin in geslaagd het vele moorden in Mexico een halt toe te roepen.
Migratiestroom
Volgens Joost de Vries, Latijns-Amerika-correspondent voor de Volkskrant met als standplaats Mexico-Stad, is deze spiraal van geweld in Mexico enkel te doorbreken met een gecombineerde aanpak van de corruptie en het creëren van kansen door onderwijs en werkgelegenheid voor de meer dan 50 miljoen armen. Pas dan bied je op termijn een daadwerkelijk alternatief voor de verlokkingen van het drugsgeld. Ook legalisering van drugs zal volgens De Vries helpen: ‘Zolang drugs illegaal zijn, houd je een markt in stand die voor de drugskartels uiterst lucratief is.’
Het met de drugshandel verbonden geweld en het bijbehorende gevoel van onveiligheid in Latijns-Amerika spelen – naast de structurele armoede – een belangrijke rol in het besluit van miljoenen mensen om via Mexico hun heil te zoeken in de Verenigde Staten, ondanks de verwoede pogingen van zowel Trump als Biden om deze migratiestroom met allerlei maatregelen in te dammen.
Containers
Wat opvalt als je de 7 Braziliaanse steden in de top-25 nader bekijkt, is dat ze alle in het noordoosten van dit enorme land liggen, aan of vlak bij de Atlantische kust. Ze vormen het eindpunt van de transportlijnen van drugs uit Colombia, Paraguay en Bolivia en zijn tegelijkertijd het beginpunt van het vervoer van deze drugs – op allerlei ingenieuze manieren verstopt in de lading van containers – naar Europa en in veel gevallen Rotterdam of Antwerpen. Zo staat Natal, met positie 7 de hoogst scorende Braziliaanse stad in de ranking, bekend als de grootste exporthaven van cocaïne van het land. In deze zeven steden in Noordoost-Brazilië zijn het wederom drugssyndicaten, met guerrilla-achtige namen als Primeiro Comando da Capital en Comando Vermelho, die geen enkele vorm van geweld schuwen om deze drugstransporten te controleren en daaraan astronomische geldbedragen te verdienen.
Dictatuur
Venezuela is met 4 steden ook prominent aanwezig in de top-25. Maar hier is drugs een ontoereikende verklaring voor al het dodelijke geweld. De achtereenvolgende regeringen van de linkse populisten Chavez en Maduro hebben het land niet alleen politiek en economisch maar ook moreel in een diepe afgrond gestort. Terwijl Venezuela met een enorme bewezen aardoliereserve ooit een van de rijkste landen in Latijns-Amerika was. Nu is het feitelijk een dictatuur, is er sprake van hyperinflatie, heeft de gewone Venezolaan een tekort aan letterlijk alles en ben je op straat je leven nooit zeker. Volgens het UNCHR, de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties, hebben sinds 2014 bijna 6 miljoen mensen het land verlaten en zijn van degenen die achterbleven er maar liefst 7 miljoen afhankelijk van humanitaire hulp.
Dromen
Hoe zit dat met de steden in Europa en in Nederland? Wordt daar zo veel minder gemoord en kun je er daarom met een veel geruster hart over straat lopen dan in Latijns-Amerika? Het antwoord is: ja. Er staat geen enkele Europese stad in de top-25 van de Mexicaanse ngo en ook niet in de top-50.
Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek kennen in 2020 IJsland, Slovenië en Luxemburg in Europa het laagste aantal moorden per honderdduizend inwoners. Relatief het meest gemoord wordt er in landen die voorheen deel uitmaakten van de Sovjet-Unie: Rusland, Oekraïne, Letland en Moldavië. De meest gewelddadige steden liggen dan ook in Oost-Europa: Moskou, Kyiv (ook vóór de Russische inval) en de hoofdsteden van de Baltische republieken. Maar in geen ervan komt het aantal moorden per honderdduizend inwoners uit boven de 5 à 6 (tegenover in datzelfde jaar – nogmaals – 106 in het Mexicaanse Tijuana).
Nederland behoort volgens het CBS binnen Europa tot de landen waar relatief weinig moorden worden gepleegd. In 2016-2020 bedroeg het gemiddeld aantal moorden per honderdduizend inwoners in ons land 0,7. Voor Amsterdam, Rotterdam en Den Haag was dat respectievelijk 2,0, 1,7 en 1,6. Steden in Midden- en Zuid-Amerika kunnen van dit soort cijfers slechts dromen.