Ontdekking
Rwandezen zwijgen liever over deze periode. Verschillen tussen Tutsi’s en Hutu’s bestaan immers niet meer, iedereen is nu Rwandees. Maar als dat echt zo is, zou Maridadi ook een beurs moeten kunnen krijgen. Het zwijgen heeft ook te maken met strikte beleefdheidsregels in Rwanda. Laat nooit zien wat er in je omgaat, gehoorzaam iedereen die ouder is dan jij en steek je neus niet in andermans zaken. Door de ontmoeting met Puck durft Mardidadi nu wél vragen te stellen. Als ze een weekend met Puck naar Goma gaat, net over de grens in Congo, komt er een beeld bij Maridadi naar boven van het kamp waarin ze tijdens de ‘Gebeurtenissen’ heeft gebivakkeerd. Ze ontdekt dat haar moeder niet in dat kamp is overleden zoals Maridadi altijd is verteld. Maar wat is er dan wel met haar gebeurd? Na een bezoek aan haar grootouders en haar vader vindt Mardidadi antwoord op haar vragen.
Dagelijks leven
Maridadi woont nu in Gisenyi in het westen van Rwanda, gelegen aan het Kivumeer, bij Rosa en haar gezin. In het boek lees je hoe het is om daar te leven. Dat ze een buitentoilet hebben, dat ze zich wast met een emmer water en dat ze samen in een bed met een dochter van Rosa slaapt. En als er visite is, zoals Puck, wordt de haan geslacht voor een feestelijke maaltijd. Bij haar grootouders leer je het platteland kennen en bij haar vader de hoofdstad. Op een natuurlijke wijze krijg je via Maridadi een mooi beeld van het land, de verschillende bevolkingsgroepen, verschillen tussen arm en rijk, cultuur, de taal en ga zo maar door. Zo’n inkijkje in het dagelijkse leven maakte ons heel nieuwsgierig naar Rwanda. En zo gingen twee van de juryleden deze zomer mede door het lezen van dit boek zelf naar Rwanda. Als dat geen indicatie is dat dit boek de Glazen Globe verdient…
Op de fiets hebben we het land verkend, best pittig – Rwanda wordt niet voor niets het land van de duizend heuvels genoemd. Maar het is de moeite waard, want het is prachtig met naast het enorme Kivu-meer veel topisch regenwoud, vulkanen, koffie- en theeplantages en nationale parken met de Big Five. En wat een vriendelijke mensen! Zeker als fietstoerist val je erg op, dus bij elke stop werden we direct omringd door Rwandezen die graag een praatje met ons maakten. Tegenwoordig wordt wel Engels op school geleerd (voorheen Frans), maar veel verder dan goodmorning, how are you en give me money komen veel mensen op het platteland niet. Als je vervolgens geen geld geeft, is dat geen enkel probleem, de mensen blijven even vriendelijk.
Trots
Rwandezen zijn zeer trots op hun goed georganiseerde land. Met reden, als je ziet wat ze in 27 jaar hebben weten op te bouwen. Goede wegen, bussen die op tijd rijden, geregistreerde motortaxi’s met een extra helm voor de passagier, weinig corruptie, betaalbare gezondheidszorg en het is ook een schoon land (met een verbod op plastic). Het land wordt dan ook, sinds 2000, zeer strak geleid door president Kagame (the boss, zoals hij ook wel fluisterend wordt aangeduid, want je weet maar nooit wie er mee luistert).
Overal in het land kom je genocide memorials tegen. In persoonlijke gesprekken met Rwandezen wordt er over deze periode niet, of slechts in meer algemene bewoordingen gepraat. Maar als iemand dan tegen je zegt ‘wat fijn dat je nog een tante hebt, ik heb er geen meer’, komt dat wel binnen.