Gespleten persoonlijkheid
Twee zielen schuilen in mijn borst. De ene ziel is de stedeling. Ik woon graag in de stad en zou nooit anders willen. De stad verandert continu van gedaante en dat vind ik fascinerend. Bovendien is de stad een handige plek om te wonen. Dichtbij is immers veel te doen. Ook in het buitenland kom ik graag in steden. Wel de lusten, niet de lasten. De andere ziel is de kluizenaar. Ik kan me uitstekend alleen vermaken en voel me aangetrokken tot de traagheid van het platteland. Ik hoef niet zo veel en ben met weinig tevreden. Zet mij op een bergtop, mits niet te koud en nat, en mij hoor je niet klagen.
Twee zielen schuilen in mijn borst. De ene ziel is de zure mopperaar. Ik erger mij aan de kouwe drukte en arrogantie van de stadsbewoner, het gedrag van groepen, de eeuwige wegopbrekingen, de herrie, het vuil. De andere ziel is de relativerende optimist. Een dag niet gelachen is een dag niet geleefd. Every cloud has a silver lining. Zulk soort clichés. De stad is een plek van innovaties. Maar of elke verandering ook een verbetering inhoudt, is niet altijd duidelijk. Lachen om alle hypes.
Met ergernis, verwondering en vrolijkheid kijk ik rond in de stad en dat zal ik blijven doen. Maar vanaf komend jaar keer ik op deze plek de stad de rug toe. Deze plattelandsgeograaf gaat naar buiten. Op zoek naar de magie van landschappen. Dat doe ik op de fiets.