In de GeoWeek 2014 waren vierduizend leerlingen op expeditie. Tweehonderd gingen aan de slag met laagjes. Tijdens de expeditie Onder de grond op het Domplein en in het Universiteitsmuseum leerden ze wat de overeenkomst is tussen spekkoek, archeologische vondsten, jaarringen van bomen, en boorkernen uit het Kromme Rijngebied. Leerzaam en leuk.
Een beetje uitgelaten hangt een halve klas rond op het Domplein. Terwijl de rest met de docent eerst naar het Universiteitsmuseum is vertrokken, start deze GeoWeek-expeditie bij Initiatief Domplein. Het is de pilot van Onder de grond, een nieuwe expeditie die 2000 jaar geschiedenis van het Domplein combineert met het verhaal over de geologie langs de Kromme Rijn.
Doordat er nog hard gewerkt wordt aan DOM-under, het nieuwe ondergrondse publiekscentrum tussen de Domkerk en de Domtoren, bekijken de leerlingen een introductiefilm over de geschiedenis van het plein in de middeleeuwse kelders van het Utrechts Centrum voor de Kunsten. Daarna gaan ze met een gids naar buiten. Die vertelt honderduit over het Romeinse Castellum. Van de afmetingen en exacte locatie tot de reden waarom het hier lag. Hierbij komt geologie om de hoek kijken. Verbindend element met het meer geografische gedeelte van de expeditie later op de dag in het Universiteitsmuseum is de opstapeling van archeologische vondsten in lagen van de zelfde ouderdom.
De leerlingen vinden het wel spannend om te horen wat er allemaal is gebeurd op het Domplein. Al zal een basisschoolleerling later in de evaluatie aangeven dat de ‘vlammenwerpers’ van de dakdekkers het hoogtepunt vormden.
Na een wandeling van zo’n 10 minuten komen de leerlingen aan bij het Universiteitsmuseum. Daar valt meteen de wisseling van toon op. Na een bedreven gids boordevol verhalen staan er nu opeens bevlogen wetenschappers voor de groep, die de leerlingen gelijk aan het werk zetten. Zonder al te veel inleiding krijgen ze van de fysisch geografen Tim Schuring en Karlijn Smits een stuk spekkoek en een rietje voorgeschoteld om te illustreren hoe een grondboring werkt. Eenvoudiger gaat het niet en het principe is de leerlingen ook meteen volkomen duidelijk. En ja, na afloop mogen ze de spekkoek opeten. Daarna is het tijd voor het echte werk. Voor elk groepje van vier leerlingen liggen er segmenten van twee boringen klaar. Een van dicht bij de rivier, de ander van iets verder weg. De leerlingen mogen voelen, ruiken en proeven om te determineren wat ze nu eigenlijk voor zich hebben liggen. Wat zal de bovenkant van de boring zijn? Is het zand of klei? Zijn er plantenresten te zien? Per groepje mogen de leerlingen hun bevindingen presenteren, waarna Tim het samenvat en op de kaart de boringen aanwijst. En passant geeft hij uitleg over korrelgrootte en stroomsnelheid, en de sortering van fijn en grof materiaal: aanschouwelijk gemaakt met twee formaten paaseieren.
De werking van de rivier is duidelijk en Tim duikt nog iets dieper de ondergrond in. Zandsteen en oliemoedergesteente gaan rond. Het laatste is eerst verhit met een aansteker. ‘Ruik je hoe het stinkt, wat is dat denken jullie?’ Steeds een stukje theorie met een proefje. Is de ruimte tussen netjes geordende zandkorrels groter of juist kleiner? Waar past meer vloeistof in? In een pot met keurig gerangschikte knikkers of in een waarin deze lukraak door elkaar zijn gemengd? In wat voor soort afzetting kan dan de meeste olie zitten? Als de spekkoek op is en de leerlingen naar buiten gaan, hebben ze de eerste beginselen voor de winning van olie en gas onder de knie.
Vervolg pilot
Al met al is de pilot van Onder de grond geslaagd te noemen. Iedereen heeft het deze ochtend naar zijn zin gehad. Voor de leerlingen was dat nog niet zo vanzelfsprekend. Een van hen biecht op ‘dat het zo leuk was, terwijl iedereen vooraf zo negatief was’. En ze hebben er nog iets van opgestoken ook. Al is het lastig in te schatten of de leerling die noteerde ‘dat de grond onder ons veel ouder is dan ik dacht’ verwees naar die tweeduizend jaar op het Domplein of de geologische geschiedenis.
Het Universiteitsmusem is bezig om het programma te verfijnen en duidelijker aan te laten sluiten op het bezoek aan het Domplein. Nu DOM-under gereed is, kan snel een definitief programma aan scholen worden aangeboden. Deze kunnen in hun voorbereiding gebruik maken van het interactieve aardrijkskundeboek Onder de grond van Lijn43 en NEMO Uitgeverij. In Geografie januari 2014 berichtten we al over dit gratis te downloaden iBook. De eerste drie hoofdstukken behandelen de geologische geschiedenis van Nederland, de biodiversiteit van de bovenste bodemlagen en wat er allemaal komt kijken bij ondergronds bouwen. Naast tekst en foto’s bevat Onder de grond tientallen filmpjes, animaties, kaarten, infographics en 3D-modellen. Speciaal voor de expeditie in de GeoWeek 2014 is het iBook uitgebreid met een deel over archeologie. Ook ontwikkelden de makers leuke praktijklessen bij het boek waarmee docenten en leerkrachten hun klassen vooraf kunnen voorbereiden. Gratis te downloaden op lijn43.nl/projecten/aardrijkskunde-op-de-ipad.
www.initiatiefdomplein.nl
www.universiteitsmuseum.nl
De GeoWeek wordt financieel mogelijk gemaakt door het Expertisenetwerk Bodem en Ondergrond (ENBO), het KNAG, het ministerie van Infrastructuur en Milieu, de Unie van Waterschappen en EBN.