Vichy, Aix-les-Bains, Karlsbad (tegenwoordig Karlovy Vary), Mariënbad (Mariánské Lázně), Evian-les-Bains, Tunbridge Wells, Bath, Bad Ischl: vanaf de 18e eeuw ontstond een nieuwe categorie steden en stadjes rondom minerale waterbronnen. Engelsen spreken van watering-places en spa towns (een geoniem van het Belgische Spa), de Fransen van villes thermales en villes d’eaux, Duitsers van Badeorte, als subcategorie van Kurorte. In de 19e eeuw, toen de oorden spoorwegstations kregen, werden ze plekken waar veel publiek én privaat geld werd geïnvesteerd in badhuizen, medische praktijken, hotels, villa’s, casino’s, restaurants, promenades, theaters, parken, fonteinen, orkesten, renbanen, muziekpaviljoens, tennisbanen en winkels. Dit ensemble van voorzieningen moest de toenmalige maatschappelijke elite, die leed aan echte dan wel ingebeelde kwalen, of wilde ontsnappen aan de dagelijkse sleur, verleiden tot een langdurig verblijf van minimaal een maand. De dagen stonden er in het teken van baden en/of bronwater drinken (in een precies voorgeschreven volgorde en hoeveelheid, op vaste tijdstippen), kranten lezen, dineren, dansen, wandelen, een concert bezoeken, rusten, gokken, lanterfanten, roddelen, flirten en af en toe een uitstapje. De verveling lag op de loer en werd met kracht bestreden door het management van het kuuroord, soms in de persoon van een speciaal aangestelde ceremoniemeester. Per slot van rekening moesten de gasten hun kuur – die ongeacht de kwaal altijd bestond uit een langgerekte reeks van baden – wel afmaken.
De concurrentie tussen de kuuroorden was fel. Hoe fel, laat de Franse schrijver Guy de Maupassant zien in de roman Mont-Oriol (1887). In het zieltogende badplaatsje Enval in de Auvergne wordt een nieuwe bron ontdekt, en een toevallig aanwezige bankier, William Andermatt, besluit het groot aan te pakken. Binnen een jaar verrijzen er hotels, thermen en casino’s. Artsen van naam die bereid zijn te verklaren dat het water van de nieuwe bron superieur is voor een breed scala van ziekten – hoe breder, des te beter – en hun patiënten voortaan naar Mont-Oriol sturen en niet naar elders, krijgen er villa’s cadeau. De befaamde geneesheren zijn uiteraard niet omkoopbaar, oordeelt Andermatt, maar hebben als iedereen hun zwakke plekken en een wijs man maakt daar gebruik van. En in de Parijse dagbladen moet het weerbericht beter weer voorspellen in Mont-Oriol dan in andere badplaatsen. Een van de romanpersonages zegt (de vertaling is van Margot Bakker): ‘Ongelooflijk, die badplaatsen. De enige sprookjesoorden, die er op aarde nog bestaan. (…) Je zou waarlijk zeggen, dat het geen minerale maar betoverende bronnen zijn. En het is overal elders het zelfde, te Aix, Royat, Vichy, Luchon en ook in de badplaatsen aan zee, Dieppe, Etretat, Trouville, Biarritz, Cannes en Nice. Je ontmoet er allerlei slag mensen uit alle landen … en de zonderlingste avonturen beleef je er. De vrouwen zijn er vlot en gemakkelijk voor een grap te winnen. Te Parijs verzetten zij zich, in badplaatsen bedenken zij zich geen ogenblik.’
De man in kwestie is een opportunistische vrouwenjager, die vanwege hoog opgelopen gokschulden op zoek is naar een rijke echtgenote, dus niet representatief voor de ‘gemiddelde’ badplaatsbezoeker. En toch: hedendaagse onderzoekers beamen wat Maupassant de rokkenjager in 1887 laat zeggen. In vakjargon: kuuroorden en badplaatsen gelden als liminal spaces, plekken die liggen buiten het leven van alledag, buiten de gewone wereld met haar vaste sociale orde, ingesleten routines en onwrikbare waarden en normen. Liminal spaces bevinden zich aan de rand van de maatschappij, soms ook letterlijk aan de geografische rand: aan kusten of op perifere plekken. In zulke plaatsen kon rond 1900 (en kan?) meer dan elders: je openlijk met een minnaar of minnares vertonen, een homoseksuele relatie aanknopen, gokken (veelal beschouwd als een verderfelijke activiteit; casino’s waren lang niet overal toegestaan), of een informeel diplomatiek overleg hebben.
In Scarborough bijvoorbeeld waren ondeugende liedjes in omloop vol seksuele toespelingen: koud zeewater kon impotente echtgenoten genezen, en zo niet, dan had je nog andere mogelijkheden om er zwanger te worden. Het is ook de rode draad in Mont-Oriol. Of lees de verhalenbundel In a German Pension (1911), geschreven door ervaringsdeskundige Katherine Manfield, die in 1909 verbleef in Bad Wörishofen, Beieren, kampend met een beginnende tuberculose (waaraan ze in 1923 zou sterven).